Al vanaf 2 februari 1901 konden vrouwen in militaire dienst treden van het Amerikaanse leger. Een aparte eenheid werd indertijd in het leven geroepen met de naam ‘Army Nurse Corps’, uitsluitend bestaande uit verpleegsters. Op 13 mei 1908 werd een tweede eenheid opgericht, het ‘Navy Nurse Corps’ eveneens bestaande uit alleen vrouwen. Vanaf 1955 konden ook mannen dienst nemen in het ‘Army Nurse Corps’ en vanaf 1965 ook in het ‘Navy Nurse Corps’.
Gerelateerde artikelen
De Amerikaanse postdienst USPOD, het ‘United States Post Office Department’ gaf op 11 september 1952 een postzegel uit om de vrouwen die dienst deden in de Eerst en Tweede Wereldoorlog in het Amerikaanse leger, de marine en de luchtmacht te eren. Al in 1913 dienden verpleegsters op twee Amerikaanse transportschepen, de ‘USS Mayflower’ en de ‘USS Dolphin’. Gedurende de Eerste Wereldoorlog waren 21.498 vrouwen van het ‘Army Nurse Corps’ werkzaam in militaire hospitalen in de Verenigde Staten en overzee. Zij hebben in die jaren meer dan een miljoen gewonde soldaten verpleegd. Omdat de veldhospitalen vaak vlak bij de slagvelden waren ingericht kwamen ziekten voor die ook de verpleegsters raakten. Aan tuberculose, longontsteking en griep overleden toen 272 verpleegsters. De postzegel was in 1952 uitgegeven voor frankering van een brief tot 28,3 gram eerste klas met binnenlandse bestemming.
Ten behoeve van de verbetering van verbindingen gedurende de Eerste Wereldoorlog tussen legeronderdelen en hoofdkwartieren via radio, telegraaf en telefoon werd in 1917 het ‘Army Signal Corps’ opgericht. Ook dit onderdeel van het leger bestond uit louter vrouwen. Een van de belangrijkste taken was de bediening van de telefooncentrales tussen de veldtelefoons van de commandoposten en het hoofdkwartier. Ze werden ‘Hello Girls’ genoemd. Pas vanaf 1918 kregen de vrouwelijke militairen eigen uniformen. Militaire rangen werden ook ingevoerd vanaf tweede luitenant tot majoor, afhankelijk van de belangrijkheid van de post die werd bekleed. In 1942, gedurende de Tweede Wereldoorlog, werden meer vrouwencorpsen opgericht zoals de ‘Marine Corps Women’s Reserve’ en het ‘Women’s Army Corps’, de WAC. In 1943 werd dit uitgebreid met de ‘Army Air Forces’, de ‘Air WACs’ of WAFS. De vier vrouwencorpsen werden door hun vertegenwoordigers afgebeeld op de postzegel van 11 september 1952 met op de achtergrond het Capitool in Washington D.C. waarvan de eerste steen werd gelegd op 18 september 1793. Ontwerper van de postzegel was William K. Schrage. Hij koos daarvoor bestaande foto’s die echter waren vervaardigd met behulp van fotomodellen die hadden geposeerd ten behoeve van een wervingsfolder. De afgebeelde vrouwen waren nooit in militaire dienst geweest.
De postzegel werd gedrukt in plaatdruk in vellen van 200 exemplaren in vier blokken van 50 stuks op de rotatie Stickney drukpers door het ‘Bureau of Engraving and Printing’ in Washington D.C. Na de druk en perforatie werden de vellen gesneden in vier kleinere vellen van vijftig zegels ten behoeve van de verkoop via de loketten van de postkantoren. Zoals gebruikelijk in de Verenigde Staten werden drukplaten die gebruikt werden voor nieuwe postzegels genummerd. Voor de postzegel ‘Women in our Armed Service’ werden de drukplaten genummerd van 24681 tot en met 24686. Het blok met plaatnummer 24681 is uit de linker bovenhoek van het loketvel van 50 stuks linksonder.
Eerstedagenveloppen met blokken van vier postzegels met plaatnummer komen veel minder vaak voor dan enveloppen voorzien van één postzegel. Vandaar dat ik bovenstaande envelop in mijn verzameling heb opgenomen. Opgeplakt is een blokje met plaatnummer 24681 afkomstig uit de rechter onderhoek van het loketvel rechtsboven. De eerstedagenvelop is gestempeld met het machinale eerstedagstempel van Washington D.C. op 11 september 1952.
Vooral in de Verenigde Staten worden plaatnummers verzameld door specialisten op dat gebied. De voorkeur gaat dan bijna altijd uit naar blokken van vier met een plaatnummer op de velrand. Het zijn blokken afkomstig uit de linker en rechter bovenhoek van het vel van 50 stuks en blokken uit de linker en rechter onderhoek. Het bovenste blok met plaatnummer 247682 is uit de linker onderhoek van het loketvel van 50 stuks linksboven uit het drukvel. Onderaan het blok is de snijlijn te zien waarop het mes het drukvel van 200 stuks moest doorsnijden. Het onderste blok met 24682 is uit de linker bovenhoek linksonder uit het drukvel. De snijlijn is hier bovenaan te zien. Op elk loketvel postzegels in één kleur komt slechts één plaatnummer voor. Bij postzegels gedrukt in verschillende kleuren kunnen meer plaatnummers op een vel voorkomen, voor elke kleur één.
