In de postkantoren in Luxemburg en in het magazijn van de postdienst van Luxemburg lagen nog honderden complete vellen postzegels. Door de Duitse bezetters werd besloten om deze op te gebruiken na te zijn voorzien van een opdruk in Reichspfennig. Het waren postzegels uit de series met afbeelding Groothertogin Charlotte uitgegeven in 1926, 1927 en 1930.
Gerelateerde artikelen
De voorraden postzegels werden voorzien van een opdruk met nieuwe waarde in Reichspfennig alsmede drie postzegels met andere afbeeldingen in hogere waarden zoals in bovenstaand voorbeeld. De uitgiftedatum van de zegels met opdruk was 5 december 1940. Echt gebruikt hebben deze postzegels een meerwaarde voor verzamelaars dan ongebruikt of voorzien van een afdruk op verzoek. Door handelaren en verzamelaars werd in deze serie volop gespeculeerd.
De envelop van postzegelhandelaar Fritz Ehnert uit Leipzig is een duidelijk voorbeeld met een stempelafdruk op verzoek. De envelop is gestempeld in Luxemburg op 31 maart 1941. Een dergelijke brief maar dan echt gebruikt voorzien van alleen de postzegel van 60 Rpf heeft een verzamelwaarde die vele malen hoger ligt dan de envelop die hierboven is afgebeeld. Overigens was 31 maart 1941 de laatste datum waarop de zestien postzegels met opdruk Rpf uit deze serie geldig waren voor de frankering.
Niet alleen Luxemburgse postzegels werden voorzien van een opdruk in Reichspfennig, maar ook briefkaarten. Zoals boven afgebeelde briefkaart uitgegeven op 8 februari 1941 waarbij de waarde aanduiding van 35 C werd overdrukt met de nieuwe waarde 6 Rpf. Verder werden de in de Franse taal aangebrachte woorden ‘Carte Postale’ en ‘Expéditeur’ bedekt met een zwarte balk. De opdruk werd aangebracht door drukkerij Pierre Linden in Luxemburg in een oplage van 160.000 kaarten. Vanaf augustus 1940 was de Franse taal door de Duitse bezetters verboden door een proclamatie van Gauleiter Gustav Simon. Op de door hem op bevel opgehangen posters stond de tekst: ‘Uw taal is alleen Duits en Duits’. Boekenhandelaar Putty Schneider, de afzender van de briefkaart, werd al vroeg tijdens de bezetting door de Gestapo in de gaten gehouden want in juni 1940 werd een zending boeken afkomstig van uitgeverij ‘Hachette Livre’ in Parijs onderschept en in beslag genomen als zijnde ‘verboden lectuur’. De oorspronkelijke briefkaart werd gedrukt door Joh. Enschedé & Zonen te Haarlem. De uitgiftedatum was toen 4 juli 1936. De afgedrukte zegelafbeelding van groothertogin Charlotte was naar een foto vervaardigd door hoffotograaf Edouard Kutter.
Echt gebruikte briefkaarten zijn schaarser dan briefkaarten die op verzoek van verzamelaars of handelaren zijn voorzien van een stempelafdruk van het postkantoor Luxemburg of een ander postkantoor. De ‘handelswaarde’ van een op verzoek gestempelde briefkaart is gelijk aan de waarde of iets hoger dan in ongebruikte staat die veel lager is dan echt gebruikt. De hier opgenomen briefkaart is gestempeld met de stempelmachine van het postkantoor te Luxemburg met de datum 12 maart 1941. Uit de tekst op de achterzijde van de briefkaart blijkt dat deze echt gebruikt is. In totaal zijn acht verschillende oorspronkelijke briefkaarten van Luxemburg voorzien van een opdruk in Reichspfennig.
Door de postdienst van het Duitse Rijk werd op 5 november 1940 een serie van negen postzegels met toeslag uitgegeven ten behoeve van de Winterhulp. Ook deze serie werd voorzien van de opdruk ‘Luxemburg’ en op 12 januari 1941 verkrijgbaar gesteld. Zowel postzegels uit de serie zonder als met opdruk waren geldig voor de frankering tot en met 30 juni 1941. Is de frankering van 43 Pfennig op de brief correct? In feite niet, want het brieftarief was toen 12 Pfennig en het aantekenrecht 30 Pfennig. Dus 1 Pfennig teveel geplakt. Maar dat is verklaarbaar. Een postzegel in deze serie van 42 Pfennig bestond niet, wel een postzegel van 12 Pfennig. Maar ook een postzegel van 30 Pfennig was in deze serie niet opgenomen. En de laagste waarde was 3 Pfennig. De postzegel van 40 Pfennig was in feite bedoeld voor het expresse recht. In de serie met opdruk ‘Luxemburg’ met afbeelding Hindenburg ontbrak ook een zegel in de waarde van 2 Pfennig, dus vandaar totaal 43 Pfennig. De aangetekende brief is verzonden naar Wuppertal, district Elberfeld. De wijkaanduiding is vermeld als letter E na de plaatsnaam. De straat, Augustastrasse, ligt vlak bij de ‘Bergische Universität’ aan de Gausstrasse die in 1972 werd opgericht. Op 24 juni 1943 werd het district Eberfeld door een zwaar bombardement uitgevoerd door de geallieerden vrijwel geheel vernietigd.
