De opdrukzegels van Faroer in 1919, 1940 en 1941 - Postzegelblog

De opdrukzegels van Faroer in 1919, 1940 en 1941

6

Gedurende de Tweede Wereldoorlog was de eilandengroep met de naam Faroer geïsoleerd geraakt van Denemarken. Men gebruikte tot dan toe de postzegels van Denemarken en men kan alleen aan de afdruk van het poststempel Thorshavn zien of de zegel daadwerkelijk op de Faroer eilanden is gebruikt. Tijdens de oorlog waren de Faroer bezet door Britse troepen die de eilanden verdedigden tegen een eventuele inval van Duitse troepen en het Noord-Atlantische zeegebied tussen Groot-Brittannië en de eilanden te bewaken.

 

In 1919 kende de Faroer eilanden een opdruk van 2 øre op 5 øre, omdat er een groot gebrek was ontstaan aan die waarde. Deze waarde werd namelijk gebruikt als aanvulling van de 5 øre tot 7øre wegens een tariefsverhoging van het brieftarief binnenland. De directeur van de posterijen op de Faroer kreeg toen toestemming om een deel van de voorraad van 5 øre zegels te overdrukken. Dat gebeurde op 14 januari 1919. 180 vellen van 100 stuks werden in Thorshavn, de hoofdstad van de Faroer, voorzien van de opdruk. Daarvan waren 155 vellen bruikbaar, dus de oplage was 15.500 zegels. De opdrukzegel werd alleen gebruikt tussen 14 januari en 24 januari 1919 toen vanuit Denemarken een voorraad 7 øre zegels was gearriveerd.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed zich weer een situatie voor waarbij een gebrek ontstond aan bepaalde frankeerwaarden. Denemarken was bezet door Duitse troepen en de verbindingen met de Faroer waren verbroken. Als eerste de 20 øre. Ook nu weer werd als noodmaatregel een voorraad postzegels voorzien van een opdruk. In dit geval de 15 øre die werd voorzien van de opdruk 20. De oplage was 140.000 zegels en de eerste dag van verkoop was 2 november 1940. Later, op 26 mei 1941, werd nog een voorraadje van 2.500 zegels met de opdruk voorzien. De twee opdrukken zijn van elkaar te onderscheiden door de afstand te meten tussen de twee getallen 50 (bij de eerste druk 12¾ mm en bij de tweede druk 13 mm), zodat men over twee typen spreekt.

Op 6 december 1940 verscheen een nieuwe waarde met opdruk 50 øre op 5 øre. De oplage was 25.000 stuks. Later, op 26 mei 1941, werd nog een voorraadje van 2.500 zegels met de opdruk voorzien. De twee opdrukken zijn van elkaar te onderscheiden door de afstand te meten tussen de twee getallen 50 (bij de eerste druk 12¾ mm en bij de tweede druk 13 mm), zodat men over twee typen spreekt.

Nog geen twee weken later, verscheen een nieuwe opdruk, 60 øre op 6 øre. Ook hier kan men onderscheid maken in twee typen. Type 1, uitgegeven op 21 december 1940 met een oplage van 15.500 stuks, heeft wederom een afstand van 12¾ mm en type 2, uitgegeven op 26 mei 1941, 13 mm. De oplage van type 2 was 5.000 stuks. Gedurende het tweede kwartaal van 1941 raakte de voorraad van 5 øre zegels uitgepunt en om te voorkomen dat weer een nieuwe opdruk moest worden vervaardigd, besloot men om de voorraad van 6 øre zegels (180 vellen van 100 stuks) op te maken zonder opdruk en te verkopen voor 5 øre en te gebruiken op adreskaarten. Hier kwam men pas achter toen ver na de oorlog postzegels op adreskaartfragmenten opdoken in kilowaar. Men kan deze 6 øre zegels zonder opdruk gebruikt als 5 øre zegels alleen herkennen aan de stempelafdrukken die voornamelijk liggen tussen 26 mei en september 1941. Een vroegst gebruikt exemplaar is van 17 april 1941.

