De Vrijheidsklok in Berlijn - Postzegelblog

De Vrijheidsklok in Berlijn

0

De Vrijheidsklok in Berlijn hangt sinds 1950 in de toren van het stadhuis van Schöneberg, dat op dat moment de zetel was van de toenmalige burgemeester van West-Berlijn, Ernst Reuter. Het is de grootste profane klok in Berlijn.

 

Ernst Rudolf Johannes Reuter werd op 29 juli 1889 geboren in Apenrade in Noord-Sleeswijk. Van 1931tot 1933  was Reuter burgemeester van Maagdenburg en parlementslid van de ‘Reichstag’. In 1933 moest hij gedwongen aftreden omdat hij lid was van de ‘Sozialdemokratische Partei Deutschlands’, de SPD. Hij werd opgesloten in concentratiekamp Lichtenburg bij Torgau. Na zijn vrijlating ging hij in ballingschap naar Turkije. Daar bleef hij tot het einde van de Tweede Wereldoorlog waarna hij terugkeerde naar Duitsland. In 1946 werd hij gekozen in het stadsparlement van Berlijn en werd hij verantwoordelijk voor de verkeersafwikkeling in de stad. In 1947 werd Reuter verkozen tot burgemeester van Berlijn. De regering in Moskou was tegen zijn benoeming en dat leidde tot de politieke splitsing van West- en Oost-Berlijn. Het was mede een van de aanleidingen tot de ‘Koude Oorlog’. Een andere aanleiding was de invoering van de D-Mark in de westelijke bezettingszones.

Reuter werd het symbool van West-Berlijn tijdens de blokkade door de Sovjets in 1948 en 1949. De verbindingen over land en water tussen West-Berlijn en West-Duitsland werden door de Russische troepen afgesloten en de stad werd bevoorraad via een luchtbrug, die door de Verenigde Staten was ingesteld. Ernst Reuter overleed in Berlijn op 29 september 1953. Op 12 mei 1959 werd een postzegel uitgegeven ter gelegenheid van het beëindigen van de blokkade van Berlijn. Hierop is een deel van het monument afgebeeld dat door Eduard Ludwig is vervaardigd en in 1951 is onthuld op het plein voor de ingang van het vliegveld Tempelhof in Berlijn. Het monument is een verbeelding van de luchtbrug tussen het vrije westen en West-Berlijn. Op de postzegel zijn vliegtuigen geprojecteerd als symbool voor de luchtbrug. De luchtbrug duurde van 26 juni 1948 tot 12 mei 1949.

Nog enkele postzegels werden uitgegeven met een afbeelding van het monument. Zoals op de postzegel van 90 Pfennig die verscheen op 17 april 1974. Op de zegel werden de drie vlaggen afgebeeld van de drie landen die, zoals ze werden genoemd, beschermingstroepen hadden in de drie westerse sectoren van de door de Duitse Democratische Republiek omsloten stad Berlijn. Inwoners van Berlijn noemen het monument de ‘hongerhark’ of ‘hongerklauw’. In totaal vonden 277.569 vluchten plaats waarbij ongeveer 487.000 ton levensmiddelen en 1.439.000 ton steenkool naar de stad werd gevlogen. Tegen het einde van de luchtbrug landde er elke drie minuten een Brits of Amerikaans vliegtuig op de drie luchthavens in West-Berlijn. Dat waren de luchthavens van Gatow, Tempelhof en Tegel. Door ongevallen kwamen hierbij 31 Amerikanen, 41 Britten en 6 Duitsers om het leven.

Het idee van de ‘Liberty Bell’ voor Berlijn ontstond in mei 1949 in de Verenigde Staten, toen het ‘National Committee for a Free Europe’ in New York werd opgericht. Om de mensen van het Oostblok een ander beeld te bieden dan het beeld behorende bij het Sovjetsysteem, werd het radiostation ‘Radio Vrij Europa’ opgericht. De zender ging op 4 juli 1950 tijdens de Koude Oorlog, in München in de lucht. Het was de ‘Dag van de Onafhankelijkheid’ van de Verenigde Staten. Tegelijkertijd startte generaal Lucius D. Clay, bekend als de ‘Vader van de Berlijnse luchtbrug’ en voorzitter van het ‘Nationaal Comité’, een inzamelingsactie in de Verenigde Staten.

Veel Amerikanen gaven geld om een replica van de Liberty Bell te laten gieten voor de inwoners van Berlijn. Vervaardigd naar voorbeeld van de Amerikaanse Liberty Bell, mocht de klok door de Verenigde Staten reizen op een ‘kruistocht voor vrijheid’ voordat ze naar haar bestemming in Berlijn werd gebracht.

De inzamelingsactie werd, net als de andere activiteiten van het Nationaal Comité, officieel gepresenteerd als een initiatief van particulieren, maar was ontwikkeld en werd ondersteund door de Amerikaanse overheid. De klok zelf werd een symbool voor en van de Amerikanen om de bijzonder nauwe betrekkingen met het naoorlogse West-Berlijn te benadrukken.

De ‘Klok van de Vrijheid’ is tijdens het gieten voorzien van een citaat uit de korte speech van Lincoln ‘Gettysburg Address’ uitgesproken op 19 november 1863: That this world, under God, shall have a new birth of freedom. In de oorspronkelijke speech staat in plaats van ‘world’ het woord ‘nation’.

 

De klok werd in brons gegoten met een gewicht van 10.206 kg door de Britse klokkengieterij Gillett & Johnston in de Londense wijk Croydon. Na de reis door de Verenigde Staten arriveerde de ‘Liberty Bell’ op 20 oktober 1950 in Bremerhaven en op 21 oktober werd hij opgehangen in de toren van het stadhuis van Schöneberg. Op 24 oktober 1950, de Dag van de Verenigde Naties, ging de klok voor het eerst luiden tijdens een viering. Sinds die dag werd elke zondagmiddag een opname uitgezonden van het luiden van de Vrijheidsklok met de woorden van de ‘Belofte van Vrijheid’ door de ’Rundfunk im amerikanischen Sektor’, de RIAS.

