De roep van de o’o. Natuur onder druk in Amsterdam - Postzegelblog

De roep van de o’o. Natuur onder druk in Amsterdam

0

Een ‘must-see’ expo in het Allard Pierson museum Amsterdam (tegenover de steigers van de rondvaartboten). Deze expo hoort bij mij tot de Top 5 expo’s van 2024 en is thematisch ingedeeld over het onderwerp ‘Natuur onder druk’. Uitgestorven dieren komen uitgebreid aan bod in de verschillende ruimtes. Ook de rol van bekende wetenschappers met hun werken zijn te zien, o.a. Charles Darwin, Alexander von Humboldt, Maria Sibylla Merian en Georges Cuvier. U heeft nog tot komende zondag 26 januari 2025 de tijd om deze expo te bezoeken.

Dodo, quagga, reuzenalk en Hawaiiaanse Kauai-o’O

Hoe de dodo klonk zullen we nooit weten. De dodo is een uitgestorven vogel die behoort tot de duifachtigen en de onderfamilie van de dodo’s. De dodo was een relatief grote, gedrongen vogel met kleine vleugels die niet meer geschikt waren om te vliegen. De dodo kon zich alleen lopend verplaatsen. Desondanks was de dodo geen loopvogel maar een lid van de familie duiven. De lichaamskleur was grijs tot bruingrijs, de buikzijde en de vleugels waren lichter van kleur. Het dier was ongeveer een meter hoog en viel op door de lange, naar onderen gekromde snavel. Met de snavel werd het voedsel verkleind, dat bestond uit zaden en vruchten. Daarnaast kon de dodo met zijn grote snavel venijnig van zich af bijten.

De dodo had geen natuurlijke vijanden in zijn leefgebied en heeft als gevolg hiervan geleidelijk zijn vermogen tot vliegen verloren. Het vijandbeeld veranderde toen mensen in de vorm van Nederlandse kolonisten arriveerden. Het waren niet de mensen zelf maar voornamelijk de dieren die ze meenamen die een desastreus effect hadden op de dodo. Met name ratten en varkens richtten een ware slachting aan onder de dodo’s, in het bijzonder hun eieren en jongen.

Er is veel onderzoek gedaan naar de dodo, maar omdat het dier nooit volgens een wetenschappelijke methode is beschreven, zijn er nog veel onduidelijkheden over het uiterlijk en het gedrag. Over de dodo was indertijd veel bekend, maar de meeste informatie is niet eenduidig beschreven of is verloren gegaan. Veel informatie over de dodo is fragmentarisch en sommige waarnemingen spreken andere tegen. Er zijn vele schetsen en tekeningen van de dodo bewaard gebleven maar deze zijn niet zelden gebaseerd op onjuiste modellen waardoor de dodo in de loop der tijd verschillende vormen lijkt te hebben aangenomen. Omdat de dodo een erg klein verspreidingsgebied had, zijn er veel minder overblijfselen gevonden in vergelijking met dieren die al miljoenen jaren geleden zijn uitgestorven zoals verschillende soorten dinosauriërs.

 

 

 

 

 

De dodo leefde in de bossen op het eiland Mauritius en is waarschijnlijk tussen 1680 en 1690 uitgestorven. De vogel staat symbool voor het verdwijnen van diersoorten als gevolg van de aantasting van de natuur door menselijk handelen. Het is hierdoor een van de bekendste vogels ter wereld, er zijn vele boeken geschreven over het dier.

Mauritius (1968): Independence met vlag, heraldiek en dodo.

Na een verblijf van ruim zestien jaar verloor dierentuin Artis in Amsterdam op 12 augustus 1883 een van zijn meest bijzondere dieren. De allerlaatste quagga, een merrie, lag dood in haar stal. De laatste in het wild levende quagga was al enige tijd daarvoor in Zuid-Afrika neergeschoten. Toch duurde het nog even voordat men in de gaten kreeg dat de merrie uit Artis het laatste exemplaar was. Inmiddels is duidelijk dat de quagga een ondersoort van de steppezebra is. Vandaag de dag zijn er wereldwijd 23 opgezette quagga’s in musea te vinden, naast enkele schedels en skeletten.

Als je de sleetse, kalende vacht van deze merrie bekijkt kun je zien dat het om een oud preparaat gaat. Het is onmiskenbaar een quagga gezien de kop en hals met zebrastrepen die bij de romp langzaam vervagen en overgaan in de roodbruin gekleurde vacht. Friedrich Kerz (1842-1915), een van de eerste professionele preparateurs, heeft deze merrie opgezet. Ze is vervolgens via het Groote Museum van Artis bij Naturalis beland. Normaliter wordt deze merrie niet tentoongesteld vanwege haar kwetsbaarheid, maar voor de 200 jaar Naturalis jubileumtentoonstelling is een uitzondering gemaakt. Naturalis bezit nog een tweede opgezette quagga, een hengst uit Kaap de Goede Hoop.