De voorraad van de opdrukzegel van 20 øre op de 15 øre met afbeelding van een zeilschip raakte op zodat men nieuwe opdrukzegels vervaardigde op de zegel van 5 øre met afbeelding golven. Hiervan werd een oplage gedrukt van 70.000 stuks. De uitgiftedatum was 17 maart 1941.

Maar ook de voorraad van de 5 øre zonder opdruk raakte op en daarom werd een nieuwe opdruk vervaardigd op de postzegels van 1 øre. Een oplage van 42.500 postzegels werd geproduceerd. Maar ook hier moest worden bijgedrukt omdat de voorraad opraakte. Een tweede druk verscheen op 30 mei 1941 in een oplage van 4.000 stuks. De twee oplagen zijn van elkaar te onderscheiden door de afstand te meten tussen de twee onderste punten links van het cijfer 2. Bij de eerste druk is die afstand 12 mm en bij de tweede druk 13 mm.

Omdat de oplagen zo klein zijn en er vele verzamelaars bestaan van de postzegels van de Faroer, zijn helaas vervalsingen op de markt gekomen. Het is dan ook noodzakelijk dat men de zegels laat keuren. De afgebeelde postzegels van 1940 en 1941 hebben een attest gekregen van Carl Age Møller, een Deense keurmeester. Het attest is afgegeven op 12 september 1986 onder nummer 1208. De zegels heb ik al lang samen met het keuringsbewijs in het album zitten. Heeft u ook wel eens postzegels laten keuren op echtheid?

Gratis online postzegelcatalogus

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
Historisch Denemarken Duitsland Faroer Groot Brittannië Tweede wereldoorlog



Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

Kijk dan bij Collect Club.

Beoordeel met 1 sterBeoordeel met 2 sterrenBeoordeel met 3 sterrenBeoordeel met 4 sterrenBeoordeel met 5 sterren (4 stemmen, gemiddeld: 5,00 uit 5)
Laden...
PrintSchrijf een reactie

Reacties (6) Schrijf een reactie

  • Nick op 25 augustus 2017 om 12:14

    Nou, ik heb wel zegels die ik zou willen laten keuren op echtheid. Vanwege de hoge cataloguswaarde en het feit dat er vervalsingen bekend zijn. Maar het zijn zegels uit Sicilië dus ik weet niet zo goed hoe en waar ik ze moet laten keuren.

  • Cees op 25 augustus 2017 om 13:34

    @Nick, neem eens contact op met de Contactgroep Filitalia. Dat is een gespecialiseerde postzegelvereniging voor de postzegels en poststukken van Italië en voormalige koloniën. De voorzitter is Vincent Prange, bereikbaar via e-mail: filitalia@upcmail.nl. Veel succes!

  • Nick op 29 augustus 2017 om 17:57

    @Cees, Bedankt!!

  • Giacomo op 1 september 2017 om 15:54

    Als een zegel vals blijkt te zijn, wat doet de keurder daar dan mee?

  • Cees op 2 september 2017 om 08:25

    In Nederland bestaan verschillende instanties die postzegels keuren op echtheid. Zij hebben bepaalde voorwaarden en het beste is om op de website van deze instanties te kijken. Zoals de KNBF en de NVPH onder keuringen: http://www.nvph.nl/diensten/keuringen of http://www.knbf.nl/keuringen. Maar er zijn ook andere instanties, te vinden via Google.

  • Patrick Lava op 4 september 2017 om 18:15

    @Giacomo
    Het hangt er maar van af wat je bedoelt met “vals”. Vervalsing ten nadele van de verzamelaar of ten nadele van de post? Vervalsing door reparatie? Of door hergommering? Vervalsing van de stempel? Van de brief of het briefstuk? Van de zegelkleur of de nuance? Van de tanding? Van de velrand? etc. etc.
    Uitvoerige informatie over dit wel zéér brede onderwerp vind je op het web.
    Wat een keurder dan doet met al die verschillende categorieën van “valse” zegels, kun je te weten komen door een keurder te contacteren en hem die vraag voor te leggen. Contactgegevens van keurders vind je o.a. in de Michel catalogi.

Schrijf een reactie

(registratie is niet nodig)