De grenzen van de meeste Schengen landen gaan weer open per 15 juni 2020. We mogen weer met vakantie na een lange tijd van ‘stilstand’. Maken we een reis in andere Europese landen met coronarisico’s of blijven we dichter bij huis? Wordt het toch een ‘staycation’? Er is zoveel te zien in eigen land, onbekende parels in steden en regio’s, die verrassend kunnen meten met buitenlandse metropolen en regio’s. Samen ‘Wijs op reis’, nee niet met premier Mark Rutte maar met onze eigen familie. In deze 23e blog geef ik een aantal opties voor uw vakantie in eigen land (staycation, kamperen, ANWB, Tilburg, Waddeneilanden, Madurodam) binnen de 1,5 meter samenleving.
Gerelateerde artikelen
Staycation (verblijf in eigen land)
Het woord ‘staycation’ is een Amerikaans neologisme, een combinatie van de woorden ‘stay’ (verblijf) en ‘vacation’ (vakantie). De term wordt gebruikt voor een vakantie waarbij je thuisblijft in plaats van dat je op reis gaat. Er zijn een aantal gradaties van ‘staycation’ want er zijn redenen om niet met vakantie te gaan. Voorbeelden zijn o.a.: geen behoefte en/of onvoldoende financiën, door ziekte of omdat je verplichtingen hebt als mantelzorger. Maar je kan ook kiezen voor een vakantie in eigen land met beperkte middelen of als luxe vakantie.
Maar ’thuis blijven’ in eigen land is geen straf. Je bent er even tussen uit, dus in een andere omgeving tussen andere mensen met andere culturen. En het belangrijkste is dat u nieuwe zaken leert, interessante geschiedenis beleefd, die u veelal niet kent. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog moesten veel Nederlanders hun toekomst opnieuw opbouwen. Prioriteit lag bij huisvesting zoeken, werk vinden en een gezin stichten. Vakantie werd beschouwd als een luxe ‘product’ en was alleen voorbehouden aan de elite. De zomerzegels van 1949 geeft duidelijk aan wat een vakantie betekent in eigen land: terras aan zeestrand, trekkers in korenveld, kampeerders, meisje bij de oogst en zeilbootjes.
Kamperen / ANWB
In 1854 schreef de Amerikaanse schrijver en filosoof Henry David Thoreau zijn beroemde boek ‘Walden or, Life in the Woods’ of kortweg ‘Walden’, over zijn experiment een eenvoudig leven in het bos te leven, afgezonderd van de beschaafde, drukke samenleving. Weg van de industrialisatie, weg uit de stad en terug naar de natuur. Thoreau publiceerde dit boek in 1854, na er negen jaar aan te hebben gewerkt.
Walden beschrijft een poging die Thoreau deed om een tijdlang eenvoudig te leven in een zelfgebouwd huisje in een bos vlak bij een meer. Het boek is vernoemd naar de naam van dit meer: Walden Pond. In werkelijkheid duurde deze periode in Thoreaus leven twee jaar en twee maanden, maar in het boek zijn de gebeurtenissen verteld alsof ze in één jaar hebben plaatsgevonden. Als we nu aan dat boek denken of erover schrijven is het verrassend actueel: nog steeds of opnieuw zoeken veel mensen naar rust, en naar natuur.
Het is om precies dezelfde reden dat kamperen opkwam in de late 19e eeuw: mensen uit de stad wilden weg van de drukte en de natuur verkennen. Het lijkt een stap terug in de beschaving: je woont in een stevig, stenen huis en dan ga je voor de lol, in je vrije tijd, primitief doen. Op de grond slapen, onder een winderig tentzeil. Juist dat was de aantrekkingskracht, voor Thoreau destijds en voor de kampeerders. ‘Juist mensen met de beste huisvesting wilden in de vakantie graag kamperen’, legt Hans Buiter, verenigingshistoricus van de ANWB, uit. ‘Het leven in de stad werd toen al als zenuwachtig modern beschouwd, in teksten lees je dat mensen spraken over ‘vermoeiende communicatiemiddelen’ en ‘veel herrie van machines’. Blijkbaar was de behoefte in 1940 niet heel anders dan nu. Nog steeds is dat één van de grootste drijfveren voor het kamperen: buitenlucht. En nog steeds zijn stedelingen de grootste kampeerfans, zij vinden het sensationeel om de hele tijd buiten te zijn.’
