Byblos, ’s werelds oudste havenstad in Leiden - Postzegelblog

Byblos, ’s werelds oudste havenstad in Leiden

1

Byblos is een grote tentoonstelling over ’s werelds oudste havenstad in Libanon, met 500 objecten, waaronder topstukken uit het Nationaal Museum van Beiroet, het Louvre, het British Museum en het American University of Beirut Archaeological Museum. Te zien tot en met 12 maart 2023 in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

Byblos / Jubail

Byblos (Grieks: Βύβλος; Assyrisch: Gubla; Arabisch: Jubail) is een historische Fenicische havenstad in het huidige Libanon. De stad ligt ten noorden van Beiroet aan de Middellandse Zee.

Libanon (1967): Toerisme met Beiroet, Byblos en Tripoli.

 

Byblos wordt een stad

In de Vroege Bronstijd (het derde millennium v.Chr.) groeide Byblos uit tot een echte stad. De resten van de oude stadsmuur en van enkele monumentale tempels vormen daarvan het materiële bewijs. De hedendaagse toerist die Jbeil (huidige naam van Byblos) nadert, ziet eerst het Kruisvaarderskasteel (UNESCO (1984)) dat boven de antieke havenstad uittorent.

Byblos, Lebanon – the Crusader Castle (sinds 1984 UNESCO). Foto: Heretiq / Wikipedia.

Eenmaal op het opgravingsterrein, ziet hij de funderingen van de massieve stadsmuur. Deze is gebouwd in de tijd na 3000 v.Chr. en is dus bijna vijf millennia oud. Het ommuurde, min of meer ronde gebied had een diameter van ongeveer 325 meter en een oppervlak van zo’n zes hectare. Of de stad ook aan de zeezijde was versterkt, is niet vast te stellen, maar de aanleg van een massieve muur bewijst dat er rijkdommen te beschermen waren. Vier stadspoorten verbonden de stad met wat daarbuiten was. De zuidoostelijke poort gaf toegang tot de haven. De drie andere poorten lagen aan de noordzijde. De middelste werd na verloop van tijd afgesloten terwijl de noordwestelijke, die de kortste verbinding vormde met een andere baai en ook bekendstaat als Zeepoort, bestond uit een trap. Wie met een wagen naar de stad wilde komen, kon de stad het beste benaderen via de poort in het noordoosten.

Het stratenpatroon binnen de stadsmuur zou twee millennia lang nauwelijks veranderen. De wal met de toegangspoorten en enkele markante gebouwen bepaalden het verloop van de paden, steegjes en wegen. Naast de Heilige Put lag een kunstmatig meer, dat niet alleen de watervoorziening diende maar ook een rituele functie zal hebben gehad. In de eerste helft van het derde millennium ontstonden tempels die nog eeuwenlang beeldbepalend zouden zijn voor de stad. De tempel van Ba’alat Gubla, de Dame van Byblos was de voornaamste. Een fragment van een albasten vaas met daarop de naam van farao Chasechemoei, (r.ca. 2700 v.Chr.), is niet alleen de oudste Egyptische inscriptie die in Byblos is opgegraven, maar biedt ook een aanwijzing voor de datering van het heiligdom. Niet meer dan dat overigens, aangezien het fragment vlakbij en niet in de tempel is aangetroffen. Dat maakt het een wat magere basis om de bouw te dateren. Archeologen hebben het tekstje ook gebruikt als aanwijzing voor het begin van de contacten met Egypte, maar nu we weten dat de zeehandel al ruim voor deze tijd bestond, geldt dat als achterhaald.

Libanon (1945): Byblos (Jubail – 15p en 20 p) en Tripoli (25 p en 50 p).

In later tijden was de verering van de Dame van Byblos nauw verbonden met de zeehandel in het algemeen en meer in het bijzonder met de contacten met Egypte. Het lijkt geen toeval te zijn dat haar tempel is gebouwd toen de handel met Egypte vorm had gekregen, al kunnen we niet aangeven hoe de relatie tussen religie en handel precies is geweest. Dit is deels doordat er uit deze periode geen teksten bekend zijn die de godin noemen, maar ook door het terugkerende probleem dat de gebouwen in Byblos lastig dateerbaar zijn. Het tempelcomplex voor de Dame van Byblos lag vlak ten noorden van de Heilige Put, op de helling van de heuvel waarop ook het koninklijke paleis vermoedelijk heeft gestaan. Doordat de voornaamste tempel en het paleis buren waren, kon de godin twee millennia een belangrijke rol spelen in de door de koning georganiseerde handel. In de tempel stond vermoedelijk een beeld van de godin, die in teksten alleen Ba’alat Gubla heet, ‘de Dame van Byblos’. Aan de andere kant van het complex lag een hal van negen bij zestien meter waarvan we weten dat er houten kolommen hebben gestaan. Hier konden groepen mensen samenkomen.

