Kinderzegels 1931 & 1981: van gehandicapt kind naar kind met handicap - Postzegelblog

Kinderzegels 1931 & 1981: van gehandicapt kind naar kind met handicap

2

De betiteling van dit artikel ‘Van gehandicapt kind naar een kind met een handicap’ ligt in tijd én gevoelsmatig een wereld van verschil. In 1921 werd het geestelijke gebrek van het kind wetenschappelijk en onbetrokken-afstandelijk bekeken. Een halve eeuw later, dus in 1971, heeft het kind o.a. onder invloed van de mondiale aandacht via het ‘Ge-handicapten jaar’ op menselijke maat met hart en ziel aandacht gekregen.

Niet de handicap, maar het kind met de handicap heeft nu aandacht gekregen. De karakterisering van dit artikel had ook ‘Van verstandelijke naar sociaal-maatschappelijke benadering van het kind’ kunnen luiden. Het hart van het kind wordt vanaf de periode 1970 – 1980 in ons land steeds meer door het hart van de hulpverlener omsloten. Het kind komt als persoon met een handicap steeds meer duidelijk op de voorgrond te staan.

Kinderzegels 1931 kind met gebrek

De Centrale Commissie Weldadigheidspostzegels verzoekt PTT het uiterlijk van de kinderzegels 1931 te actualiseren. De kinderzegels dienen een eigentijds gezicht te bezitten, bovendien moet de keuze van het onderwerp anders zijn. Géén getekende of geschilderde afbeeldingen, maar gefotografeerde.

NVPH 240 - Kinderzegel 1931NVPH 241 - Kinderzegel 1931
NVPH 242 - Kinderzegel 1931NVPH 243 - Kinderzegel 1931

Toen Gerrit Kiljan zijn voorontwerpen toonde, bleek van een misverstand sprake te zijn. De ontwerper had niet de gebouwen, waarin het misdeelde kind woont te hebben gefotografeerd, maar de gehandicapte zelf. Op de kinderzegels staan een doof, een achterlijk, een blind en een verwaarloosd kind. De afbeeldingen zijn niet ‘stotend’, maar wel confronterend.
Kiljan gebruikt de fotocollage voor postzegels via de techniek van fotomontage. Kiljan plaats het misdeelde kind zelf als opvallende blikvanger op de kinderzegels. Doel? Kiljan wilde via deze super directe methode laten zien waarvoor de opbrengst van de postzegelverkoop voor bestemd was.

De Bond van de Kinderbescherming stelt wel dat de zegelverkoop ondanks de crisistijd is meegevallen, maar dat “de hoge opbrengst niet bereikt had mogen worden met een middel dat de toets der esthetische waardering niet kan doorstaan!” Reacties varieerden van positief tot uiterst negatief. Voor velen waren de afbeeldingen te confronterend en ethisch onverantwoord gebreken op kinderzegels openbaar te maken. Het is onkies en ongepast’!
Kiljans wederwoord: “Fotografie als nieuwe kunstvorm staat dichter bij het moderne leven. Ik wil laten zien waarvoor de opbrengst van de bijslag van de kinderzegels bedoeld is! De diagonaal geplaatste foto’s en teksten laten de dynamiek van de ‘Nieuwe Typografie’ zien.”

Visie anno 1931

De beperking staat op de eerste plaats, terwijl het kind op tweede plaats terecht is gekomen. Met andere woorden de beperking veroorzaakt een ‘onwaardig’ leven! Ruim een halve eeuw geleden kwamen deze personen in een bosrijke omgeving in een ‘gesticht’ (instelling voor geesteszieken) terecht en waren daarmee aan het oog van iedereen onttrok-ken, dus niet zichtbaar aanwezig, Ze zijn uit beeld ‘verdwenen’ en ‘bestaan’ niet meer.

NVPH 240 - Kinderzegel 1931

Broeder Cesarius oefent met zijn doofstomme leerling Peter Joseph Dorr in het Instituut voor Doven in Sint Michielsgestel de klanken ‘OE’ of ‘OO’. Peter heeft één hand aan de keel van de broeder en één aan zijn eigen keel om de trilling te voelen en te vergelijken met de trilling van zijn eigen stembanden. Zodra er een trillingsovereenkomst ontstaat, spreekt Peter op de juiste manier het woord uit. De broeder bezat engelengeduld bij de daadwerkelijke hulp bij het vele oefenen om toch het juiste woord te laten ontstaan. De afstand tussen de leraar en leerling is op de postzegel kleiner dan die van de oorspronkelijke foto. De techniek van de toen moderne fotomontage maakt deze ‘verkorting’ mogelijk.

NVPH 274 - Zomerzegel 1935 - H.D. Gyot

H.D. Guyot (1753 – 1828) is predikant van de Waalse kerk in Groningen ook de oprichter van het Guyot-Doven Instituut in deze stad. Hij draagt als bef een witte halskraag, waaraan een koninklijke onderscheiding is bevestigd. Zie de toegevoegde hand op de postzegelafbeelding als ‘hulpstuk’ om de oorschelp functioneel te vergroten.

