De Bluenose - Postzegelblog

De Bluenose

0

Het beroemdste schip in de Canadese geschiedenis, de ‘Bluenose’, was gebouwd zowel als een vissersboot als schip te gebruiken voor grote snelheden bij wedstrijden. De bouw werd uitgevoerd als schoener en vond plaats in de jaren ’20 van de vorige eeuw. De schoener, gebouwd in Lunenburg in de Canadese provincie Nova Scotia, werd algemeen bekend toen de afbeelding van het schip voor het eerst in 1937 verscheen op het Canadese dubbeltje, de dime.

De ‘Bluenose’ werd op 26 maart 1921 te water gelaten in Lunenburg, een havenstad in Nova Scotia. Het werd genoemd naar een bijnaam die vissers kregen die geboren zijn in Nova Scotia. De schoener werd ontworpen door William J. Roué om op kabeljauw te vissen op de Grand Banks bij Newfoundland. Dat werd gedaan in een tijd dat vanaf de dekken van houten tall-ships voortbewogen door zeilen werd gevist. De ‘Bluenose’ was ook ontworpen om op grote snelheid op de open oceaan te varen. Het was de eerste keer dat de Roué een werkende vissersschoener had ontworpen, in plaats van een recreatie- of wedstrijdschip. Snelheid was van groot belang voor de beide taken van de ‘Bluenose’ had. Het was duidelijk dat de snellere boot de race tussen vissersschepen kon winnen, want het snellere vissersschip komt ook het snelst terug naar de haven, waardoor de bemanning de beste prijs voor de vangst kon krijgen. Op de postzegel zijn de ‘Bluenose’ en een portret van William James Roué afgebeeld. Roué werd geboren in Halifax, Nova Scotia, op 27 april 1879. Hij overleed op 14 januari 1970. De postzegel was ontworpen door Louis Hébert uit Montreal.

De Gouverneur-generaal van Canada, Victor Cavendish de 9de Duke of Devonshire, reisde naar Lunenburg om de gouden spijker te slaan die de voltooiing van het schip zou markeren. Hij zwaaide met de grote ijzeren hamer naar de spijker, maar slaagde er niet in om deze te raken. Hij was net daarvoor naar een andere officiële gelegenheid geweest en genoot blijkbaar van een beetje te veel drank. Iemand van de organisatie hielp hem en de spijker werd eindelijk geraakt waarmee de voltooing van het schip een feit was.

Het schip werd afgebeeld op een postzegel van 50 cents en uitgegeven op 8 januari 1929. De oplage was 1.044.900 postzegels en gedrukt met twee drukplaten genummerd 2 en 3. Nummer 1 was afgekeurd wegens beschadigingen. De druk werd uitgevoerd door de ‘Canadian Bank Note Company’ in Ottawa. Op de postzegel is de ‘Blunose’ twee maal afgebeeld door middel van een fotomontage van twee foto’s. In de zeilen zijn de nummers 1 en 2 opgenomen. De foto’s van de ‘Bluenose’ waren in 1922 gemaakt door Wallace R. MacAskill terwijl het schip vertrok vanuit de haven van Halifax.

Onder leiding van kapitein Angus J. Walters werd vele malen deelgenomen aan de International Fishermen’s Trophy waarbij hij met zijn bemanning het opnam tegen de snelste Amerikaanse schoeners. De ‘Bluenose’ behaalde als eerste de eindstreep en won de ‘Trophy’ voor het zeilkampioenschap van de vissersvloten van de noordwestelijke Atlantische Oceaan in 1921, 1922 en 1923. De enige nederlaag was tegen de Boston schoener ‘Gertrude L. Thebaud’ tijdens de ‘Lipton Cup’ in 1930, maar het overtrof de ‘Thebaud’ voor de Fisherman’s Trophy in 1931 en 1938. Angus Walters was in 1882 in Lunenburg, Nova Scotia, geboren. Hij begon als visser op het schip van zijn vader en werd in 1921 kapitein op de ‘Bluenose’. In 1935 voer hij met het schip naar Engeland om deel te nemen aan de festiviteiten rond het zilveren jubileum van koning George V. De postzegel werd ontworpen door Roger Hill, een illustrator uit Toronto. De postzegel met afbeelding van Walters werd uitgegeven op 18 november 1988.

De ‘Bluenose’ bezat het record voor de grootste vangst van vis die in Lunenburg ooit aan land werd gebracht. Bijgenaamd als de ‘Koningin van de Noord-Atlantische Oceaan’, vertegenwoordigde de ‘Bluenose’ Nova Scotia over de hele wereld. Het verscheen onder andere op de Wereldtentoonstelling van Chicago in 1933. De thuishaven van het schip was en bleef lange tijd Lunenburg, te zien op de prentkaart met een foto gemaakt door de plaatselijke fotograaf J. Keith Young.