Kamperen is als recreatieve activiteit eind negentiende eeuw ontstaan in Engeland. Welgestelde lieden die fietstochten maakten overnachten soms in bij hotels opgeslagen tenten. In 1906 werd in Groot-Brittannië die eerste camping club opgericht. Op initiatief van Carl Denig gebeurde dat in 1912 in Nederland met de oprichting van de Nederlandse Toeristen Kampeer Club (NTKC). Het eerste officiële kampeerterrein werd in 1924 geopend in Vierhouten. Tot dan toe was kamperen vooral een elitaire ‘sport’. Daar kwam in de jaren dertig van de twintigste eeuw verandering in toen de activiteit ook populariteit verwierf onder de ‘gewone man’. De grote doorbraak kwam echter na de Tweede Wereldoorlog, dankzij meer vrije tijd, gestegen welvaart en een grotere mobiliteit.
Kamperen werd steeds populairder, ook voor de minder welgestelde burgers. De vrije zaterdagmiddag werd gemeengoed en het aantal vrije dagen nam langzaam maar zeker toe. Bovendien werd het makkelijker ook in Nederland tentdoek te verkrijgen om zelf een tent te naaien. Maar wie dacht zomaar onvoorbereid een tentje op te kunnen zetten vergiste zich. In een tent slapen mocht dan wel avontuurlijk zijn, maar het was ook een serieuze zaak die een gedegen kennis van zaken vereiste. Er verschenen dikke boeken over de techniek van de ‘kampeersport’ en over de bijbehorende etiquette. In 1936 kwam er een systeem van kampeerkaarten, een verplichte registratie voor ieder die wilde kamperen. In 1939 kwam de uitgifte van kampeerkaarten onder de hoede van de ANWB, die zich tot dan toe nauwelijks had bemoeid met het fenomeen kamperen.
De ANWB liet zich niet door de oorlog uit het veld slaan. In december 1940 kwam het eerste proefnummer van de Kampeer Kampioen uit met als vrolijke kop: ‘Klaar voor ’t Kamp!’. Het blad bleef tot de zomer van 1944 regelmatig verschijnen. Een tegenslag voor de kampeerders was alleen, dat de Duitsers al in 1941 verboden zich ’s nachts in de openlucht te bevinden. Met de tent op pad gaan werd daardoor lastig, maar het kamperen bij de boer (in schuur of hooiberg) bloeide als nooit tevoren. Tot ergernis van fanatieke vooroorlogse kampeerders kwamen hier ook mensen op af die zich niet bekommerden om kampeeretiquetten, maar die in kamperen een goede manier zagen om aan eten te komen of de stad te ontvluchten. Daar moest wat aan worden gedaan.
Daarom organiseerde de ANWB in augustus 1942, de eerste ‘kampeercursus’ aan het Pluismeer bij landgoed Drakesteyn. Doel: het verbe-teren van het kampeergedrag. Ondanks het feit dat de deelnemers wel tentjes leerden opzetten, maar er niet in mochten slapen, werd het kamp uitgeroepen tot een groot succes. In 1944 volgde de oprichting van het ‘ANWB-mentorkorps’: een groep enthousiaste kampeer-veteranen die tot taak kregen ‘het kampeeren op een hooger plan te brengen, meer stijl te brengen in dezen vorm van toerisme en den kampeerder ervan te doordringen, dat kampeeren meer is dan roovertje spelen en ‘Ouwe Taaie’ te zingen’. Het was alleen nog een kwestie van de oorlog uitzitten voor het echte werk kon beginnen.
