Op het tweede congres, dat in 1905 in Wenen plaatsvond, werd besloten om de eerste druk van het omvangrijke boekwerk ‘Species plantarum’ van Carl Linnaeus, te laten gelden als het formele uitgangspunt voor de botanische nomenclatuur. Zo kon elke plantenliefhebber of kweker aan de hand van de Latijnse naam van een plant waar ook ter wereld deze determineren. Op de postzegel van 3^d een afbeelding van de ‘Gentiana verna’, ofwel de voorjaarsgentiaan. Door Linnaeus werd deze plant in 1753 beschreven.

Het zesde congres vond in het jaar 1935 plaats in Amsterdam in het Koloniaal Instituut. Het congres werd gehouden van 2 tot en met 7 september. Hier werd besloten om de tot dan toe officieel gevoerde taal Frans voortaan te vervangen door Engels. Daardoor werden besluiten van het congres bij vertalingen in een andere taal uitsluitend afgeleid van de Engelse taal.

Op de postzegel van 6^d is ‘Rosa canina’ afgebeeld, ofwel de hondsroos. Deze struik kan wel tot 3 meter hoog worden en komt van nature in Europa voor. In Nederland komt deze voor vooral in hagen in Limburg en Noord-Brabant. De Nederlandse postdienst wijdde een speciaal stempel aan het congres. In het stempel is een afbeelding van een stengel van de ‘Campanula’ opgenomen.

Door de Tweede Wereldoorlog ging het geplande congres in 1941 niet door. Het duurde tot 1950 dat het zevende congres kon plaatsvinden. Dat gebeurde in Stockholm. Hier werd de benaming van gekweekte planten gestandaardiseerd. Daardoor werden namen van planten willekeurig gekozen door kwekers, onder een en dezelfde naam ondergebracht. Zo ontstond de eerste internationale nomenclatuur voor gekweekte planten. Voor de benaming van fossiele planten werd een voorstel gedaan. Op de postzegel is de ‘Lonicera periclymenum’ afgebeeld, de wilde kamperfoelie. Deze klimplant kan stengels vormen die wel 10 meter lang worden en heerlijk geurende bloemen dragen.

Na Parijs (1954) en Montreal (1959) vond het tiende congres plaats in het Schotse Edinburgh. Dit was de aanleiding voor de Britse Postdienst (GPO) om een serie van vier postzegels aan deze gebeurtenis te wijden. Ontwerpers waren Michael en Sylvia Goaman. Sylvia vervaardigde de tekeningen voor de ontwerpen. Het congres vond plaats van 3 tot 12 augustus 1964 en de serie werd uitgegeven op 5 augustus 1964. Op de postzegel een afbeelding van de ‘Nymphoides aquatica’, ook wel bananenplant genoemd. Het is een waterplant die ook in een aquarium kan worden gehouden. De knollen lijken op een tros bananen, vandaar de naam. De serie van vier postzegels werd ook uitgegeven met opgedrukte fosforbalken.

Ontwerper David Gentleman was ook uitgenodigd om ontwerpen te vervaardigen voor de uitgifte van de serie van vier postzegels. Zijn ontwerpen bevinden zich in de collectie van het Britse Postmuseum. Hij maakte verder ontwerpen waarop paddenstoelen en varens voorkwamen. Op de website van het museum zijn die ontwerpen te zien. Het ontwerp voor het vignet op de eerstedag envelop werd gemaakt door Michael Goaman die een ‘Primula Scotica’ die alleen voorkomt aan de noordkust van Schotland en de Orkney eilanden. Daaronder takjes van de struikheide.

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
• Historisch • Padden en Kikkers • Tweede wereldoorlog

Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

(3 stemmen, gemiddeld: 5,00 uit 5)

Laden...