NVPH 243 - Kinderzegel 1931

Een achterlijk kind heeft een achterblijvende geestelijke ontwikkeling, maar die kan ook van lichamelijke aard zijn. Op de postzegel neemt het kind door achterover te leunen (teruggetrokken) een wantrouwende, argwanende en/of achterdochtige houding aan.

NVPH 242 - Kinderzegel 1931NVPH 1077 - 150 jaar Brailleschrift

Het blinde meisje tracht de braille-leesvaardigheid door voortdurende oefening te verhogen. Het minimalistisch gebruik van kleur en de voelbare braillepuntjes maakt de ziende mens kennis met de blinde wereld.

NVPH 243 - Kinderzegel 1931

Iemand steekt rechtsboven zijn / haar hand uit naar de verwaarloosde persoon, waaraan voorheen weinig of geen aandacht is besteed. Hij krijgt nu (daadwerkelijk?) hulp en ondersteuning.

Internationale jaar van de gehandicapten 1981

NVPH 1233 - Kinderzegel 1981NVPH 1235 - Kinderzegel 1981

NVPH 1232 - Kinderzegel 1981

Visie anno 1981

Integratie (of inpassen, accepteren) van de gehandicapte is een steeds groter wordende groep mensen. De kleinste is die van het gezin, vervolgens die van de vriendengroep en tenslotte eindigend met die van de massa.
Het kind staat visueel op de eerste plaats, waardoor een waardig leven mogelijk is. Zijn beperking neemt een ondergeschikte plaats in.
a) 55 cent integratie in het gezin
b) 65 cent integratie in de vriendengroep

Een mens bestaat uit een vereniging van lichaam en geest, die elkaar over en weer beïnvloeden. Een geestelijk beperkt kind is qua geest niet volledig aanwezig, maar lichamelijk wel volledig. Bij integratie in het gezin en de vriendengroep is de geest partieel aanwezig of geheel afwezig.
Op beide postzegels worden de verschillende gradaties van geestelijke aanwezigheid door het ‘uitgeveegd zijn’ of ‘uitgevlakt zijn’ verbeeld door de kleurloosheid van het gelaat en het uitwissen van het gezicht. Het anders zijn dan anderen wordt door ‘gezichtsbeschadiging’ in beeld gebracht (gesymboliseerd).
Zodra het kind erkend / geaccepteerd wordt, krijgt het een stralend gezicht. En functioneert het optimaal.

c) 45 cent integratie in maatschappij
De eerst vrijwel gesloten deur gaat voor het kind steeds verder open, waardoor hij na verloop van tijd meer geaccep-teerd wordt als een gelijkwaardige persoon (met zijn beperking) in de samenleving, in de maatschappij. Het gehandi-capte kind wordt steeds meer zichtbaar op de postzegelafbeelding.
De maatschappij bestaat uit een gemeenschap van heel veel personen (massa), die fotografisch geheel links en aan de bovenkant van de postzegel aanwezig is.

Visie anno 1931, 1981 én in 2021?

Op de kinderzegels 1931 krijgt de handicap van het kind de aandacht. Vijftig jaar later in 1981 krijgt het kind aandacht door de ‘viering’ van het Internationaal Jaar van de Gehandicapten. Het kind op de 45 cent postzegel (nvph 1232) is al voor een groot gedeelte letterlijk zichtbaar aanwezig.
Hoe is het nu, dus 40 jaar later, met de ‘zichtbaarheid’ van het gehandicapte kind gesteld? Is het gehandicapte kind nu in 2021 letterlijk en ook figuurlijk volledig zichtbaar in onze leefwereld, onze maatschappij geworden? Na lezing van dit artikel heeft het kind niet alleen dominerend, maar ook letterlijk kleur gekregen.

Gratis online postzegelcatalogus

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
Thematisch Nederland Nederland Kinderpostzegels



Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

Kijk dan bij Collect Club.

Beoordeel met 1 sterBeoordeel met 2 sterrenBeoordeel met 3 sterrenBeoordeel met 4 sterrenBeoordeel met 5 sterren (4 stemmen, gemiddeld: 4,25 uit 5)
Laden...
PrintSchrijf een reactie

Bate Hylkema schrijft vanaf 1980 artikelen over filatelie en woont in het Friese Beetsterzwaag.

Reacties (2) Schrijf een reactie

  • Hans Vink op 5 december 2021 om 09:51

    Broeder Cesarius is de kloosternaam van Peter Joseph Dorr (geboren 8 maart 1867 te Kerkrade, overleden in Maastricht op 3 januari 1961). Dorr is dus niet de leerling. De naam van de afgebeelde leerling is onbekend (bij mij althans).

  • Hans Vink op 8 december 2021 om 09:46

    Alsnog gevonden:
    De dove leerling op de zegel ‘voor het misdeelde kind’ is Hendrikus, Martinus van de Kerkhof, geboren te Tilburg op 1 maart 1917. Op 13 september 1922 kwam hij als 5- jarige naar het instituut en verbleef aldaar tot 23 juli 1934. Hij vertrok als 17-jarige weer naar Tilburg alwaar hij op 2 juli 1976 overleed, toen 59 jaar oud. Cesar en Hendrik poseerden voor foto’s voor de hoofdingang van het gebouw. Zij waren toen 64 en 14 jaar oud.

Schrijf een reactie

(registratie is niet nodig)