De wederopbouw was maar net aan de gang, er was gebrek aan bijna alles, maar bij dumpzaken stonden wel allemaal goedkope legertentjes. Oorlogsoverschot. Wat was er nu mooier dan de vrijheid vieren onder een linnen dakje in de natuur? Nu ja, vrijheid, er waren natuurlijk wel regels waar ieder goed kampeerder zich aan diende te houden: geen lawaai, altijd decente kleding, geen ongehuwde stellen samen in één tent, rommel netjes opruimen. Zonder kampkaart kwam je nergens, maar er kwam nog iets bij: het kampeerpaspoort. Wie met goed gevolg een kampeerexamen wist af te leggen mocht met het kampeerpaspoort op plekken staan waar de ‘gewone’ kampkaarthouder niet was toegelaten. Zo’n paspoort kon je verdienen door drie weekends achter elkaar onder leiding van ANWB-mentoren te kamperen, of door een ANWB oefenkamp succesvol af te ronden.
In de loop van de jaren vijftig werd kamperen razend populair. Tenten werden steeds comfortabeler en relatief goedkoper, zeker toen begin jaren vijftig de grote warenhuizen begonnen met een eigen kampeerafdeling. Gespecialiseerde kampeerzaken zoals Carl Denig keken misprijzend naar winkels als V&D met hun goedkope tentjes. Of nog erger, bungalowtenten. Een echte kampeerder verlaagde zich niet tot een dergelijke onnodige luxe, dat sprak vanzelf. Caravans waren er nog nauwelijks, maar dat was natuurlijk helemaal vloeken in de kerk.
De postzegel toont de belangrijkste taken van de ANWB: recreatie, toerisme, bewegwijzering en hulpverlening. Frankeerwaarde: 70 cent.
Tegen het einde van de jaren zestig begon het animo voor de oefenkampen af te nemen. De nuttige adviezen van de mentoren, die eerst zo onmisbaar leken, werden steeds meer als overbodig en hinderlijk betuttelend gezien. Ook het kamperen kon blijkbaar niet ontsnappen aan de anti-autoritaire tijdgeest. Het aantal kampeerders bleef weliswaar alleen maar groeien, maar de eigenwijze meerderheid had geen behoefte meer aan een opvoedende cursus. Ze zochten het zelf wel uit. Jammer dan, als de scheerlijnen verkeerd stonden. In 1974 werden de kampeerkaart en het kampeerpaspoort afgeschaft.
Zo was het kamperen in de jaren vijftig al de meest populaire vorm van vakantie, en dat is het nog steeds. De uitrusting veranderde in die jaren wel: tenten werden lichter, en allerlei Nederlandse producenten gingen nieuwe typen tenten maken. Campers en caravans kwamen erbij. En uitvindingen zoals het butagas en luchtbedden maakten het kamperen comfortabeler. De reden dat het kamperen zo populair werd en is gebleven in ons land is tweeledig: het was de goedkoopste manier van vakantie vieren en dat sloot goed aan bij Nederlandse zuinigheid, hiernaast bleef het verlangen naar de natuur een grote rol spelen.
De laatste tijd spreken we niet meer over kamperen maar over glamping. Glamping is een samenvoeging van de woorden Camping en Glamour en beschrijft een bepaalde stijl van kamperen, waarbij een grote mate van luxe aanwezig is bij de accommodaties en voorzieningen waarbij er een groot verschil ontstaat met het traditionele kamperen. Glamping is als term vooral in de 21e eeuw bekend geworden onder toeristen en vakantiegangers die de luxe van een hotel willen combineren met de vrijheid en het avonturisme op een camping. De oorsprong van de term komt voort uit de safari’s die in de 19e eeuw in Afrika werden gedaan. Veelal rijke reizigers konden het zich permitteren dat zij een luxe accommodatie en gevolg meenamen tijdens hun ontdekkingsreizen.
