In de Speciale Catalogus van de NVPH is bij de serie postzegels ‘Germaanse symbolen’ de volgende waarschuwing opgenomen: De 2 ct komt voor met geperforeerd kruis en aan de achterzijde van een opdruk voorzien. Dit is particulier maakwerk. Wat is de achtergrond van dit maakwerk?
Gerelateerde artikelen
De postzegel werd uitgegeven op 16 oktober 1943 in een oplage van bijna 8 miljoen stuks en maakte deel uit van de serie Germaanse symbolen, ontworpen tijdens de Duitse bezetting van Nederland door Pijke Koch.
Op 2 en 3 juni 1944 vond een tentoonstelling plaats in ’s-Gravenhage waar een tijdelijk postkantoor was gevestigd. Dit werd aangekondigd in de volgende dienstorder:
Dienstorder No 166bis van 24 mei 1944: Gelegenheidsstempel.
1. Ter gelegenheid van de door de vereeniging “Ligue Internationale Philatélique et Aérophilatélique” te ’s-Gravenhage op 2 en 3 Juni a.s. te houden tentoonstelling in het gebouw Pulchri Studio zal aldaar een tijdelijk bijkantoor worden gevestigd.
2. De correspondentie (gewone zoowel als aangeteekende) op dat bijkantoor ter post bezorgd / aangeboden zal worden voorzien van een afdruk van een bijzonderen stempel.
In het stempel waren twee kruisen opgenomen. Had dit iets te maken met het Rode Kruis?
Een totaal van 150.000 postzegels werd voorzien van een geperforeerd kruis en op de gomzijde bedrukt met de tekst: PRIJS 15 CENT toeslag ten bate Ned. Roode Kruis. En nu wordt het wat ingewikkelder. In het Dagblad van Noord-Holland van donderdag 1 juni 1944 is het volgende artikeltje opgenomen op de voorpagina: Tentoonstelling van Roode Kruiszegels. In samenwerking met het Nederlandsche Roode Kruis organiseert de Haagsche Philatelistenvereeniging “L.I.P.A.” ter gelegenheid van haar vijftienjarig bestaan een tentoonstelling van Roode Kruiszegels in het gebouw Pulchri Studio, Den Haag, op Vrijdag 2 en Zaterdag 3 Juni a.s. Ter gelegenheid hiervan gaven de Nederlandsche Posterijen toestemming tot de perforatie van 150.000 zegels van 2 ct. Deze zullen, geperforeerd met een kruis (symbool van het Nederlandsche Roode Kruis) verkrijgbaar worden gesteld à 15 ct. De toeslag komt ten bate van het Nederlandsche Roode Kruis. Verder is gedurende beide tentoonstellingsdagen in het gebouw een tijdelijk hulppostkantoor gevestigd, waar tevens gelegenheid zal worden gegeven tot het verzenden van aangeteekende stukken. De zegels, welke genummerd zijn, kunnen van een bijzonder poststempel worden voorzien.
Dus formele toestemming van de Nederlandse Posterijen? Dan moet deze perforatie en opdruk toch als ‘echt’ worden gekwalificeerd? En het blijkt uit de vele aangetekende brieven die bestaan gefrankeerd met deze geperforeerde postzegels.
De bovenstaande brief is beplakt met postzegels uit de serie Germaanse symbolen voor een totale waarde van 8 cent. Het brieftarief voor die tijd was 7½ cent. Dus ½ cent te veel. Het aantekenrecht was toen 10 cent, voldaan met een postzegel uit de serie Zeehelden. Dus op die halve cent na correct gefrankeerd. En alle zegels, inclusief het geperforeerde paartje van 2 cent, zijn netjes voorzien van een afdruk van het bijzondere stempel met de datum van 2 juni 1944. Gewoon geaccepteerd door de postambtenaar in het tijdelijke postkantoor. Behoort deze geperforeerde postzegel dan toch een officieel plekje te krijgen in uw verzameling en in de postzegelcatalogus? Of had de verzender van de brief beplakt met de postzegels van 17½ cent (het juiste portbedrag en aantekenrecht) gelijk door daarnaast de geperforeerde postzegel extra te plakken die niet als frankeerwaarde geldig zou zijn? Wat is uw mening?
Reacties (16) Schrijf een reactie
Interessant.
Ik probeer verder te zoeken.
Er zijn later nog een extra 50,000 zegels geperforeerd, voor een totaal van 200.000.