Plaatnummers op Amerikaanse zegels komen voor het eerst voor, voor zover mij bekend, op de velranden van de postzegel met afbeelding van Benjamin Franklin uitgegeven op 27 maart 1869. Hierop zijn de plaatnummers 1 en 2 aangebracht. Op de zegel die op dezelfde datum is uitgegeven, maar met een afbeelding van een postiljon van de ‘Pony Express’ komen de plaatnummer 3 tot en met 6 alsmede de latere drukplaten 27 en 28 voor. Helaas heb ik hiervan geen voorbeelden. Het bovenste afgebeelde blok met plaatnummer 247683 is uit de linker bovenhoek van het loketvel van 50 stuks linksonder uit het drukvel. Het middelste blok is uit de linker onderhoek van het loketvel linksboven. Het onderste blok is uit de rechter bovenhoek van het loketvel rechtsonder.
Vanwege de zeer hoge oplagen van de meeste postzegels van de Verenigde Staten is het voor de uitgiften van na de Tweede Wereldoorlog niet moeilijk om een mooie verzameling op te zetten met blokken van vier stuks met plaatnummer. Als voorbeelden uit mijn eigen verzameling heb ik de postzegel gebruikt die is uitgegeven op 11 september 1952. Daarbij heb ik alle zes de plaatnummers gevonden, in totaal 24 verschillende blokken van vier. Het bovenste blok met plaatnummer 247684 is uit de linker onderhoek van het loketvel van 50 stuks linksboven uit het drukvel. Onderaan het blok is de snijlijn te zien waarop het mes het drukvel van 200 stuks moest doorsnijden. Het onderste blok is uit de rechter onderhoek van het loketvel rechtsboven.
De totale oplage van deze postzegel bedroeg 124.260.000 stuks ofwel 2.485.200 vellen van 50 exemplaren. Het eerste blok met plaatnummer 247685 is uit de rechter bovenhoek van het loketvel van 50 stuks rechtsboven. Onderaan het blok is de snijlijn te zien waarop het mes het drukvel van 200 stuks moest doorsnijden. Het tweede blok met plaatnummer 247685 is uit de linker bovenhoek van het loketvel van 50 stuks linksonder. Het derde blok is uit de rechter bovenhoek van het loketvel rechtsonder.
Natuurlijk is het onmogelijk om van alle Amerikaanse postzegels de plaatnummers te verzamelen zelfs niet als men zich beperkt tot één exemplaar in een blok van vier stuks van elke postzegel. Er bestaat wel een overzicht van de gebruikte plaatnummers, de ‘US plate number tool’ samengesteld door ‘Stamp Smarter’. In dat overzicht zijn meer dan 9.000 Amerikaanse postzegels opgenomen met meer dan 57.000 verschillende plaatnummers. Het bovenste afgebeelde blok met plaatnummer 247686 is uit de linker bovenhoek van het loketvel van 50 stuks linksonder. Bovenaan het blok is de snijlijn te zien waarop het mes het drukvel van 200 stuks moest doorsnijden. Het tweede blok is uit de rechter bovenhoek van het loketvel rechtsonder. Verzamelt u ook plaatnummers van de Verenigde Staten of van een ander land?
Op 18 oktober 1997 werd door de Amerikaanse postdienst, sinds 1971 met de benaming USPS, de ‘United States Postal Service’, opnieuw een postzegel uitgegeven gewijd aan vrouwen in militaire dienst. Sinds 1901 hebben bijna tweemiljoen vrouwen dienstgenomen en velen zijn nog steeds in dienst van het leger, het korps mariniers, de marine, de luchtmacht en de kustwacht. Het systeem van de doorlopende plaatnummering werd vanaf 1980 geleidelijk vervangen door de platen, of in dit geval cilinders, te nummeren door te beginnen met een letter en daarna voor elke kleur met een cijfer 1. Werd de plaat of cilinder vervangen dan kreeg deze het cijfer 2. Bij de moderne postzegels van de Verenigde Staten worden geen plaat- of cilindernummers meer gebruikt.
Op het nationale militaire kerkhof van Arlington, Virginia, werd een monument opgericht ter nagedachtenis van de vrouwen die hun leven lieten voor hun land. De inwijding van het monument met de naam ‘Women In Military Service For America Memorial’ vond plaats op dezelfde dag als de uitgiftedatum van de postzegel, 18 oktober 1997. Arlington is een van de 139 nationale begraafplaatsen in de Verenigde Staten en ligt vlak bij het Pentagon. Naast militairen liggen hier bekende Amerikanen begraven, zoals presidenten, politici, astronauten en burgers die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt. De begraafplaats werd in 1864 in gebruik genomen en telt nu ongeveer 400.000 graven.
Reacties (1)
Weer een prettig leesbaar en goed onderbouwd verhaal Cees. Mijn complimenten. Ik zie wel enige overeenkomsten met het aannemen van vrouwelijke politieagentes. In 1911 de eerste politievrouw bij de kinder- en zedenpolitie. Voor de politievrouw in uniform op straat hebben we tot 1970 moeten wachten.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)