 

 

 

 

 

(uit de serie (1969): Silver Coin and Gold Dagger from Byblos).

De archeologen zijn het oneens over de vraag of dit heiligdom is beïnvloed door Egyptische tempels. Veel verder dan dat ook in Egypte zalen, zuilen en hoven zijn te vinden, lijkt de vergelijking niet te gaan. Daar dienden de stenen kolommen echter vooral om ruimte te vullen, terwijl de houten zuilen in de tempel van de Dame van Byblos relatief klein waren en dienden om het dak te ondersteunen. De gebrekkige resten laten in elk geval veel te interpreteren over.

Video – De Dame van Byblos: https://www.youtube.com/watch?v=z_Xbj1WiufY

 

Cederhout

Millennia lang was Byblos de hofleverancier van de farao’s en het belangrijkste handelsknooppunt in de Middellandse Zee. De rijkdom van Byblos ontstond vijfduizend jaar geleden, door de handel in cederbomen uit de achterliggende bergen. Die waren beroemd om hun rechte stammen die wel veertig meter hoog konden worden. Elke zichzelf respecterende heerser uit die tijd kocht cederhout in Byblos, om paleizen en tempels van te bouwen.

 

 

 

Vlag van Libanon

De vlag van Libanon bestaat uit drie horizontale banden, waarvan de middelste breder is dan elk van de andere twee; deze middelste band is wit en toont een groene Libanonceder; de andere twee banden zijn rood.

 

 

 

 

 

De ceder staat voor geluk en voorspoed voor het land. Daarnaast staan de kleuren rood en wit officieel voor het bloed dat werd vergoten in de strijd om de onafhankelijkheid en voor de puurheid. Het is echter waarschijnlijker dat de rode kleur is afgeleid van de kleur van de uniformen van het Libanese legioen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

 

 

 

 

 

De vlag is ontworpen met het oog op de neutraliteit, zodat deze niet verbonden kon worden met een van Libanon’s religieuze groeperingen. De ceder voldoet aan deze eis, want al in de oudheid was de ceder symbool voor dit gebied. In 1861, toen Libanon tot het Ottomaanse Rijk behoorde, verscheen de boom voor het eerst op een Libanese vlag. Toen na het uiteenvallen van dit rijk Frankrijk het gebied als mandaatgebied verkreeg, werd de ceder vaak op de witte baan van de Tricolore gezet. De rood-wit-rode banden en de ceder staan ook op het wapenschild van Libanon.

 

Handel op grote schaal

Ook andere kostbare materialen uit het hele Middellandse Zeegebied, zoals zilver, wijn, olie en lapis lazuli, vonden vanuit Byblos hun weg naar Egypte. Byblos kreeg daar onder meer edelstenen, goud, linnen en olifantenivoor voor terug, wat weer werd verhandeld met steden in Mesopotamië. Goede administratie was onmisbaar bij handel op zulke grote schaal. Geen wonder dat in Byblos de voorloper van het Latijnse alfabet ontstond.

Ook stond Byblos bekend als overslagplaats van het uit Egypte afkomstige schrijfmateriaal papyrus, dat hierdoor in het Grieks werd aangeduid als biblion. Dit woord ging ook ‘geschrift’, ‘boek’ betekenen; uit het meervoud daarvan zijn via het Latijnse biblia (sacra) ‘(heilige) boeken’ onze woorden Bijbel en bibliotheek afgeleid. In de tweede helft van het tweede millennium v.Chr. werd de stad Ugarit de belangrijkste havenplaats in de Levant.

 

Meer info:

RMO – Byblos, tot en met 12 maart 2023:

https://www.rmo.nl/tentoonstellingen/tijdelijke-tentoonstellingen/byblos/

Eerdere museumblogs: https://www.postzegelblog.nl/tag/made-in-holland/

Gratis online postzegelcatalogus

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
Thematisch



Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

Kijk dan bij Collect Club.

Beoordeel met 1 sterBeoordeel met 2 sterrenBeoordeel met 3 sterrenBeoordeel met 4 sterrenBeoordeel met 5 sterren (11 stemmen, gemiddeld: 5,00 uit 5)
Laden...
PrintSchrijf een reactie

Reacties (1)

Schrijf een reactie

(registratie is niet nodig)