De perforatie bestaat uit twee versies; één met 24 gaatjes zoals de eerste illustratie laat zien, maar er is ook versie met maar 20 gaatjes (zoals het blokje van twee laat zien).
Je zou denken dat die omwisseling plaats vond bij nummer 150.001 maar afgaande op wat ik verzameld heb gebeurde dit eerst rond nummer 40,000 (van 24 naar 20 gaatjes) en toen weer terug van 20 gaatjes naar 24 gaatjes rond nummer 115.000. Wie weet hier meer van? hkremer@usa.net
Hallo Cees,
Hierbij een link naar een drukwerkkaart van het ” Secretariaat Tentoonstelling Rode Kruispostzegels 1944 “.
http://www.willempasterkamp.nl/index.php?page=shop.product_details&flypage=flypage_simple.tpl&product_id=3838&category_id=177&option=com_virtuemart&Itemid=9999
Het antwoord op de vraag of de zegel met perforatie een officieel plekje behoort te krijgen geeft het secretariaat zelf in de koptekst van het drukwerk: ” BIJZONDERE PARTICULIERE POSTZEGEL “.
Ik heb deze zegel wel gewoon opgenomen in mijn verzameling. Juist ook ivm het feit dat ik ‘m regelmatig correct gebruikt op brief ben tegengekomen.
Bovenstaande informatie is gedeeltelijk nieuw voor mij (waarvoor dank), en sterkt mij in de gedachte dat dit meer is dan formeel ongeldig particulier maakwerk.
Twee voorbeelden van correct gefrankeerde brieven (totaal 17½ cent) waaronder in beide gevallen 6x de nvph 407 met perforatie:
http://images-00.delcampe-static.net/img_large/auction/000/263/057/387_001.jpg
en
http://images-01.delcampe-static.net/img_large/auction/000/263/057/388_001.jpg
M.i. wijst dit er toch echt op dat frankering met deze zegel gewoon werd geaccepteerd. Daarmee zou de zegel weldegelijk als ‘echt’ bestempeld moeten worden.
Discussie over perforaties Roode Kruiszegel 1944. @Delpher behulpzaam: pic.twitter.com/OnbYcY2P4i
In krantenartikel van 2 juni 1944 wordt beweerd dat er geen enkele meerwaarde is voor de verzamelaar (en dus geen vermelding in de catalogus komt).
Die Delpher website is een goede link (twitter gebruik ik echter niet). Daar zijn inderdaad hele interessante krantenartikelen te vinden over deze postzegels. Ik heb tot nu toe gezocht op “roode kruis perforatie”, en dat geeft al een hoop.
Ik wil graag iedereen wijzen op een bijzonder interessant artikel in een heel fout blad dat ik daar ook vond, namelijk uit “Storm: Blad der Nederlansche SS” (7-7-1944). Onder de titel “Zwendel in Postzegelland” wordt korte metten gemaakt met deze zegel. Wat daarvan waar is, is mij niet duidelijk – maar het is wel dusdanig interessant dat het de moeite waard is dit wat verder uit te diepen. Hopelijk heeft iemand hier een keetje tijd daarvoor?
Zie: http://www.delpher.nl/
…in dat bewuste artikel komt ook de naam Gerard Thoolen naar voren. Zijn naam is verbonden aan Raketpost.
http://users.belgacom.net/raketpost/english.htm
De kans dat dit geen zuivere koffie is geweest wordt daarmee steeds aannemelijker!
Ha, dit wordt steeds interessanter. Ik vind het nu nog leuker dat ik dat zegeltje in mijn verzameling heb. Dit stinkt aan alle kanten, maar toch konden deze zegels blijkbaar gewoon voor frankering gebruikt worden (mogelijk alleen maar dankzij het feit dat de opdruk op de achterzijde was aangebracht).
Ben nu toch wel benieuwd of het Rode Kruis ooit iets van de opbrengst gezien heeft. En als die Gerard Thoolen link inderdaad klopt, dan is het mogelijk toch wel terecht dat dit als particulier maakwerk is aangeduid.
De Website:
http://jdlkremer.angelfire.com/RoodeKruis1944.jpeg
laat zien dat het Roode Kruis uiteindelijk toch fl 26.000 heeft geaccepteerd van L.I.P.A. De heer Mout vertegenwoordigde L.I.P.A, de heer Offerhaus het Roode Kruis.