Bijzondere poststempels die gebruikt werden in Luxemburg, werden meestal door de Duitse bezetter aangepast door bijvoorbeeld het hakenkruis erin te verwerken. In het stempel is de Adolfsbrug in de stad Luxemburg afgebeeld. Het was in 1908 de grootste stenen boogbrug ter wereld met een spanwijdte van bijna 85 meter. Dit stempel met verstelbare datum was speciaal vervaardigd voor stempeling van postzegels op verzoek van verzamelaars en handelaren in de stad Luxemburg. Van dit stempel bestaan vijf varianten te herkennen aan de letter linksonder, a tot en met e. Ook de gewone poststempels en de aantekenstroken werden ‘verduitst’ bijvoorbeeld Luxembourg werd gewijzigd in Luxemburg. De plaatsnaam Differdange werd Differdingen en Clervaux werd Clerf.
Een ander voorbeeld is een reclamestempel voor de Luxemburgse Volksjeugd van 31 maart 1941. Hetzelfde stempel werd gebruikt in het postkantoor Grevenmacher waarbij de naam van de stad Luxemburg was gewijzigd in Grevenmacher. Verder door onder andere Esch-Alzig na de oorlog weer gewijzigd in Esch-sur-Alzette.
Vanaf 1 januari 1942 mochten in Luxemburg uitsluitend postzegels van het Duitse Rijk worden gebruikt voor de frankering van poststukken. Om deze Duitse zegels met Luxemburgse stempelafdrukken te kunnen verzamelen, zijn zeer duidelijke afdrukken benodigd op losse postzegels of afdrukken van complete stempels op opgeplakte exemplaren. Echter ook hiervan bestaan talloze voorbeelden van op verzoek gestempelde exemplaren, zoals hierboven afgebeeld.
De bevrijding door Amerikaanse troepen vond plaats op 10 september 1944. Maar Luxemburg had het daarna nog zwaar te verduren vanwege het Ardennenoffensief. De laatste Duitse troepen vertrokken pas op 12 februari 1945 uit het noordelijke deel van het groothertogdom Luxemburg. Toch nam de Luxemburgse postdienst de draad weer snel op en vanaf 6 november 1944 verschenen de eerste postzegels met afbeelding van Groothertogin Charlotte, gelijk aan de serie van voor de oorlog maar in een aangepast kader.
Om de bevrijding te herdenken werd op 1 maart 1945 een serie van vier postzegels met een toeslag uitgegeven met afbeeldingen die betrekking hadden op de vier geallieerde grootmachten die de Duitse troepen hadden verslagen. De vier postzegels werden ontworpen door de Luxemburgse kunstenaar Auguste Trémont. De gravures voor de drukplaten van de postzegels werden vervaardigd door de Franse schilder en graveur René Cottet. Hij ontwierp en graveerde meer dan zeshonderd postzegels voor Frankrijk, Luxemburg, Marokko, Monaco en Tunesië.
De postzegel van 0,60 + 1,40 Fr werd Frankrijk geëerd. In het midden van de afbeelding het wapen van Parijs met het koggeschip, links het Kruis van Lotharingen en rechts het wapen van Luxemburg. Het afgebeelde schip verscheen al in het jaar 1210 in het zegel van de corporatie van ‘Waterkooplieden’ in Parijs. Verder verwijst met motto ‘Fluctuat nec mergitur’, ‘het wordt geslagen door de golven, maar zinkt niet’, naar de afgebeelde boot.
Op de postzegel van 1,20 + 1,80 Fr werd Rusland verbeeld met een afbeelding van de ‘Slangendoder’ met de Rode Ster, links het wapen van Rusland met de hamer en sikkel en rechts het wapen van Luxemburg. Had de slang op de afbeelding wellicht een draak moeten zijn? In elk geval symboliseerde de ‘slangendoder’ het goede dat het kwade overwint.
De postzegel van 2,50 + 3,50 Fr toont in het midden ‘Britannia’ met links daarvan het monogram van koning George VI van Groot-Brittannië en rechts het wapen van Luxemburg. De letters in het monogram betekenen ‘Georgius Rex Imperator’. Britannia is ontstaan in de 18de eeuw en het symbool geworden van het Verenigd Koninkrijk.
Op de laatste postzegel, van 4,20 + 4,80 Fr is de Amerikaanse zeearend te zien met links een gestileerd ‘wapen’ van de Verenigde Staten en rechts het wapen van Luxemburg. De Amerikaanse zeearend werd op 20 juni 1782 gekozen als schildhouder in het grootzegel van de Verenigde Staten van Amerika, vanwege zijn lange levensduur, grote kracht en majestueuze uiterlijk, en ook omdat toen werd verondersteld dat deze vogel alleen op het Amerikaanse continent voorkwam. De afgebeelde zeearend is door de ontwerper in een eigen interpretatie weergegeven.
Het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa werd op 5 juli 1945 bekrachtigd in Berlijn door ondertekening door de vier grootmachten Frankrijk, de Sovjet Unie, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. De Duitse strijdkrachten hadden op 7 mei 1945 in Reims gecapituleerd. De serie bevrijdingspostzegels was blijkbaar zeer geliefd bij postzegelhandelaren en verzamelaars want er bestaan vele eerstedagenveloppen met de complete serie. Het stempel voor de eerste dag van uitgifte werd, net als de postzegels, ontworpen door Auguste Trémont. Op de envelop is de ‘verduitste’ plaatsnaam Differdingen vervangen door de oorspronkelijke naam Differdange. De straatnaam Bel Air heeft thans de naam ‘rue Bélair’. De envelop is puur maakwerk, want zowel de afzender als de geadresseerde zijn dezelfde. Dat zoveel van dergelijke enveloppen bestaan werd mogelijk omdat de directie van de Luxemburgse Post belangstellenden voor de ‘eerste dag stempeling’ de gelegenheid had gegeven om vanaf 1 maart tot en met 8 maart 1945 enveloppen voorzien de complete serie postzegels en van adres en afzender konden inleveren aan de loketten van de postkantoren. Daarna werden de enveloppen teruggezonden naar de geadresseerden. Gedwongen maakwerk…..
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)