Een van de meest besproken, geroemde en verguisde bouwprojecten in de binnenstad van Brussel was de realisatie van de Noord-Zuidverbinding van de Belgische Spoorwegen. Dit gigantische project heeft vele hoofdbrekens gekost en heeft diep ingegrepen voor de bewoners die uit hun huizen moesten voor de bouw van de tunnel van bijna twee kilometer lang.
Gerelateerde artikelen
Eind 19de eeuw had Brussel twee grote kopstations, Brussel-Noord en Brussel-Zuid. Afgebeeld op bovenstaande pakketzegel het oude station Brussel-Noord. In 1901 kwam men tot de conclusie dat voor een betere ontsluiting van de stad het gewenst was om een spoorverbinding aan te leggen tussen de twee kopstations waardoor doorgaande treinen konden worden gerealiseerd. In 1911 begon men met de werkzaamheden maar die werden door de Eerste Wereldoorlog onderbroken. Na de oorlog werd het project stilgelegd en pas na de Tweede Wereldoorlog, in 1947, werd met het bouwproject verdergegaan.
Op bovenstaande pakketzegel is het oude kopstation Brussel-Zuid afgebeeld. In verband met de aanleg van de spoorverbinding tussen de twee stations werden beide gebouwen afgebroken, Het station Brussel-Zuid in 1949 en Brussel-Noord in 1954. De spoorverbinding werd direct al geëlektrificeerd in de twee tunnels die werden aangelegd. In de tunnels lagen zes sporen naast elkaar. De maximum snelheid waarmee treinen door de tunnels mochten rijden was 50 km per uur. De totale lengte van de tunnels was bijna 2 kilometer met aan de uiteinden viaducten van nog eens 1½ kilometer lengte.
Aan het nieuwe traject werden drie nieuwe stations gebouwd. Bovenstaand het bovengrondse station onder een van de viaducten: Brussel-Kapellekerk. Deze spoorweghalte ligt in de Brusselse wijk Marollen, net voor de ingang van de tunnel naar Brussel-Centraal. Het station is genoemd naar de kerk die er pal naast staat en op de afbeelding van de zegel is te zien.
Station Brussel-Centraal ligt ongeveer in het midden van de nieuwe spoorverbinding tussen Noord en Zuid en de perrons liggen ondergronds. Na station Brussel-Zuid is het het drukste spoorwegstation van het land geworden. Alle doorgaande treinen stoppen hier, maar niet de hogesnelheidstreinen. Men kan hier wel direct overstappen op de metrolijnen. Het stationsgebouw heeft nogal wat symboliek. De hoofdingang is te vinden onder de luifel op de hoek van de Keizerinlaan en de Putterij. In de holle hoekgevel bevinden zich negen verticale vensters die indertijd de negen Belgische provincies voorstelden. In het gebouw bevindt zich de ‘Koninklijke Salon’ die na de opening van de Noord-Zuidverbinding nooit meer als ‘wachtkamer’ is gebruikt.
Een kleine kilometer na Brussel-Centraal bevindt zich het station Brussel-Congres. Het gebouw op zich dient hoofdzakelijk als ventilatietoren. Aan de zijde van de Pachecolaan bevindt zich een kunstwerk dat, net als bij Brussel-Centraal, boven de luifel van de ingang bevindt en eveneens motieven bevat die betrekking hebben op de toenmalige negen provincies. Het station kent thans een zeer beperkte dienstregeling waardoor maar weinig treinen stoppen.
In 1952 werd een nieuw station geopend. Het oude station Brussel-Noord werd in 1955 gesloopt. Het nieuwe station heeft bovengrondse perrons. Het telt dagelijks zo’n 80.000 reizigers. Hier ligt het zakendistrict ‘de Noordruimte’ of ‘Noordwijk’ en lijkt wat op dergelijke centra in Parijs (La Défence) en de Zuidas in Amsterdam met veel hoogbouw en torens.
Station Brussel-Zuid is het drukste spoorwegstation in België. In feite ligt het station op het grondgebied van de Gemeente Sint-Gilles en telt 22 perrons. Het station is verbonden met het metronet met het Zuidstation dat zich onder de noordzijde van het spoorwegstation bevindt. In dit station stoppen de internationale treinen, de Thalys en de ICE International.
De officiële opening van de Noord-Zuidverbinding vond plaats op 4 oktober 1952 en de handeling werd verricht door Koning Boudewijn in aanwezigheid van P.W. Segers, Minister van Verkeerswezen. De aanleg van de verbinding heeft heel wat gevolgen gehad voor de plaatselijke bevolking. Jarenlang was het centrum van Brussel een heuse bouwput waarbij oude woonwijken waren gesloopt en wijken van elkaar werden gescheiden, onder meer door het Rijksadministratief Centrum en de Nationale Bank. Vele inwoners van het oude stadsdeel vertrokken naar elders. Om de opening van de Noord-Zuidverbinding te vieren werd een postzegel uitgegeven in de waarde van 200F. Een in de kleur groen en de andere in de kleur groen voor het treinstel en bruin voor de achtergrond met torens van kantoorgebouwen. Waarom de zegel in één- en tweekleurendruk werd uitgevoerd is mij niet bekend. Weet u het?
Bewaren
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)