Er ging hier een uitgebreide discussie aan vooraf. Afschriften van deze discussie heb ik destijds ontvangen via de Archivaris van het Nederlandse Rode Kruis
Ah, dat is een hele mooie toevoeging en maakt het verhaal al behoorlijk compleet. Die 26.000 gulden is 200.000 x 13 cent, dus dat klopt op zich wel. Maar uit de veelal Duitse krantenberichten blijkt dat LIPA zelf mogelijk veel meer heeft verdiend. Door de hype bleek de prijs per zegel op een gegeven moment namelijk zelfs te zijn opgelopen tot 15 gulden. Verder ook interessant te zien dat het Rode Kruis verder alle betrokkenheid bij deze zegels volledig afwijst
Er bestaan drie varianten van het perforatiekruis in deze zegel
Deze vindt men op de volgende nummers:
0-38147 24 gaten
40404-113866 20 gaten
115905-199277 24 gaten
De tussenliggende nummers zijn mij, tot op heden onbekend.
Zoals je ziet heeft er dus tweemaal een verandering plaats gehad.
Op welke manier verschillen de eerste en de derde variant precies? Op het eerste gezicht (maar met hele matige scans) zie ik geen duidelijk verschil.
Ik houd het op twee types: 20 en 24 gaatjes.
Omdat de nummers en gaatjes met een numeroteur aangebracht zijn komt er veel variatie voor van de plaatsing van de nummers en gaatjes.
Zie b.v http://jdlkremer.angelfire.com/RoodeKruis.Numeroteur.jpeg
Wat betreft de nummers van de 20 en 24 gaatjes types heb ik genoteerd:
1- 39096 24 gaatjes
40404 – 113866 20 gaatjes
115244 – 199280 24 gaatjes
Zou de verwisseling van 24 naar 20 gaatjes plaats gevonden hebben bij 40000 en terug naar 24gaatjes 114000 of 115000?
Hieronder het in vele kranten opgenomen bericht als waarschuwing voor deze zegel (in dit geval in Nieuwsblad van het Noorden, 03-06-1944):
—
Geen bijzondere postzegel
De ondervakgroep detailhandel in postzegels en de Nederlandsche Bond van Vereenigingen van Postzegelverzamelaars vestigen er de aandacht op, dat de perforatie van het tweecentszegel, dat ter gelegenheid van het derde lustrum van de L.I.P.A. op 2 en 3 Juni 1944 in Pulchri Studio te ‘s-Gravenhage wordt verkocht met een toeslag van 13 cents ten bate van het Ned. Roode Kruis een particuliere perforatie is, waartoe een ieder van het hoofdbestuur der P.T.T toestemming kan verkrijgen. Het zegel heeft bijgevolg voor geen enkelen verzamelaar beteekenis en zal daarom niet in de officieele catalogus worden opgenomen.
—
Ik kan de gedachte niet onderdrukken dat, deze redenatie volgend, ook hedendaagse Persoonlijke Postzegels “voor geen enkelen verzamelaar beteekenis” zouden moeten hebben. Ook dat is tenslotte niets anders dan particulier maakwerk. Zou deze NVPH 407 met perforatie zo eigenlijk niet in de Catalogus Persoonlijke Postzegels thuishoren…? :)
Ik heb de correspondentie voorgelegd aan Leo van Bergen, die promoveerde op het Nederlandse Rode Kruis (NRK). Er is ook een fraai boek van hem in de handel. Met zijn toestemming enkele opmerkingen.
http://www.wpg.be/manteau/zacht-en-eervol
http://www.leovanbergen.nl
Van die postzegel is mij niets bekend. Wel werkte het NRK in de oorlog op bepaalde gebieden (Oostfrontambulance, Winterhulp) nauw met het Duitse bestuur samen. Dat postzegels of andere waardepapieren werden uitgegeven ten gunste van het Rode Kruis – een in Duitsland en Oostenrijk volledig genazificeerde organisatie – is ook niet vreemd, dat gebeurde constant. Het zou dus kunnen. Maar we hebben het hier wel over 1944. Wanneer in 1944? Voor of na september? De kans dat het echt is, zal denk ik aan het einde van het jaar een stuk kleiner zijn en zal het dus -zoals u al vermoedt- eerder een actie zijn geweest om geld uit de zak van goedwillende mensen te kloppen. Daar moet echter wel bij worden opgemerkt dat het Nederlandse Rode Kruis helemaal niet zo’n populaire organisatie was, ook al niet vóór de oorlog. Die populariteit stamt pas van daarna, en dan met name vanaf de tijd van de Watersnoodramp. Dus: als het fraude is geweest, is het zeer de vraag of het een succesvolle fraude was. Ik hoop dat ik u hier een beetje mee heb geholpen.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)