Glamping is een steeds meer een bekend woord geworden als het gaat om kampeervakanties. Verschillende bedrijven en websites proberen dan ook op deze trend in te spelen. Voorbeelden van accommodaties die vallen onder het glamping genre zijn: yurt’s, tipi’s, safaritenten, lodgetenten, boomhutten en drijvende hutten (cabins on water). Doordat de accommodaties beter en luxer zijn uitgerust, is een glamping vakantie vaak gemiddeld duurder dan de traditionele kampeervakantie.
Gebruikte bronnen: ANWB, Andere Tijden, Belastingzegels.
Tilburg
Elke stad en elke regio in Nederland concurreert met elkaar om de Nederlandse toerist binnen haar gemeente of regiogrenzen binnen te halen. Want als de toerist langskomt voor bijvoorbeeld een bezoek aan een attractie, een museum of een (bos/stads)wandeling, dan zal die toerist ook eten en drinken (lunch, snelle hap, diner). Dat is goed voor de lokale economie in deze moeilijke 1,5 meter samenleving. Tilburg als vakantiestad? Jazeker. Het begint met de lancering van de Tilburgse persoonlijke postzegel. Ondertussen worden overal in de stad plannen gemaakt om het de thuisblijvers en vakantiegangers uit eigen land zo aangenaam verblijf mogelijk te maken.
Bij boekhandel Gianotten Mutsaers en literair festival Tilt ligt het plan om strandstoeltjes in de stad op te zetten waar mensen met een koptelefoon op kunnen luisteren naar sterke verhalen. De hotels werken om arrangementen samen te stellen. Horeca zaken zijn gestart met een grootscheepse verbouwing van hun ’tent’. Bijvoorbeeld tot een zomers vakantieoord met jeu-de-boulesbaan, mini-bieb, strandstoelen en een zandterras. Ook wordt gedacht aan bijzondere eropuit combinaties: bezoek museum De Pont of Textielmuseum en daarna relaxen in Stadsbrouwerij 013. Tilburg wordt omgetoverd als ‘Tilburg-Bad’. Er is met een knipoog gekeken naar andere steden met de toevoeging ‘Bad’ zoals Bad Nieuweschans, Cadzand-Bad.
De nieuwe ansichtkaarten met ‘Groeten uit Tilburg-Bad’ kunnen met de persoonlijke zegel worden gefrankeerd en verstuurd worden naar het thuisfront. De Tilburger Nicole van Beers heeft de postzegel ontworpen. Ze nam zelf het initiatief, uit liefde voor de stad, om ‘Tilburg als vakantiestad’ op de kaart te zetten. Inmiddels werkt ze samen met Citymarketing Tilburg.
De Tilburgse Kermis is een lint van zo’n drie kilometer, dwars door het centrum van de stad. Jaarlijks trekt de kermis zo’n één miljoen bezoekers en dat maakt het meteen het grootste evenement van de stad. De kermis bekend om de verschillende themadagen: Blauwe Zondag, Gehandicaptenmiddag, Kindermiddag, Caribbean Night en als bekendste, Roze Maandag. Ook de Kermismis op de eerste zondag en de begrafenis op de laatste zondag zijn inmiddels een heuse traditie geworden.
Met een gemiddeld aantal van 230 attracties is de Tilburgse Kermis de grootste kermis van Nederland. De Tilburgse binnenstad verandert van 17 tot en met 26 juli 2020 in één groot kermisterrein. Helaas gaat de editie van 2020 niet door omdat het kabinet heeft besloten om alle evenementen tot 1 september 2020 te verbieden.
