Oudejaarsavond is oliebollentijd - Postzegelblog

Oudejaarsavond is oliebollentijd

1

Elk jaar op 31 december eten we weer massaal oliebollen. Waar komt de oliebol vandaan? We gaan terug in de tijd aan het begin van de Christelijke jaartelling. Van oliekoeck naar oliebol is het verhaal, waarbij het ontstaan van de oliebol divers is.  We wensen de beheerders van de Postzegelblog en jullie als lezers van de blog een goed begin in 2020!

Historie oliebol

Er zijn verschillende verhalen over het ontstaan van de oliebol.

Sefardische Joden

Sefardische Joden of Sefardim zijn Joden wier voorouders in Spanje en Portugal leefden. In 1492 werden zij als gevolg van het verdrijvingsedict gedwongen Spanje te verlaten, dan wel zich tot het christendom te bekeren. Ze vluchten voor de Spaanse Inquisitie. In 1497 werden de Sefardim in Portugal voor dezelfde keuze gesteld.

Sefardische migratie van het Iberisch schiereiland.

Hiermee kwam een einde aan een periode van openlijke Joodse aanwezigheid op het Iberisch Schiereiland, die in ieder geval teruggaat tot vóór de Romeinse verovering van Iberië. Behalve migratie naar oa Nederland vestigden de Sefardische Joden ook in Amerika. De Touro synagoge is de oudste bestaande synagoge in Amerika.  Het gebouw was in 1763 ontworpen voor de Sefardische Joden uit Spanje en Portugal. Uiteindelijk vestigden ze als kolonisten op Rhode Island.

 

 

 

 

 

De Sefardische Joden aten in die periode iets dat op oliebollen lijkt: oliekoeken met gedroogde zuidvruchten zoals rozijnen en sukade. De olie zou verwijzen naar de olie uit de eeuwig brandende lamp in de tempel van Jeruzalem.

Bataven en Friezen
Het vroegste spoor van de oliebol in Nederland is te vinden bij de Bataven en Friezen, aan het begin van de Christelijke jaartelling. Deze Germanen offerden tijdens het Joelfeest (26 december tot 6 januari) voedsel aan de goden om hen tevreden te stellen, met name de godin Perchta en andere boze geesten die rond deze dagen velen vermoordden. Hun offervoedsel hadden ze in meel gewikkeld en in de olie gebraad en het eindresultaat bestrooiden zij met witte meel. De vetheid van dit voedsel zou ervoor zorgden dat het zwaard van de godin Perchta van hun lichaam zou glijden.

Het vieren van de vastentijd
In de Middeleeuwen begon de oliekoek meer vorm te krijgen. Het was de gewoonte dat kerstmis het einde vormde van een tijd van vasten die op 11 november met Sint Maarten begon. Het einde van deze vastenperiode (Kerstmis) werd gevierd met oliekoeken, die gemaakt werden van houdbare ingrediënten.

Oliebollen waren ook veelal genuttigd omdat zij rijk aan vet en calorieën waren, en daarmee goed tegen de winterkou beschermden. Voor de rest speelden oliekoeken ook een belangrijke strategische rol ten tijde van een beleg. Omdat alle verse producten al snel op waren of niet lang goed bleven, sloegen veel kastelen meel en olie in. Wanneer er geen andere vormen van voedsel meer aanwezig waren, werden de oliekoeken opgegeten. In de late middeleeuwen ontstond de traditie om armen, die je een gelukkig nieuwjaar wensen, een oliekoek of andere trak-tatie te moeten geven.

Houdbare winterkost

In de winter zijn weinig verse ingrediënten beschikbaar. Oliebollen hebben het voordeel dat alle ingrediënten (meel, gist, olie en gedroogd fruit) goed blijven zonder koelkast. Lang bewaren en voorraden aanleggen. In de Middel-eeuwen was het voor de kasteelheren en stedelingen vooral bij belegeringen voldoende meel, gist, olie en gedroogd fruit in te slaan. De oliebol werd de belangrijkste winterkost.

Oliebollen huisje van de verzameling AH Magisch Winterdorp (2019).

Liefdadigheid

Dezelfde kasteelheren deelden tijdens Oud en Nieuw oliebollen uit aan armen en zwervers. Deze mensen gingen langs de deuren om in ruil voor een Nieuwjaarswens of een lied eten te krijgen. Dat werd de oliebol: warm, vullend en voedzaam. Deze sociale traditie heeft zich voortgezet naar de latere jaren. Eeuwenlang was de term oliekoek in gebruik voor wat nu de oliebol heet. De oliekoeken op een schilderij van Aelbert Cuyp uit ca. 1652 lijken veel op de hedendaagse oliebol. In die tijd werden ze in een ijzeren pot met 2,5 liter raapolie gebakken.

Jonge vrouw met een kookpot vol oliebollen (Aelbert Cuyp, ca. 1652). Coll: Dordrechts Museum.

Zeventiende eeuw (De Gouden Eeuw)
Betere handelscontacten (oa. VOC) door de komst van het kolonialisme, en betere economische omstandigheden in het algemeen zorgden ervoor dat er meer en betere olijfolie kwam in de lage Nederlanden. Dit heeft tot gevolg gehad dat men meer olie kon gebruiken en het deeg dus de kans kreeg om een ronde vorm aan te nemen: de geboorte van de oliebol. Het eerste recept voor oliebollen dan nog oliekoeken genoemd staat in een kookboek uit 1667: ”De Verstandige kock of sorghvuldige huyshoudster”. De oliekoeken waren nog plat, en gevuld met onder meer rozijnen, appel en amandelen.

