Op de achterzijde was een zegeltje geplakt dat de aandacht trok. Een protestzegel! Wat was hier aan de hand?

Het zegeltje gaf aan in een slogan aan, dat de helft van het briefport betaald door middel van postzegels in feite belasting was! De uitleg vond ik op internet toen ik de zoekterm National One Cent Letter Postage Association  in tikte.
De ´National One Cent Letter Postage Association´ was een organisatie opgericht om de verlaging van het eersteklas brieftarief in de V.S. van 2¢ naar 1¢ aan de kaak te stellen. De Vereniging werd in 1912 opgericht door Charles W. Burrows, die na zijn pensionering zich had terugtrokken uit de boekhandel om zijn tijd aan de campagne te wijden. Burrows geloofde namelijk dat het 2¢ brieftarief niet eerlijk was en dat de eersteklas gebruikers van het tweedeklas tarief door deze maatregel werden gesubsidieerd. Het eersteklas brieftarief was 2¢ vanaf 1885 en het tweedeklas tarief was 1¢ per pond. Grote uitgeverijen van periodieken e.d. profiteerden van de verlaging, maar kleine bedrijven zoals boekhandels moesten het volle tarief betalen. De organisatie had een kantoor in Cleveland, Ohio. Daar werden folders en pamfletten verspreid die opriepen tot steun van het doel Burrows. Naast de folders en een speciaal stempel, had Burrows etiketten laten maken in het formaat van een postzegel en, net als bij een postzegel, deze gegomd en van een tanding laten voorzien. Het waren velletjes van 5 bij 10 zegels. De tekst op deze etiketten was (vrij vertaald):  EEN CENT / BRIEF / PORT  in het midden, met aan de bovenzijde de HELFT van UW BRIEFPORT IS een BELASTING. Op de onderste helft van het etiket:  ADRES NATIONALE  EEN / CENT BRIEFPORT / VERENIGING / CLEVELAND, O.                De etiketten waren gedrukt in rood kleur op wit papier en werden gratis gegeven voor gebruik door eigenaren van boekhandels en handels in de kantoorbehoeften. Men moest echter wel lid zijn van de vereniging voor 10 dollar per jaar. Hoewel de etiketten op postzegels leken, waren ze niet bedoeld om voor dat doel te worden gebruikt. Toch deden sommige leden dat en meestal werd dat niet onderkend door de postmedewerkers.

Er bestaan drie typen van deze etiketten:

Type 1 heeft een rode achtergrond met uitgespaarde letters in wit en is gedrukt in velletjes van 50 stuks met een ongetande buitenrand. Het afgebeelde etiket is die uit de rechter onderhoek van het vel;

Type 2 heeft een witte boven en onderzijde waarbij de letters in rood zijn aangebracht. Ook dit type is gedrukt in velletjes van 50 stuks.

Type 3 is deels met rode bovenzijde uitgespaard met witte letters en een witte onderzijde met rode letters. Dit type is vervaardigd op rollen.
Er bestaat een grote verscheidenheid in kleuren rood dat is gebruikt, van diep donker rood tot fel oranjerood. Wat ook opvalt is dat bij sommige etiketten de lengte van de naam CLEVELAND, O. 12 mm in lang is in plaats van 10 mm.

Ook op de achterzijde van zijn enveloppen liet Burrows een afdruk aanbrengen van het etiket, met daarbij een verklarende tekst.

Burrows zette zijn strijd tot in 1925 voort, toen hij zonder succes opgaf en de vereniging ontbond. Hij stierf zeven jaar later op 1 april 1932 op bijna 82 jarige leeftijd. Hij werd begraven op Lake View Cemetery in Cleveland, Ohio.
Maar waarom een dergelijk etiket geplakt is op de achterzijde van de Nederlandse envelop uit 1931 is mij een raadsel. Heeft u wel eens dergelijke etiketten op poststukken gezien?

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
• Verenigde staten

Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

(Breng als eerste je stem uit.)

Laden...