De Griekse geneeskunde bereikt reeds in de oudheid een zodanige hoogte, dat ze tot ver in de 19e eeuw zonder wijzigingen van betekenis de wetenschappelijke basis van alle medische wetenschap is gebleven. De gedichten van Homerus geven al blijk van grote kennis op anatomisch en chirurgisch gebied. Tot de 5e eeuw v.C. wordt de geneeskunde hoofdzakelijk beoefend in de Asclepiustempels, door priester-artsen. De God van de geneeskunde was Aesculapius (de esculaap!) De grondlegger van de wetenschappelijke geneeskunde is Hippocrates van Cos, op wiens naam een vijftigtal geschriften uit de artsenscholen van Cos en Cnidus bewaard gebleven zijn.
Gerelateerde artikelen
Deze artsen verwierpen rituelen en filosofieën en zagen hun taak in de klinische bestudering van de individuele patiënt; met een scherp observatievermogen registreerden zij alle symptomen en leidden daaruit een prognose over het verloop van de ziekte af. Ze werkten meer vanuit vaste ziekteschema’s, waarin de symptomen werden ondergebracht. De pathologie van beide scholen behielp zich nog met algemene begrippen over de ontwikkeling van de ziekte: verstoring van het evenwicht der lichaamssappen bloed, slijm, gele en zwarte gal, rijping en crisis. Hun therapie ging ervan uit dat de natuur zelf de zieke geneest en dat de arts slechts tot taak heeft dat natuurlijke proces te bevorderen, vooral door dieet en slechts in noodgevallen door medicamenten en chirurgische ingrepen.
De anatomische kennis werd verworven door secties op dieren en door toevallige observaties. Van 300 v.C. tot in de 7e eeuw n.C. was Alexandrië het centrum der antieke geneeskunde. Herophilus en Erasistratus maakten belangrijke vorderingen op anatomisch en fysiologisch gebied; op grond daarvan werd een systematische pathologie opgesteld en een classificatie van de ziekten met het oog op de diagnose. Pogingen om de samenwerking der verschillende organen te doorgronden en de diepere oorzaken van ziekelijke afwijkingen op te sporen mondden uit in verschillende scholen. Een alomvattende synthese van de antieke geneeskunde werd tot stand gebracht door Galenus (2e eeuw n.C.); de volgende eeuwen teerden geheel op het verleden.
Griekenland nu: Heb je je ooit afgevraagd hoeveel uren een patholoog doorbrengt om door een microscoop te kijken? Pathologen hebben een zeer belangrijke taak, omdat ze helpen bij het diagnosticeren en behandelen van ziekten en daarom uren doorbrengen met het bestuderen van menselijk weefsel. Vaak lijken hun afbeeldingen misschien vreemd en ongebruikelijk, maar de beelden die voor hun ogen verschijnen, zijn vaak gewoon geweldig, vooral wanneer de cellen onbedoeld plaatjes vormen die net zo mooi zijn als elk schilderij dat in een galerij hangt. Deze plaatjes bewijzen dat de koele medische wetenschap op een originele en magische manier met kunst kan omgaan. Veel van deze beelden stellen opnieuw de vraag: imiteert de kunst het leven, of imiteert het leven de kunst?
Vijf van dergelijke beelden, vastgelegd door de microscoop van Maria Lambropoulou, universitair hoofddocent Histologie-Embryologie aan de Democritus Universiteit van Thrace Medical School, zijn afgebeeld op deze postzegels gewijd aan “Wetenschap en kunst door de microscoop”. Ze tonen dat de magie van kunst overal te vinden is. Zelfs in de microscopische beelden die dagelijks voor haar ogen verschijnen met ondenkbare vormen creëren. Ze transformeren klinische medische wetenschap in kunst. En hoewel het twee onvergelijkbare concepten zijn, kan het resultaat van hun interactie behoorlijk magnifiek zijn, vooral gezien door een microscoop.
Reacties (1)
Leuk artikeltje over de achtergrond van deze byzondere en mooie zegels, die in een medische verzameling niet mogen ontbreken.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)