Kookboek ”De Verstandige kock”. Bron: KB Den Haag.

In de loop van negentiende eeuw kreeg het woord oliebol steeds meer aanhang. In 1868 nam de Van Dale “oliebol” op. Dat het toen echter nog geen algemeen gebruikte term was, blijkt uit het Woordenboek der Nederlandsche taal (1896). Daarin wordt “oliekoek” nog als meer gebruikelijke benaming genoemd. Vanaf begin twintigste eeuw wordt echter alleen nog over oliebollen gesproken. Er bestaat geen woord in een andere taal voor “oliebol”. In Amerika worden ze wel “Dutch doughnuts” genoemd.

De oliebollen (2018), uitgifte van de VPPV. Zie www.vppv.nl

Een smoutebol is een soortgelijk gerecht in Vlaanderen. Ze worden in smout (reuzel) gebakken. Reuzel of smout is dierlijk vet, voornamelijk afkomstig van de varkensbuik. Reuzel wordt verkregen door het spek te smelten. Wat overblijft is het gesmolten vet en niet-smeltbare restjes, de zogenaamde kaantjes. Reuzel kan ook afkomstig zijn van niervet. Een smoutebol is doorgaans niet gevuld en vaak gebakken in ossewit en bereid met bier of koolzuurhoudend water. In Nederland worden oliebollen vaak wel gevuld, meestal met krenten of rozijnen. Verder kunnen ook andere ingrediënten worden toegevoegd, zoals appel, sukade, sinaasappelsnippers of room.

 

Oliebollen zegels

Decemberzegels 2014

De Decemberzegels voor 2014 werden ontworpen door Edgar Smaling en Carlo Elias van bureau Smel uit Amsterdam. Op de postzegels staan vrolijke, stijlvolle tafereeltjes tegen een warm gekleurde achtergrond. De ontwerpers hebben op iedere postzegel herkenbare decembersymbolen als een mini-verhaaltje geïllustreerd. Van kerstbal tot vuurwerk, van schaatspret tot kerstpost, van oliebol tot mistletoe – de vertrouwde thema’s zijn met een eigentijdse beeldtaal ontworpen. De verhaaltjes op de postzegels worden met elkaar verbonden door gemeenschappelijke beeldelementen als de sneeuwvlok, asterisk, dunne lijnen en een verlooptint in de achtergrond. Het hoofdonderwerp op elke postzegel is meestal in silhouetvorm uitgevoerd, de bijfiguren zijn gedetailleerder uitgewerkt. En voor de liefhebber van typografie; hiervoor werd gebruikgemaakt van de Aldo SemiBold van Sacha Rein, een moderne, ronde en vriendelijke letter.

6e zegel met schaal oliebollen.

Decemberzegels 2001

Het velletje met kerstzegels 2001 werd ontworpen door ontwerpbureau Lava uit Amsterdam. De ontwerpers brachten de verschillende kersttradities samen in een stad die Europa verbeeldt. De ontwerpers maakten hierbij gebruik van een collagetechniek, die zeer doet denken aan de kunstwerken, die de Engelse kunstenaar David Hockney vervaardigde door middel van fotografie.

2e en 3e zegel met oliebollen.

Decemberzegels 2000

De Decemberzegels voor het jaar 2000 werden ontworpen door Marten Jongema. Ontwerper Marten Jongema (59) is overleden in 2011. Als vormgever is Jongema vooral bekend vanwege zijn wat dromerige en schilderachtige affiches. Zoals die voor de Boulevard of Broken Dreams – een voorloper van de Parade – uit de jaren tachtig. Een mijmerend meisjeshoofd, de bovenste helft rood onder wit, met dikke kwast opgezet, kermistenten en wat circusletters eronder. ‘Ik wilde een affiche maken dat letterlijk verlangen uitdrukt’, zei hij er later over. En dat kwam over, althans, het affiche was zeer populair in de huiskamers. Hij was ook de ontwerper van de Europazegels 1991. U weet wel van de groetende man naar de maan (55 ct) en de trap naar de maan (75 ct).

Laatste rij: 18e zegel met schaal oliebollen.

Decemberzegels 1999

De Decemberzegels voor het jaar 1999 werden ontworpen door Erik van Blokland en Just van Rossum. Tekenaar was Sjoerd van der Zee. Opmerkelijke zegel is de gele 14e zegel van het vel: de Millennium kater met een omgekeerde champagne glas met het jaar 2000. Hebben verzamelaars van katten deze zegel in hun verzameling?

3e zegel twee oliebollen tussen de kerstballen.

 

We wensen alle lezers van de blogs een mooi verzameljaar 2020!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gratis online postzegelcatalogus

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
Historisch Nederlandse Antillen Spanje Verenigde staten Kerst



Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

Kijk dan bij Collect Club.

Beoordeel met 1 sterBeoordeel met 2 sterrenBeoordeel met 3 sterrenBeoordeel met 4 sterrenBeoordeel met 5 sterren (12 stemmen, gemiddeld: 5,00 uit 5)
Laden...
PrintSchrijf een reactie

Reacties (1)

Schrijf een reactie

(registratie is niet nodig)