Nederland (1988): Zomerzegel Plaatfout 1399 PM4

De Zuid-Afrikaanse vlakte was ooit het leefgebied van quagga’s. De naam quagga is afgeleid van het blaffende geluid dat de zebra’s maakten. Door de opkomst van boerenbedrijven in de loop van de negentiende eeuw werd de leefomgeving van de quagga steeds kleiner. Bovendien werd het dier intensief bejaagd  voor zijn huid en het vlees. Vanwege de aparte aparte vacht was de quagga ook een bijzondere bezienswaardigheid in dierentuinen. Zo kon het gebeuren dat de laatst levende quagga niet op de savanne, maar in de Amsterdamse dierentuin stond.

Nederland (1988): Zomerzegels Mens en dierentuin, postzegelboekje pb 38.

De reuzenalk (Pinguinus impennis) is een in 1844 uitgestorven zeevogel uit de familie van de alken (Alcidae). De reuzenalk was zo’n 75 cm groot, woog tot 5 kg en hij had maar kleine vlerkjes, waarmee hij niet vliegen kon, maar des te beter duiken. Zijn poten zaten helemaal achteraan het lijf en ook dat kwam het duiken ten goede, maar hij kon er zich op het land maar moeizaam mee voortbewegen. Deze vogel had zijn voortbeweging zowel in de lucht als op het land dus grotendeels opgeofferd om onder water volledig in zijn element te zijn.

De Canadese broedplaatsen werden eerst geplunderd door matrozen die daarmee hun voedselvoorraad aanvulden. Later in de 18e eeuw vestigden zich mensen op de eilandjes om de vogels neer te knuppelen, ze te blancheren en dan van hun dons te ontdoen. De vette karkassen werden als brandstof gebruikt, onder andere voor lampolie. In 1785 was de afslachting door het donsverzamelen al zo ver dat kapitein George Cartwright voor het uitsterven van de soort waarschuwde. In de 19e eeuw was Geirfuglasker dan ook het laatste toevluchtsoord van de soort. Daar was de vogel al eeuwen veilig omdat de IJslanders een bijgeloof hadden dat het bezoeken van het eiland van de ‘Geir’-vogel groot ongeluk bracht. Het eiland verdween in 1830 door een vulkaanuitbarsting van de aardbodem. Zo’n 40 vogels wisten te overleven en ze vestigden zich op Eldey, een eilandje dat ze tot dan nooit gebruikt hadden omdat het te dicht bij IJsland zelf lag. Daar vielen ze ten prooi aan de wetenschap. Vooral in Groot-Brittannië was het in die tijd erg in zwang rariteiten op sterk water te zetten en zo ontstond er een handel in reuzenalkvellen. In 1844 werd het laatste paartje gedood en het laatste ei geraapt, dat nu te zien is in Stromness (Orkney). Men dacht in die tijd dat er verder naar het noorden nog wel meer zouden zijn, maar dat bleek niet het geval.

Moho braccatus is de wetenschappelijke naam van een vogel die in het Hawaïaans Kauai-o’O heet. Het is een uitgestorven zangvogel die endemisch was op het eiland Kauai (Hawaï). Eind vorige eeuw is de roep van het allerlaatste mannetje vastgelegd. In tentoonstelling De roep van de o’o. Natuur onder druk hoor je dit geluid.

De Kauai-o’O werd in 1899 nog vaak beschreven. Echter, tijdens expedities in 1928 en 1936 vond de ornitholoog George Campbell Munro geen bewijs voor de aanwezigheid van deze vogel. In 1940 hoorde de ornitholoog Walter Raymond Donaghho vogelzang dat van de Kauai-o’O afkomstig zou kunnen zijn. Pas in 1960 werd een kleine populatie van ongeveer 34 exemplaren ontdekt op het eiland Kauai in een dicht moerasbos (het Alakai moerasbos) op een hoogte van 1000 m in het gebied rond Mount Wai?ale?ale. In 1975 bezochten de ornithologen Harold Douglas Pratt en Robert Shallenberger opnieuw het Alakaimoerasbos en konden zij daar een mannetje fotograferen en filmen. Op een volgende expeditie in 1981 werd een paar ontdekt. Na de orkaan Iwa in 1982, verdween het vrouwtje. Het mannetje is voor het laatst waargenomen in 1985 en in 1987 voor het laatst gehoord. Expedities in 1989 en na de orkaan Iniki in 1993 hadden geen resultaat; er werden geen vogels meer gezien of gehoord. In 2000 werd de Kauai-o’O toegevoegd aan de rode lijst van uitgestorven soorten van de IUCN.

Kauai o’o (Moho braccatus). Coll: Naturalis Biodiversity Center, Leiden. Foto: R. Koch.

Als mogelijke oorzaken voor het uitsterven van de Kauai-o’O worden habitatvernietiging genoemd en de introductie van ratten en varkens. Verder vermoeden deskundigen dat ingevoerde soorten steekmuggen parasitaire ziekten verspreidden zoals vogelmalaria en vogelpokken.

