Omdat we op termijn per jaar verstoken zullen zijn van 150 nieuwe postzegels van PostNL (zie artikel ‘Actualiteit én geschiedenis nauwelijks aanwezig in postzegel-emissiebeleid’ [22 februari 2022]) is het nu al nodig andere wegen in de filatelie te verkennen, zodat men naderhand toch actief met postzegels bezig zal kunnen blijven. Inderdaad regeren is vooruit zien; men dient toekomstgericht te zijn.
Hierbij vraag ik aandacht voor de gelaagdheid van de postzegel. Meteen vallen op de meeste postzegels uiterlijk herkenbare en gemakkelijk te duiden voorwerpen op. Onder deze bovenlaag ligt een onderlaag, die voor een deel wel wordt gezien, een ander deel niet wordt ontdekt.
Gerelateerde artikelen
Andere postzegel-omgangsvormen
In een eerste gesprek met een persoon vallen uiterlijke kenmerken meteen op als bijvoorbeeld lengte, goed gekleed zijn en een aantrekkelijke babbel. In de loop van het contact komen tal van facetten als opleiding, werkervaringen en persoonlijke belevenissen aan de orde. Hierbij rijst de vraag: “Weet ik veel van het innerlijke? Nee, bepaald niet.”
Dezelfde vraag kan gesteld worden bij de ‘kennismaking’ met een postzegel via PostNL-persberichten en de filatelistische pers. Veel van het uiterlijke en weinig van het innerlijke van de postzegel komt door de berichtgeving over. Innerlijke kenmerken worden onderbelicht, zoals o.a. ook blijkt in mijn beschrijving over de Maurits-uitgifte in mijn artikel van 20 februari jl. op Postzegelblog.
Van de bloemstukken zijn de ‘koppen’ (het deel vertegenwoordigt het grotere geheel) in de opgestelde ‘postzegel-vazen’ gestoken (vijf verticaal en één horizontaal), waardoor in het midden van de drie horizontale postzegelduo’s een ongekleurd verticale strook ontstaat. Deze witte corridor komt overeen met de vloer van een museumzaal van het Mauritshuis met de bloemstukschilderijen rondom aan de wanden.
De witte middenstrook wordt wel geregistreerd, maar helaas niet als zodanig gezien, herkend én benoemd. Vandaar hierbij de ogen openende én betekenis verhogende informatie: de museumzaal vertegenwoordigt denkbeeldig het 200-jarige museum op de voorgrond.
Zekere informatie beperking
De meerderheid van de artikels die op postzegelblog geplaatst worden, geven uitgebreid informatie over de ins and outs van het postzegelonderwerp. Deze onderwerpen staan meestal of in het teken van een herdenking, een jubileum of een attendering. Recente voorbeelden daarvan zijn in Nederland o.a. 75 jaar Bevrijding, 200 jaar Mauritshuis & Bedreigde bijensoorten. Dezelfde categorische indeling is ook op buitenlandse postzegelemissies van toepassing.
Auteurs vermelden meestal wel de aanleiding van de postzegelemissie, maar de praktische uitvoering, vormgeving of realisatie daarvan op de postzegel blijft achterwege. Dat aan de gelaagdheid van postzegel[vel] weinig of geen aandacht wordt besteed, is in historisch perspectief verklaarbaar.
Aanvankelijk is in beknopte en zakelijke bewoordingen een nieuwe emissie geïntroduceerd door het postbedrijf. De filatelistische pers en dito artikels in de dagbladen sluiten zich erbij aan. De laatste decennia heeft een aandachtsverschuiving in de berichtgeving plaatsgevonden. De postzegel komt met meer deelhoofdstukken in de persberichten beter uit de verf.
Het persbericht Nr 4221/119 van de kinderzegels 1955 is kort en bondig in tegenstelling tot dat van het tien deelhoofdstukken omvattende Postzegelnieuws ‘200 jaar Mauritshuis’: [1] samenvatting, [2] Uitgifte. [3] onderwerp, [4] ontwerp, [5] typografie & [6] ontwerper, [7]verkoop / geldigheid, [8] waarde, [9] technische gegevens, [10] copyright met
acht sub-delen als [a] virtuele wandeling, [b] oog voor detail, [c] vrijstaande beelden, [d]experimenten, [d] fris en eigentijds, [e] artistieke vrijheid, [f] typografie, [g] over de ontwerper & [h] vijf bloemstillevens.
Waarom de vormgeving en praktische uitvoering daarvan als een ondergeschoven kind is behandeld, is me niet duidelijk. Misschien speelt het spreekwoord ‘onbekend maakt onbemind’ hierbij een rol. Hoe dan ook, de filatelistische pers is op een oppervlakkige wijze met de beeldtaal (beeldvorming) op postzegels omgesprongen, waardoor artistiek toepassingen en creatieve vondsten van grafische ontwerpers niet aan de orde komen.