 

Op 26 juni 1963, de dag van het bezoek van de Amerikaanse President John F. Kennedy aan Berlijn, luidde de ‘Liberty Bell’ na de toespraak van Kennedy voor het Stadhuis Schöneberg terwijl hij zich in het ‘Gouden Boek’ van de stad Berlijn inschreef. Op de eerste bladzijde van dit boek, dat nu al uit negen delen bestaat, heeft op 8 maart 1949 ereburger Dr. H.C. Rudolf Wissel zijn opdracht en handtekening geplaatst.

Verder wordt de ‘Liberty Bell’ van Berlijn op kerstavond en om middernacht rond de jaarwisseling geluid en via de radio uitgezonden. Bij speciale politieke gebeurtenissen in de wereld wordt de ‘Liberty Bell’ ook geluid, zoals bij de begrafenisdienst voor de slachtoffers van de opstand van 17 juni 1953 op 23 juni 1953. Verder ter gelegenheid van de bijeenkomst voor de slachtoffers van de Hongaarse opstand in 1956 en bij de bijeenkomst op 16 augustus 1961, drie dagen na de bouw van de Berlijnse Muur. Op 3 oktober 1990 luidde de ‘Liberty Bell’ de hereniging van Duitsland in. In navolging van de traditie die in 1950 begon zendt het programma van ‘Deutschlandradio’ sinds 2000 elke zondag om 11:58 uur het luiden van de klok en de Belofte van Vrijheid uit.

De ‘Deutsche Post Berlin’ heeft aan de Vrijheidsklok aandacht geschonken door drie series postzegels uit te geven. De eerste serie verscheen in twee delen ter gelegenheid van de inwijding van de klok op 1 mei 1951. De serie bestond uit vijf frankeerwaarden van 5 Pfennig tot en met 40 Pfennig. Ontwerper was de op 19 april 1888 in Venetië geboren kunstenaar en graveur Leon Schnell. De zegels die op 1 mei werden uitgegeven waren de waarden van 10 Pfennig en 30 Pfennig. Op 6 augustus 1951 verschenen de waarden van 5, 20 en 40 Pfennig. Opvallend is dat de klepel in de klok naar links wijst.

De tweede serie had dezelfde frankeerwaarden, maar in de klok wijst de klepel nu naar rechts en de drukkleuren van de zegels was anders. Met de afbeelding van de klok verschenen briefkaarten met opgedrukte zegelwaarde van 10 Pfennig en 20 Pfennig. De uitgiftedatum van de afgebeelde briefkaart was mei 1952 en de oplage bedroeg slechts 20.000 exemplaren. Ook deze serie werd in twee delen uitgegeven. De eerste twee zegels werden uitgegeven op 23 december 1951 met de waarden van 10 Pfennig en 20 Pfennig. De drie andere zegels, van 5, 30 en 40 Pfennig, verschenen op 27 januari 1952.

De derde serie had eveneens dezelfde frankeerwaarden, doch de klepel hangt nu stil in het midden van de klok. De uitgifte van deze laatste serie vond plaats op drie verschillende dagen. Eerst kwam de zegel van 5 Pfennig uit op 28 juli 1953. Daarna volgden drie zegels, van 20, 30 en 40 Pfennig op 26 september 1953 en als laatste de waarde van 10 Pfennig op 9 oktober 1953. De geldigheid voor de frankering van de 15 postzegels en briefkaarten eindigde op 31 december 1955.

Ter gelegenheid van de verkiezing van de president van de Bondsrepubliek Duitsland verscheen op 17 juli 1954 een herdruk van de postzegel van 20 Pfennig uit 1953 met een opdruk in een oplage van een miljoen exemplaren. Theodor Heuss was in september 1949 verkozen als eerste president van de Bondsrepubliek. Op 17 juli 1954 werd hij direct herkozen met bijna 86% van de geldig uitgebrachte stemmen.

Nog een herdruk van een postzegel met afbeelding van de Vrijheidsklok werd vervaardigd ten behoeve van de uitgifte van een postzegel met toeslag. De postzegel was uitgegeven naar aanleiding van de enorme overstromingen in juli 1956 door overvloedige regenval en vooral smeltwater uit de bergen. De postzegel van 20 Pfennig uitgegeven in 1951 in de kleur rood en de klepel links werd herdrukt in olijfkleur in een oplage van 1½ miljoen exemplaren. Daarna werd in boekdruk de toeslagwaarde van +10 Pfennig aangebracht en een tekst met betrekking tot de wateroverlast. De op de postzegel aanwezige vermelding ‘Deutsche Post’ werd met een zwarte balk afgedekt en daarboven de tekst ‘Deutsche Bundespost Berlin’ aangebracht. De recente overstromingen, enorme schade en verlies aan mensenlevens in juli 2021 in Duitsland, in het bijzonder in het dal van de rivier Ahr, is wellicht weer een aanleiding voor de Duitse Post om daaraan een postzegel te wijden.

Gratis online postzegelcatalogus

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
Historisch Duitsland Verenigde staten Tweede wereldoorlog



Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

Kijk dan bij Collect Club.

Beoordeel met 1 sterBeoordeel met 2 sterrenBeoordeel met 3 sterrenBeoordeel met 4 sterrenBeoordeel met 5 sterren (3 stemmen, gemiddeld: 5,00 uit 5)
Laden...
PrintSchrijf een reactie

Reacties (0)

Schrijf een reactie

(registratie is niet nodig)