Exclusief en tijdelijk in H’ART Museum, één van de grootmeesters van de moderne kunst: Wassily Kandinsky (1866-1944). Je kent hem van zijn abstracte schilderijen vol organische en hybride vormen, maar wist je dat deze pionier begon als figuratief schilder? Ga mee op zijn reis door de (kunst)geschiedenis, en ervaar Kandinsky als nooit tevoren. Een persoonlijk verhaal, verteld in meer dan 60 meesterwerken, dat door verschillende landen, historische gebeurtenissen en kunststromingen voert. Deze expo is de eerste in samenwerking met het Parijse kunstmuseum Centre Pompidou. Nog te zien tot en met 10 november 2024. Een must-see expo van 2024!
Gerelateerde artikelen
Wassily Kandinsky (1866-1944)
Wassily Kandinsky (1866 –1944) was een Russisch-Franse kunstschilder en graficus. Zijn schilderstijl behoorde aanvankelijk tot het expressionisme, soms ook wel gerekend tot het symbolisme. Kandinsky was een van de schilders die vorm en filosofische ondergrond gaven aan de abstracte kunst in het eerste kwart van de twintigste eeuw.
Achtergrond
Kandinsky was aanvankelijk als jurist verbonden aan de Universiteit van Moskou. In 1896 vertrok hij naar München in Duitsland. Daar studeerde hij eerst twee jaar aan de Anton-Azbé-school en daarna aan de Akademie der Bildenden Künste. Kandinsky was een van de grondleggers van de kunstenaarsgroep de Phalanx en richtte na een jaar de Phalanx-Malschule op. Een van de leerlingen, Gabriele Münter, werd zijn levensgezellin.
Blaue Reiter
In 1909 stichtte hij met zijn vriend Alexej von Jawlensky de Neue Künstlervereinigung München. Na een jaar verliet hij de groep echter en richtte in 1911 met Franz Marc de kunstenaarsvereniging Der Blaue Reiter op, genoemd naar een eerder ruiter-schilderij van Kandinsky en naar de voorliefde voor paarden van Franz Marc; van de kleur blauw hielden ze allebei. Der Blaue Reiter werd ook de naam van de door deze groep uitgegeven almanak. In 1912 verscheen in twee opeenvolgende edities zijn belangrijke essay Über das Geistige in der Kunst.
Abstracte kunst
In Murnau, waar Gabriele Münter woonde, zou hij in 1910 het abstracte schilderen ontdekt hebben, naar aanleiding van een van zijn omgekeerde figuratieve werken. “…Ik bevond me onverwacht voor een schilderij van een onbeschrijfelijk overweldigende schoonheid. Verbaasd bleef ik staan, gefascineerd door dit werk … Het schilderij had geen onderwerp, het stelde geen enkel herkenbaar object voor, het was uitsluitend samengesteld uit lichtende kleurvlekken …” verklaarde hij. In Murnau was de invloed van de Fauvisten op zijn werk duidelijk. In 1905 hadden zij voor het eerst als groep tentoongesteld op het Salon d’Automne in Parijs, waaraan ook Kandinsky deelgenomen had. Een voorbeeld van deze invloed is het schilderij Murnau Kohlgruberstrasse uit 1908.
De meningen omtrent het ontstaan van de abstracte kunst lopen wel enigszins uit elkaar. Waren het de Disques simultanés van de Franse Robert Delaunay, of de muzikale doeken van de Tsjech Kupka, of de geometrische oefeningen van Kasimir Malewitsj of het abstracte proces waaraan Mondriaan zich waagde, die de revolutionaire stap naar de abstractie zetten? Of was het dan toch Michail Larionov met zijn Rayonisme van 1907? En verliezen we ten slotte niet uit het oog dat Cézanne zijn Mont Sainte Victoire al vanaf 1885 en Monet zijn Nymphéas vanaf 1890 louter tot kleur aan het abstraheren waren. Zeker is dat de toen 20-jarige student Kandinsky al in 1886 de kleurenoverheersing in de oude Russische iconen had opgemerkt en dat hij, 9 jaar later, op een expositie in Moskou, in bewondering stond voor het schilderij de Korenschelf van Claude Monet, waarbij hij zich afvroeg “…Waarom zou de emancipatie van de kleur niet kunnen samengaan met de bevrijding van de vorm?…”. Een Improvisatie-aquarel van hem, in 1910, luidde wel degelijk de abstracte kunst in.