Naast concreet ook abstract verzamelen
Het gebruik van de postzegel zal achteruitgaan en daarmee zal ook de uitgave van nieuwe emissies drastisch ten opzichte van nu minimaliseren. Om als postzegelverzamelaar toch te kunnen ‘overleven’ is verbreding / verdieping van de filatelie een noodzaak. Daartoe is het bewandelen van een aantal wegen mogelijk:
a] Concreet verzamelen
Selectief aansprekende emissies van toen en nu verzamelen en daarbij naar een zekere volledigheid streven, eventueel aangevuld met specialisaties van emissies, zoals bijvoorbeeld een specialisatie van recent uitgegeven postzegels als frankering op functioneel gelopen poststukken met vlag- of handmatig stempels erop.
b] Abstract verzamelen
In de thematische beeldfilatelie bestaat naast concrete motieven (bijvoorbeeld als fiets, trein of items uit de natuur) ook eentje met een andere insteek, namelijk die van abstract motieven, namelijk die van de kleur.
- Bij concrete motieven staan tastbare voorwerpen als afbeeldingen op de postzegels. Bij abstracte motieven staan verbeeldingen / verwijzingen op de postzegels overeenkomend met allegorische en/of metaforische vergelijkingen.
- Kleur speelt een opvallend grote rol op een postzegel, niet alleen om een postzegel op te fleuren, maar ook als betekenisvolle ‘symbool-werker’. Ik denk hierbij aan de drie kleuren van de Nederlandse vlag en de daarbij behorende oranje wimpel. Deze vier kleuren verwijzen (in combinatie of alleen) naar Nederland, vaderland, nationaliteit, koninklijk huis en/of sport.
In de wilde bloemenserie ‘Natuur en milieu’ (nvph 1601/04) zijn drie criteria verwerkt:
- Madeliefje als veel voorkomende bloem.
- Viltroos als bedreigde bloem.
- Bos-vergeet-mij-niet als zeldzame bloem (abusievelijk is de moeras-vergeet-mij-niet opgevoerd!).
- Roggelelie als zeer zeldzame of uitgestorven bloem (zie ook ‘Succes-story uitgestorven roggelelie’ 2 december 2018).
- Om het Nederlandse karakter van deze bloemen te benadrukken zijn de drie kleuren van de Nederlandse vlag met oranje wimpel met dito kleuren op bloemen en achtergrond gekozen.
- Varianten in aan- en afwezigheid van de bloemen in de natuur.
- Typografische gedeelte is met de vroegere typemachineletters uitgevoerd, waarvan enkele letters zijn volgelopen, waarmee de vervuiling van de natuur en milieu wordt aangeduid.
Nederlandse driekleur én oranje als symboolwerkers
De kleur oranje heeft niet alleen betrekking op het Huis van Oranje, maar ook op die van de sport. Deze tweedeling nodigt u meteen uit een koninklijke filatelie-weg te bewandelen of die van de sportieve. Beide wegen zijn uiteraard ook heel goed begaanbaar voor de thematische verzamelaar. De kleuren oranje, rood, wit en blauw dekken de nationale ladingen van diverse postzegels.
Nieuw uitgekomen en/of pas ontdekte oudere postzegels (oranje, rood en blauw met wit) dienen in de thema-collectie geïmplanteerd te worden om het doorlopende verhaal ervan in stand te houden. De collectie-opbouw vraagt dan voortdurend aandacht én bijstelling. Dé aantrekkelijkheid van de filatelistische hobby!
Met enkele postzegels tracht ik het ongebruikelijke uitgangspunt van de kleur voor een interessante ‘kleurige’ thematische verzameling te verduidelijken.
Kleur oranje als verwijzing naar Koninklijke Huis
De kleur oranje blijkt in de periode 1852 t/m 1945 de nationale symboolkleur op de permanente frankeerzegels (aanvankelijk in combinatie rood en blauw) met het nationaal staatshoofd van ons land te zijn: nvph 3, 6, 34, 56, 80, 101 & 311). Pas met de Bevrijdingspostzegel met daarop de oranjekleurige Nederlandse leeuw (afgezien van nvph 311) speelt de kleur ook écht een rol op bijzondere [gelegenheids]postzegels.
De drie ‘vlag-kleuren’ rood en blauw in combinatie met de witte rand (al of niet aanwezig) komt in de beginperiode van de permanente emissies ook meermalen voor.