Ondanks zijn internationale faam kwam de ‘Bluenose’ tot een onverwacht en rampzalig einde. Toen de zoutvisserij afnam en zeilschoeners werden vervangen door motoraangedreven schepen die voeren op de Grand Banks, werd de ‘Bluenose’ in 1942 verkocht aan de ‘West Indies Trading Company’. Kapitein Walters, de laatste eigenaar van het schip, stond aan de waterkant in Lunenburg en huilde toen de ‘Bluenose’ voor de laatste keer uit de haven wegvoer. In het Caribisch gebied vervoerde de ‘Bluenose’ rum, suiker, bananen en oorlogsvoorraden naar de Verenigde Staten. Het schip had een spannende ontmoeting tijdens het vervoer van vliegtuigbrandstof en dynamiet. In de buurt van Havana, Cuba, verscheen een Duitse U-boot vlak naast het schip aan de oppervlakte. De kapitein van de onderzeeër vroeg de kapitein van de ‘Bluenose’ wat hij aan het doen was. De kapitein antwoordde dat hij aan het vissen was. Volgens een verslag herkende de Duitse gezagvoerder van de U-boot de ‘Bluenose’ en liet hem wegvaren. In 1946, tijdens het vervoeren van vracht in de buurt van Haïti, raakte de ‘Bluenose’ een rif en zonk.

Twintig jaar nadat de ‘Bluenose’ was gezonken, besloten inwoners in de oorspronkelijke thuishaven Lunenburg een replica van de grote schoener te bouwen. Brouwerij Oland betaalde het project en gebruikte het schip om reclame te maken voor zijn bier. De ‘Bluenose II’ werd gebouwd op dezelfde scheepswerven van Smith en Rhuland in Lunenburg als het originele schip en werd te water gelaten in 1963. Dat gebeurde te midden van festiviteiten die herinneringen opriepen aan de verloren gouden eeuw van de zeilschepen. De bouwers gebruikten de oorspronkelijke bouwtekeningen van Roué, maar brachten enkele kleine wijzigingen aan vanwege veiligheidseisen. Voormalig kapitein Walters voer op de eerste reis mee. In 1971 werd de ‘Bluenose II’ geschonken aan de provincie Nova Scotia. Het schip begon een nieuw leven als zeilambassadeur van Nova Scotia, gevestigd in de haven van Lunenburg, en reisde regelmatig om de provincie officieel te vertegenwoordigen. Daarnaast vervoerde de schoener vele toeristen op dagcruises.

In 2009 besloot de regering van Nova Scotia om de verouderde, bijna 50 jaar oude ‘Bluenose II’ te herstellen. Het schip had zwaar te lijden onder ‘hogging’ wat gebeurt wanneer de romp vervormd raakt door het opzwepende water en de neerwaartse gevolgen van de zwaartekracht. In 2010 waren velen verrast om te horen dat het project minder een restauratie bleek te zijn dan een volledige herbouw van vrijwel nieuw schip. Bijna de hele schoener was door een houtversnipperaar vermalen en op een stortplaats gedumpt. De enige bewaard gebleven delen waren het roer, de giek, de masten met tuigage, de zeilen en een deel van de voorsteven. De ‘Lunenburg Shipyard Alliance’, het bedrijf dat het werk voltooide, zei dat het nog steeds gold als een herbouw en niet als een geheel nieuwe boot. Na lange vertragingen werd de herbouwde ‘Bluenose II’ in het voorjaar van 2015 in de haven van Lunenburg te water gelaten. Het werk was jaren vertraagd en had het budget enkele miljoenen dollars overschreden. De provincie Novia Scotia dat de herbouw voor het gerootste deel had gefinancierd, hervatte met het schip in juni 2015 de reguliere taken als zeilambassadeur.

Canada Post heeft een blokje met daarin een paartje postzegels uitgebracht ter gelegenheid van de 100ste verjaardag van de tewaterlating van de oorspronkelijke schoener ‘Bluenose’. Deze postzegels werden ontworpen door Michael Little, die zich liet inspireren door de schilderijen van William E. deGarthe vervaardigd in de jaren ’50 van de vorige eeuw.

Ter gelegenheid van de internationale postzegeltentoonstelling voor éénkader inzendingen ‘Capex 22’ die van 8 tot 12 juni 2022 in Toronto zal worden gehouden, werd het blokje voorzien van een opdruk met het logo ‘Capex 22’. Tijdens de tentoonstelling zullen 400 kaders zijn gevuld met inzendingen uit de gehele wereld.

De Royal Canadian Mint gaf in 2021 dubbeltjes uit met een afbeelding van de ‘Bluenose’, ontworpen door kunstenaar Yves Bérubé uit Nova Scotia. Deze herdenkingsdubbeltjes hebben een dubbel jaartal 1921 en 2021. De afbeelding van de ‘Bluenose’ verscheen voor het eerst op het dubbeltje van 1937 en werd vrijwel elk jaar daarop opnieuw geslagen met een ander jaartal. De afbeelding van de ‘Bluenose’ kwam in drie verschillende uitvoeringen voor. Het laatste dubbeltje van 2021 was zelfs voorzien van een blauwe laag waarmee de zee werd weergegeven. Overigens is de postzegel met de ‘Bluenose’ uitgegeven in januari 1929 door heel veel verzamelaars bestempeld als de mooiste postzegel de de Canadese Post ooit heeft uitgegeven. Ik als verzamelaar van Canadese postzegels ben het daarmee volkomen eens.

Gratis online postzegelcatalogus

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
Canada Scheepvaart



Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

Kijk dan bij Collect Club.

Beoordeel met 1 sterBeoordeel met 2 sterrenBeoordeel met 3 sterrenBeoordeel met 4 sterrenBeoordeel met 5 sterren (4 stemmen, gemiddeld: 5,00 uit 5)
Laden...
PrintSchrijf een reactie

Reacties (0)

Schrijf een reactie

(registratie is niet nodig)