Aan de vooravond van de bekendmaking van de afbeeldingen van de nieuwe kinderzegels 2024 op 25 september a.s. van de 100-jarige kinderzegel-organisatie is het aantrekkelijk om in woord en beeld enige ruimte voor opvallende uitgaven van de organisatie uit te trekken.
In het oog vallende ijkpunten zijn die voorwerpen, waarop een ’zo-veel-jarig’ bestaan aandachttrekkend is vermeld.
Aldus ontstaat door de jaren heen een redelijk nostalgisch zicht op de voortgang, aanpassingen en veranderingen van de kinderzegelacties in memorabele herdenkingsjaren.
Gerelateerde artikelen
1924
De eerste serie kinderpostzegels is op initiatief van de Nederlandsche Bond tot Kinderbescherming uitgegeven. De Centrale Propaganda Commissie als uitvoerder van de Bond ontvangt en verdeelt de gelden. Na 1945 zet de Stichting Nederlands Comité voor Kinderpostzegels deze taak voort, die naderhand tot op dit moment door de Stichting Kinderpostzegels Nederland (SKN) wordt uitgeoefend.
In 1924 is de eerste kinderzegelemissie uitgegeven. Grafisch ontwerper Georg Rueter (1875 – 1966) heeft een gevleugeld portret van zijn oudste dochter Maria (1902 – 1999, Maria Hofker-Rueter) als het eerste ‘verzegeld kind’ getekend en ontworpen. De beschermende functie van het kind heeft Rueter verbeeld door het dochtersportret te laten dragen door twee beschermengelen.
“Hiernevens geven wij een vergroote afbeelding van den weldadigheidspostzegel, die van 15 December a.s. tot 15 Januari 1925 aan de postkantoren verkrijgbaar zal zijn. Het ontwerp is geteekend door Georg Rueter.
De postzegel wordt uitgegeven in drie waarden, namelijk in die van 2 cent, 7½ cent en 10 cent. De postzegel met frankeerwaarde van 2 cent zal kosten 4 cent, die met frankeerwaarde van 7½ cent zal kosten 11 cent, die met de frankeerwaarde van 10 cent zal kosten 12½ cent. Het prijsverschil komt ten bate van de instellingen, welke voogdij- en regeeringskinderen verzorgen.
De teekening voor deze drie verschilt niet anders dan in de vermelding van de frankeerwaarde en in de kleur. De postzegels kunnen ook gebruikt worden voor stukken naar het buitenland. Hun geldigheidsduur is onbeperkt.
Koopt van 15 December tot 15 Januari geen andere postzegels”, aldus een affiche-tekst.
1938
15 jaar Weldadigheidszegels. Het gedenkblad begint met de Toorop-toeslagzegels [1923] als startpunt van de kinderzegelemissies. Hoogstwaarschijnlijk is het een particuliere uitgave. Stempel 1 december 1938, Charlotte de Bourbonpstraat ‘s-Gravenhage.
Met het Tijdschrift voor Armwezen en Maatschappelijke Hulp en Kinderbescherming werden van af 1924 de Plaatselijke Kinderpostzegel Comité’s begeleid.
1948
“Ik mocht mijn mooie jasje aan“, aldus de 59-jarige Fie de Stigter, “ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Vrijwel huis aan huis heb ik aangebeld. Ik vond het enig”, zegt de. Ze behoorde bij de eerste kinderen die in 1948 meededen aan de eerste scholenactie.
“Het was een regenachtige herfstdag en droeg mijn mooi tweed jasje. Ik kwam kletsnat thuis. Eenmaal thuis, bleek er ook nog een knoop van het jasje af. Samen met mijn moeder ben ik toen de hele route afgelopen in omgekeerde richting, om die knoop terug te vinden. *) En met succes. Ik zou de plek nu nog direct kunnen aanwijzen waar de knoop lag.”
*)
Deze gebeurtenis vond drie jaar na de oorlog plaats. Je moest toen nog bijzonder zuinig op je kleren zijn. Toen breide men nog sokken, verstelde men met lappen de kleding en stopte men kousen en sokken. Men leefde toen niet in een weggooi-maatschappij zoals tegenwoordig.
1953
Onderstaande handgeschreven tekst van grafisch ontwerper Theo Kurpershoek is ontleend aan de introductiefolder kinderzegels 1953 ‘It ‘s a serious business for one-year-old manuel’, die de Filatelistische Dienst van de PTT aan buitenlandse abonnees zond.
“. . . een appel, een bootje, een bloem. Voor de kinderkopjes hebben mijn eigen kinderen geposeerd, niet omdat ik die nu bepaald typische voorbeelden van misdeelde kinderen vind, maar omdat het de dichtst bij de hand zijnde modellen waren en ook omdat het mij een leuk idee lijkt een brief te frankeren met mijn eigen kroost (Marguerite, Manuel, Koosje, René en Ingeborg). De kleuren heb ik zodanig gekozen dat , , , “
Ontwerper Kurpershoek is in 1953 met zijn ‘leuk idee’ precies 50 jaren eerder initiatiefnemer geweest Persoonlijke Kaderpostzegels te bestellen, die pas in 2003 voor het eerst besteld konden worden!
1956
Het gedenkboek ‘30 x kinderzegels’ (32 bladzijden), dat op de herdenkingstentoonstelling 12 – 17 november 1956 in Fodor (Amsterdam) aan genodigden werd geschonken, is in een oplage van 2500 exemplaren uitgegeven door het Nederlands Comité voor Kinderzegels. Op de eerste bladzijde van het aan relaties gezonden jubileumboek is niet het speciale tentoonstellingstempel 30 jaar kinderpostzegels aangebracht.
Door de uitsparingen in het omslag van het jubileumboek zijn in het getal ‘30’ een rood- en een geelkleurig kinderzegel zichtbaar.
Al in 1935 introduceerde schoolmeester / onderwijzer G. Verheul voor het eerst op zijn school in Waarder de eerste actie dat scholieren bestellingen opnamen. In 1946 is op de ULO in Ede een verbeterde vervolg-scholenactie door Verheul uitgevoerd.
In 1948 werden als proef in drie plaatsen (Amsterdam, Rotterdam en Groningen) de eerste scholenacties georganiseerd. In 1949 werd de scholenactie landelijk uitgevoerd. Uitgebreide en interessante info ‘Onderwijzer had een idee’ staat met historisch kinderzegelachtergronden in het gedenkboek (blz. 29/30).
1966
In 1966 is de 40e serie kinderpostzegels uitgegeven. Grafisch ontwerper Frans Mettes heeft de rode affiche en de gele deurzegel ontworpen. Beide afbeeldingen komen in uitvoering niet geheel met elkaar overeen.
Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de uitgifte van de kinderpostzegels 1966 is het boek ‘40 x toeslag’ door grafisch ontwerper / schrijver Christiaan de Moor samengesteld.
In het rijk geïllustreerde, 72 bladzijden tellende kinderzegeloverzicht staat bijzonder veel interessante en lezenswaardige achtergrondinformatie.
Op een kinderzegel 1967 staat o.a. Stekelvarkentjes wiegelied (nvph 894) dat eens door Trijntje Fop (pseudoniem van Kees Stip [1913 – 2001] is geschreven.
Een egel in een schrikkeljaar was uitermate prikkelbaar.
Hij schreef met elke stekel wat aan elk aan wie hij hekel had.
Dat waren honderd boze brieven, maar dit was toch wel weer het lieve.
Dat elke brief van deze egel beplakt was met een kinderzegel.
Vervolg
Deel 2 volgt op 4 augustus.
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)