Op de foto van het koninklijk paar staat het menselijke aspect op de voorgrond (in verlovingstijd nóg met wederzijdse genegenheid aanwezig). Juliana heeft een boeket (door de ontwerper ingekleurd) in handen. Juist van Bernhard gekregen. De gouden ‘postzegel-verbindende’ banden verbeelden / symboliseren de 50-jarige koninklijke huwelijkse verbintenis (zie ook postzegel-blogartikel van 18 februari 2018)
Het 15 coupletten omvattende Nederlandse volkslied Wilhelmus (acrostichon: 1e coupletletters ‘willemvannazzov’ (v = u in Romeins); ontstaan op bestaande melodie) is in 1568 aan het begin van de 80-Jarige Oorlog (1568 – 1648) van ons land tegen Spanje ontstaan o.l.v. Willem van Oranje. De schrijver is hoogstwaarschijnlijk Filips van Marnix van Sint-Allegonde.
Na een grijs verleden (zie achtergrondkleur postzegel) is het Wilhelmus (nvph 908) pas in 1932 officieel tot het Nederlandse volkslied verheven. Naast de Nederlandse driekleur bezit de postzegel ook nog de kleur oranje, waarmee het nationale karakter ervan wordt aangeduid. Op meerdere postzegels komen deze vier kleuren voor.
Kleur oranje verwijst naar sport & Nederlandse economie
De deelafbeeldingen van een uitgestrekte arm met mouw van een oranje shirt van een Oranjeteam-voetballer verbeeldt met bal, voetballersbeen en witte krijtlijn op het voetbalveld een momentopname uit het voetbalspel, dat 100 jaar in ons land bestaat.
Een jeugdige speler met bal (actief voetbal bedrijvend) te midden van een schematische voorstelling van het beslissende doelpunt in de EK-finale 1988 Nederland – Rusland [eindstand 2 – 0] symboliseert het 100-jarige KNVB-jubileum.
.
Met een illustratief ontwerp doet korfbal ook denken aan handbal en basketbal. Met het Nederlandse woord ‘korfbal’ in schuine stand treedt het meest typerende en levendige van de sport [inter]nationaal ‘letterlijk’ op de voorgrond. De nationale driekleur (rood en blauw met onbedrukte wit van het papier) symboliseert het typisch Nederlandse van het spel. Op meerdere postzegels o.a. 300 jaar Korps Mariniers (nvph 855) wordt op dergelijke wijze het nationale karakter van het postzegelonderwerp aangegeven.
De Nederland-bloemenland-postzegel (nvph 1732) verbeeldt met drie vrolijk kleurige bloemkelken en een lange stamper vier bloemsierjubilea (100 jaar tuinbouwonderwijs in Aalsmeer, 50e bloemencorso Aalsmeer – Amsterdam, 25 jaar bloemenveiling Aalsmeer & 125 jaar Koninklijke Maatschappij Tuinbouw & Plantkunde). De gestileerde bloem is de gemeenschappelijk bindende factor. De volgroeide body van de typografie symboliseert het geheel tot wasdom gekomen uiterlijk van geteelde sierbloemen.
Dé zeggingskracht-verhogende aspecten
- Het opzetten van een abstract thematische beeldfilatelie-collectie, die uitgaat van een kleur, is bijzonder gevarieerd en uitdagend. Vooral als het van achtergrondinfo wordt voorzien, die op Google rijkelijk aanwezig is. Deze verzameling wordt vooral aantrekkelijk als er verwijzingen in worden verwoord, die facetten van het postzegelonderwerp op een bijzondere wijze nader in beeld brengen, zoals het hieronder in het kort nogmaals wordt verwoord van postzegels uit dit artikel.
- Van bovenstaande postzegels met daarop de kleuren rood, wit, blauw en oranje als abstract verbindende items, die een levendige en meerwaarde verhogende inhoud van het postzegelonderwerp aan postzegels geven:
* Postzegelvel Mauritshuis: witte middenstrook verbeeldt de vloer van de museumzaal.
* Emissie Natuur & milieu: volgelopen typografie stelt de vervuiling van de natuur voor.
* 50-jarig huwelijk Bernhard – Juliana: postzegel-verbindende gouden stroken symboliseren het gouden huwelijk.
* Nederland – bloemenland: volgroeide omvang typografie staat voor omvang en economisch belang van de sierbloementeelt.
* Volkslied Wilhelmus: vier kleuren symboliseren het nationaal verbindende karakter van het volkslied.
* Korfbal-postzegel: ‘korfbal’ in schuine stand vertegenwoordigt het typisch Nederlandse van de sport én beweeglijkheid ervan.
Reacties (2) Schrijf een reactie
Dat er per jaar 150 nieuwe postzegels worden uitgegeven is feitelijk onjuist. De waarde van de jaarcollectie van nieuwe postzegels ligt ergens tussen de EUR 90,– en EUR 100,– per jaar.
@Willem: Ik denk dat Bate gelijk heeft over de 150 nieuwe zegels. Tel alle persoonlijke zegels op die in 1 jaar wordt uitgegeven en de prestigeboekjes van PostNL dan kom je wel aan de 150.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)