 

Baanbrekende inzichten

Bezoekers maken kennis met natuuronderzoekers als Conrad Gessner (1516-1565) die alles wat er ooit over dieren was geschreven, probeerde te verzamelen?in zijn prachtig geïllustreerde Historiae animalium. Maria Sibylla Merian (1647-1717) was opgeleid als schilder en bestudeerde al op jonge leeftijd de metamorfose van rups naar vlinder. De tentoonstelling bevat aquarellen van haar hand. Natuurlijk ontbreken de wetenschappers Carolus Linnaeus (1707-1778), Georges Cuvier (1769-1832) en Charles Darwin niet (1809-1882). Allemaal kwamen ze tot baanbrekende inzichten die uiteindelijk leidden tot de conclusie dat er een grote verwevenheid bestaat binnen ecosystemen. Helaas voorkwam dat besef niet dat al zoveel dier- en plantsoorten zijn verdwenen.

Duitsland (1991): 500 DM Deutsche Mark met Maria Sibylla Merian.

Maria Sibylla Merian (1647 –  1717) was een van oorsprong Duitse insecten- en bloemenschilderes en natuuronderzoekster die planten en insecten bestudeerde en daar gedetailleerde tekeningen van vervaardigde. Haar observaties en documentatie van de metamorfose van rupsen tot vlinders zijn een belangrijke, zij het niet algemeen bekende bijdrage aan de entomologie. Zij was voor zover bekend de eerste die de insecten tekende samen met de plant waarop ze gedijden. De vlindersoort meriansborstel is naar haar vernoemd. Haar bekendste werk is het boek Metamorphosis insectorum Surinamensium met zestig gravures.

Duitsland (1991): 500 DM Deutsche Mark (achterkant).

Carolus Linnaeus werd geboren op 23 mei 1707 en overleed op 10 januari 1778. Hij is ook bekend (na zijn verheven worden in de adellijke stand in 1761) als Carl von Linné. Hij was een Zweedse botanicus, zoöloog, taxonoom en arts die het moderne systeem voor het benoemen van organismen uitwerkte. Hij staat bekend als de “vader van de moderne taxonomie “. Taxonomie is de wetenschap van het indelen van individuen of objecten in groepen. Veel van zijn geschriften waren in het Latijn; zijn naam wordt in het Latijn weergegeven als Carolus Linnæus en met zijn adellijke naam Carolus a Linné.

Zweden (1939): 200th anniversary of Science Academy of Sweden.

Georges Cuvier (1769 – 1832), was een Franse natuuronderzoeker die veel betekende als grondlegger van de vakken geologie, anatomie, zoölogie en paleontologie. In 1819 werd hij wegens zijn verdiensten in de adelstand verheven. Hij is een van de 72 Fransen wier namen in reliëf op de Eiffeltoren zijn aangebracht.

Binnen de paleontologische taxonomie is Cuvier vooral bekend geworden als de grondlegger van de vergelijkende methode in de anatomie, waarbij hij de reputatie verwierf dat hij door slechts een enkel bot van een dier te kennen daarvan de systematische plaatsing kon bepalen. Diezelfde reputatie zorgde ervoor dat Cuvier te hulp werd geroepen bij paleontologische twistpunten om er zijn gezaghebbende en beslissende woord over te spreken. Dat gebeurde in het geval van Mosasaurus, Pterodactylus, “Homo diluvii testis” en Iguanodon. De eerste twee werden door hem correct als reptielen gedetermineerd, de derde (met behulp van het holotype fossiel in Teylers Museum in Haarlem) correct als een amfibie, en de laatste aanzienlijk minder correct als een neushoorn, hoewel hij zijn oordeel toen ook op slechts één enkele tand kon baseren. Volgens een bekende anekdote zou een van zijn studenten zich achter een bokkenschedel hebben verborgen en Cuvier ’s nachts hebben gewekt met de woorden: “Ik ben de duivel en ik ga je verslinden!” Waarop Cuvier laconiek zou hebben geantwoord: “Dat waag ik te betwijfelen, want aan je hoorns zie ik al dat je tot de planteneters behoort”.

 

Meer info:

De tentoonstelling draait om de vraag hoe de West-Europese mens zich tot de natuur verhoudt, hoe dat is te verklaren als we naar de geschiedenis kijken, én hoe we met nieuwe inzichten de toekomst in kunnen gaan. De roep van de o’o is gebaseerd op de natuurhistorische collecties van het Allard Pierson. Beroemde tekeningen, boeken en prenten uit de rijke Allard Pierson Artis Bibliotheek zijn aangevuld met stukken uit andere musea en archieven.

De roep van de o’o. Natuur onder druk in Allard Pierson museum tot en met 26 januari 2025:

https://allardpierson.nl/bezoek/tentoonstellingen/de-roep-van-de-oo-natuur-onder-druk/

 

Poster expo ingang Allard Pierson museum. Foto: R. Koch.

Eerdere musea blogs: https://www.postzegelblog.nl/tag/made-in-holland/

Gratis online postzegelcatalogus

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
Thematisch Zweden



Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

Kijk dan bij PostBeeld

Beoordeel met 1 sterBeoordeel met 2 sterrenBeoordeel met 3 sterrenBeoordeel met 4 sterrenBeoordeel met 5 sterren (5 stemmen, gemiddeld: 5,00 uit 5)
Laden...
PrintSchrijf een reactie

Reacties (0)

Schrijf een reactie

(registratie is niet nodig)