Meer info:
https://www.tickettotilburg.com/nl
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tilburg
Waddeneilanden
Vijf eilanden, dat betekent vijf keer genieten! De combinatie van de open horizon, de grenzeloze lucht die zich boven de Waddenzee uitstrekt en de natuurlijke overgang tussen wadplaten en de zee maakt een bezoek aan de Wadden tot een bijzondere ervaring. Op de Wadden ben je mijlenver verwijderd van overvolle agenda’s, drukte en afspraken. Laat alles achter je en beleef het eilandgevoel. Geniet van de schoonheid en het eeuwenoude ritme van eb en vloed. Wat rest is iets wat elke vakantie hoort te kenmerken, maar op de Waddeneilanden vanzelf gaat: totale ontspanning en het gevoel alsof je in het buitenland bent…
De meeste objecten op de vijf Waddeneiland-postzegels bezitten een nautisch karakter: Texel met een ijzeren zeekaap, Vlieland met een reddingshuisje op het strand, Terschelling met een boeien op een gemeentewerf, Ameland met een klokkentoren als baken voor de scheepvaart en Schiermonnikoog met de onderkaak van een blauwe vinvis.
Meer info
Madurodam
Heeft u geen tijd om een ‘rondje’ Nederland te bezoeken, dan is deze attractie een goed alternatief. Madurodam is een miniatuurstad in Den Haag op een schaal van 1 op 25. Dit attractiepark trekt jaarlijks circa 600.000 bezoekers. Het park beslaat een totaaloppervlak van 62.630 m². De gebouwde stad zelf meet 17.630 m². Het is genoemd naar George Maduro, een Curaçaose student die zich tijdens de meidagen van 1940 als cavalerieofficier onderscheidde in de slag om de residentie, en in februari 1945 in concentratiekamp Dachau overleed; zijn ouders schonken het beginkapitaal voor het project, dat door de familie Maduro wordt beschouwd als monument voor hun enige zoon.
Madurodam geeft een beeld van een Nederlandse stad en de Nederlandse samenleving door middel van ruim 700 maquettes van gebouwen uit alle delen van Nederland. Een ziekenhuis en een begraafplaats ontbreken. Sommige maquettes bewegen na inworp van een muntstuk in een muntautomaat. Ook zijn er interactieve onderdelen waar de bezoeker zelf aan kan bijdragen zoals het sluiten van de Oosterschelde-kering of het laden van containers in de Rotterdamse haven. Sommige onderdelen bevatten auditieve informatieve toelichting over de getoonde zaken.
Op 18 mei 2020 ging op meerdere fronten de boeken in als een historische dag op Madurodam. Op deze dag waarop de Haagse attractie haar deuren weer opende voor het publiek, kreeg ook het levensgrote vliegtuig van de nieuwe attractie The Flying Dutchman haar naam. Precies 100 jaar na de eerste vlucht van KLM werd de DC-3 ‘Albert Plesman’ gedoopt, als eerbetoon naar de markante eerste President-Directeur van de 100-jarige luchtvaartmaatschappij.
‘The Flying Dutchman’: een levensgroot DC-3 vliegtuig, in de iconische zilver en blauwe KLM-stijl van de jaren ’40-’50. Het vliegtuig is 18 meter lang en heeft een vleugelspanwijdte van 30 meter. De Flying Dutchman is de hoofdrolspeler in de nieuwe attractie van Madurodam.
Zie de video: https://www.ad.nl/video/dakota-landt-in-madurodam~p144154
Meer info
Meer info
Rijksoverheid: https://www.rijksoverheid.nl/
RIVM: https://www.rivm.nl/
Worldometers Corona: https://www.worldometers.info/coronavirus/
Corona woordenboek: https://www.taalbank.nl/2020/03/14/coronawoordenboek/
FAQ NRC Corona:
https://www.nrc.nl/nieuws/2020/02/02/wat-we-tot-nu-toe-weten-over-het-coronavirus-a3989006
Meer Corona blogs vindt u op: https://www.postzegelblog.nl/tag/coronavirus/
Reacties (1)
Fila Corona raakt maar niet uitgeput met steeds een andere invalshoek. Goed verhaal!
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)