Heeft U wel een pseudoniem gebruikt? Een pseudoniem (schuilnaam) is een zelfgekozen aangenomen naam. Soms maken schrijver er om verschillende redenen gebruik van. Er dan zijn er ook nog bijnamen (Engels: nicknames, zoals op stempel-afbeelding links), artiestennamen en rolnamen. Wat is het verschil?
Gerelateerde artikelen
Bijnaam ‘Willem de Zwijger’
Als een ander een naam voor iemand verzint, spreken we niet van een schuilnaam maar van een bijnaam, zoals Willem de Zwijger voor Willem van Oranje. Bijzonder is dat hij die bijnaam (waarschijnlijk) pas kreeg na zijn dood. Willem van Oranje was bepaald geen stille jongen. Volgens de Leidse hoogleraar Robert Fruin was de bijnaam Willem de Zwijger meer een aanduiding voor ‘sluwe Willem,’ omdat hij zijn diepere bedoelingen niet prijsgaf. De hertog van Alva zou eens gezegd hebben: ‘Men moet zich hoeden voor de zwijgende Willem.’ In 1981 maakte het duo Henk Spaan & Harry Vermeegen het liedje ‘Stille Willem.’ Zouden zij geïnspireerd zijn door Willem de Zwijger?
Scheldnaam
André van Duin had in 1976 de carnavalskraker ‘Willempie.’ Hij zong: Willempie is een raar geval.’ Twee onderwijskrachten spanden, met financiële steun van ouders van gehandicapte kinderen, een kort geding aan tegen Van Duin. Zij zagen in ‘Willempie’ en in het filmpje van AVRO’s Toppop een duidelijke typering van een minder begaafd iemand. Tot een kort geding kwam het niet. De eisers namen genoegen met een openlijke verklaring van Van Duin, waarin hij stelde nooit de bedoeling gehad te hebben om iemand te beledigen of te kwetsen. Ondanks alle ophef werd Willempie een hit.
Ik heet ook Willem en was toen 21. Ik vond dat liedje niet echt leuk, herinner ik me. André van Duin is trouwens de artiestennaam van Adrianus Marinus Kyvon. Ik denk dat André de naam ‘Kyvon’ ook een ‘raar geval’ vond, en hij daarom onder de artiestennaam ‘van Duin’ verder door het leven ging.
Artiestennaam
André van Duin gebruikte dus een pseudoniem als artiestennaam. Onder deze naam werd hij als artiest bekend. Een ander voorbeeld hiervan is Marilyn Monroe. Zij heette bij haar geboorte Norma Jeane Mortenson. Zou zij met deze naam ook zo wereldberoemd zijn geworden?
Bijnaam door rol
Als een acteur vaak een bepaalde rol speelt, gaat die ‘rol-naam’ een soort pseudoniem worden. Tom Manders trad vaak op als ‘Dorus,’ wat tot gevolg had dat veel mensen dachten dat hij Dorus heette.
Schrijvers en pseudoniemen
Een pseudoniem kan ook verwijzen naar de hoedanigheid van de persoon, zoals Multatuli (Latijn voor ‘ik heb veel geleden’). Dit pseudoniem was van Eduard Douwes Dekker. Hem kennen we van zijn boek ‘Max Havelaar’. De schrijver Nicolaas Beets schreef het boek Camera Obscura onder het pseudoniem ‘Hildebrand’. Hij gebruikte dit uit onzekerheid over de waarde van zijn werk.
Latiniseren
Een heel ander fenomeen was het latiniseren van namen. Dan wordt een naam in het Latijns omgezet. Dit deed men voor meer prestige. De eerste (echte) rector magnificus van de Leidse universiteit heette Joost Lips uit België. Hij vond dat niet echt lekker klinken en latiniseerde zijn naam in Justus Lipsius. Zeg nou zelf, dat klinkt toch veel beter?
En dan hebben we ook de Nederlandse rechtsgeleerde Hugo de Groot. Ook hij vond zijn naam ‘de Groot’ in het Latijns beter klinken en ging verder door het leven als Hugo Grotius. U kent hem ongetwijfeld van zijn ‘vlucht in een boekenkist’ uit slot Loevestein. Op onderstaande briefkaart zien we hem met zijn gelatiniseerde naam Hugo Grotius.
Piet Paaltjens
Een wel heel bijzonder pseudoniem vind ik die van Piet Paaltjens. Dit is het pseudoniem van de dichter en predikant François Haverschmidt. Hij werd in 1835 in Leeuwarden geboren en ging in Leiden theologie studeren. Zijn bekendste gedichten staan in het boek ‘Snikken en grimlachjes’ uit 1867, dat een goed beeld geeft van zijn leven als student. Piet was depressief en zijn ‘wrange’ gedichten hielpen hem om hier mee om te gaan, door dit van zich af te schrijven. Ook in Leiden komen we gedichten van hem tegen.
Op de hoek Hooigracht – Nieuwe Rijn lezen we op de gevel deel 1 van zijn gedicht ‘Immortellen’.
Op ’t hoekje van de Hooigracht
En van den Nieuwen Rijn,
daar zwoer hij, dat hij zijn leven lang
mijn boezemvriend zou zijn.
Op de buitengevel van het Leidse Restaurant ‘Het Haagsche Schouw’ kunnen we het vervolg lezen:
En halverwegen tusschen
De Vink en de Haagsche Schouw,
Daar brak hij, zes weken later zoowat,
Den eed van vriendentrouw.
Triest einde
Na zijn studietijd verliet hij Leiden en werd Haverschmidt predikant. Het ging echter niet goed met hem, hij ging steeds meer lijden aan depressies. In 1894 pleegde hij zelfmoord. Leiden is hem echter niet vergeten. Met 3 gedichten en een portret op gevels, komen we hem nog regelmatig tegen in Leiden. En wat bijzonder is, hij is de enige Leidse student die een standbeeld (of zitbeeld) heeft gekregen in Leiden. Niet met zijn eigen naam, maar met zijn pseudoniem Piet Paaltjes erop. Zie foto.
Reacties (1)
Ook Rembrandt latiniseerde zijn naam. Toen hij zich in 1620 inschreef voor de universiteit van Leiden, deed hij dat onder de naam ‘Rembrandus’.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)