Kandinsky liet zich inspireren door muziek en met name de atonale muziek van Arnold Schönberg. In Über das Geistige in der Kunst stelde Kandinsky dat kleur en klank psychologische effecten hebben op de menselijke ziel. Hij stelde een klankkleurtheorie op, die een grote invloed heeft gehad op de ontwikkeling van de twintigste-eeuwse kunst. Volgens Kandinsky spreekt iedere kleur een eigen taal met een eigen expressie en zit in elke kleur een vorm en ziel. Verschillende kleuren samen zullen een innerlijke beleving bij de beschouwer bewerkstelligen. Ook de verschillende klanken in muziek, die samen een harmonieus geheel vormen, zullen een innerlijke beleving bij de luisteraar opwekken. Deze krachtige uitwerking die kleur en klank hebben op de menselijke psyche, noemt hij ‘innerlijke klank’ of ‘seelische Vibration’.
Bauhaus
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog keerde Kandinsky terug naar Moskou. Hij werd er leraar en trouwde er in 1917 met Nina de Andrejevski. Zijn bruid was 16, hij was 50. Zijn vriendin Gabriele Münter was in Murnau gebleven. Ze zou er sterven in 1962. Ze had nog één schilderij van Kandinsky overgehouden, een portret van haar, in een mauve jurkje, toen ze 27 jaar was. Het was hun geliefkoosde kleur geweest.
Na de oorlog keerde hij terug naar Duitsland en in 1922 werd hij professor aan het Bauhaus van Weimar, waaraan Paul Klee al verbonden was. Hier begon de meest productieve periode uit Kandinsky’s leven. Hij noemde het zelf “de tijd, gekarakteriseerd door een lyrisch geometrisme”. Toen het Bauhaus in 1925 verhuisde naar Dessau, oefende hij er dezelfde functie uit. Nog in 1922 realiseerde hij voor de Jurifreie Kunstausstellung van Berlijn een monumentaal decor over de 4 muren van het Salon. Dit kunstwerk werd gereconstrueerd in het Nationaal Museum voor Moderne Kunst (M.N.A.M.) van Parijs, in 1977.
In 1924 stichtte hij met Lyonel Feininger, Paul Klee en Alexej von Jawlensky weer een andere kunstenaarsgroep, Die Blauen Vier. Naast talloze van zijn theoretische beschouwingen, die in de Bauhaus-Bücher verschijnen, maakte hij ook werk van zijn Punkt und Linie zu Fläche, gepubliceerd in 1926. Op de Internationale Tentoonstelling voor Architectuur te Berlijn, in 1931, creëerde hij de grote muurpanelen in keramiek voor de Muziekzaal in het Mies van der Rohe-huis.
Laatste jaren
In 1928 verkreeg Kandinsky de Duitse nationaliteit, maar in 1933 moest hij Duitsland verlaten, net als Paul Klee. Het Bauhaus, dat het jaar ervoor overgeplaatst was naar Berlijn, werd datzelfde jaar door de Gestapo gesloten. Hij kwam naar Parijs, waar hij de Franse nationaliteit aannam en met Nina in Neuilly-sur-Seine ging wonen. Hij schilderde er in 1944 zijn laatste stuk Getemperd élan en stierf er op 13 december 1944. Hij stierf aan de gevolgen van atherosclerose, een vaatziekte. Zijn weduwe Nina leefde nog bijna 40 jaar. Ze werd vermoord gevonden tijdens een vakantie in haar chalet te Gstaad, in Zwitserland, in september 1980.
Meer info:
Wassily Kandinsky in H’ART Museum, tot en met 10 november 2024:
https://www.hartmuseum.nl/tentoonstellingen/kandinsky/
Reacties (1)
Zeer de moeite waard. Aanvankelijk had ik mijn bedenkingen maar die werden snel weggenomen.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)