Als diverse postzegelemissies met elkaar worden vergeleken, kan verwacht worden dat daaruit ogen-openende conclusies worden getrokken. Toch gebeurt dat niet altijd. Een commercieel denkend en handelend bedrijf als PostNL neemt om financiële redenen toch andere, voor filatelisten minder aantrekkelijke beslissingen. Achteruitgang van het functioneel gebruik van postzegels als frankeermiddel veroorzaakt een terugloop van het oplagecijfer van postzegelemissies. Tegenwoordig wordt het postzegelemissiebeleid op een kunstmatige manier nog in stand gehouden!
Gerelateerde artikelen
De minimalisatie van postzegeloplagen veroorzaakt helaas (ook om dezelfde financiële redenen) postzegeluitgiften met geringe zeggingskracht. Inderdaad weinig zeggende postzegels. De zes emissies ‘Natuur en milieu’, uitgegeven in de periode 1993 – 1998, waarvoor ik in dit artikel de jaren 1996 en 1997 uw aandacht vraag, vormen een zeldzaam groot contrast in kwaliteit en kwantiteit met de huidige emissies ‘Beleef de Natuur’.
1) Natuur en milieu 1996
De emissie ‘Natuur en milieu 1996’ (nvph 1668/71) wordt met voorjaarsbloemen een gevarieerd contact tussen mens en natuur verbeeld op basis van samenwerken, liefhebben en genieten (individueel & massaal).
Tegelijkertijd vestigen de vier zegelafbeeldingen als kleurig tekst- & beeldverhaal ook nog onze aandacht op levenscyclus van een bolgewas: planten, vermeerderen, afsterven en hoogtepunt van de bloembollencultuur in ons land.
70 cent: samenwerken met de natuur (oplage 4.500.000 zegels)
De narcisbol (ecobol, gedistribueerd door Stichting Milieudefensie) komt met tuinschepje en werkhandschoen (staan voor de activiteiten van plantende en verzorgende mens) tot optimale bloei. Informatieve tekst op postzegel completeert het beeld: “Jaarlijks worden in Nederland 2.500.000.000 bloembollen geplant, waarvan ruim 300.000 op biologisch-dynamische wijze geteeld/gekweekt.”
80 cent: liefhebben van de bloem (oplage 7.750.000 zegels)
In Aziatische landen (waar de tulp oorspronkelijk vandaan komt) symboliseert de tulp de vrouw. Deze exotische bloem ‘kust’ een Hollandse bloem (Nederlandse dame met flink aangezette lippen) in deze allegorisch vergelijking/beeldspraak. Volgens de postzegeltekst ontstaat door deze ‘liefdesrelatie’ een “Jaarlijkse toename met 20 nieuwe tulpen.”
100 cent: individueel kunstzinnig genieten van de bloem (oplage 2.250.000 zegels)
Een geaquarelleerde pentekening van een kievitsbloem (1915) van de Schot Charles Mackintosh (1868 – 1928) toont vier levensstadia van de bloem: beneden hangende bloem, iets omhooggaande bloem, naar boven stekende bloem en uitgebloeide bloem met vruchtdoos. Na de bloei staat de vruchtdoos hoog, waaruit de platte zaden door wind en water worden verspreid. De schilder heeft de uitgebloeide decoratief gestileerde bloem ontdaan van twee bloemdekblaadjes, waardoor het ‘interieur’ van de bloem (vrucht- of zaaddoos) beter zichtbaar is.
De info-tekst vermeldt niet alleen de Latijnse naam van de bloem, woonplaats en naam van de schilder aan de Schotse kust, maar ook nog jaartal en bijzonderheid van de bloem: “Fritillaria, Walberswick, Charles Rennie Mackintosh 1915. De kievitsbloem is een beschermd bolgewas.”
160 cent: massaal visueel genieten van bloemen (oplage 1.250.000 vellen)
In 1857 hebben de heren Zocher (vader & zoon) te midden van het streng geometrisch geordende akkerland op de geestgronden (schematisch verbeeld door negen felgekleurde verticale banen) een gevarieerde tuinaanleg-project in neo-barokstijl in Lisse aangelegd. Het oude tuinontwerp van deze ex-kasteeltuin, toeristisch bekend als Keukenhof, staat als maquette-opname voor een deel rechts op de postzegel.
Info-tekst postzegelvel: “Keukenhof toont meer dan 3000 verschillende soorten narcissen, tulpen, hyacinten en krokussen en trekt ieder voorjaar ruim 550.000 bezoekers. Tuinontwerp voor kasteel Keukenhof, de heren Zocher, 1857.”
De info-tekst van de krokus-postzegel: “Krokus ‘Flower Record’, Keukenhof, Lisse 24 soorten krokussen.”
Vormgeving en seriekenmerken
- De drie postzegels geven afbeeldingen van de drie verschijningsvormen én levensstadia van een plant/bolgewas:
* het planten van de bol
* de bloei van de bloem
* de uitgebloeide plant/bloem met zaaddoos - De bolle en kogelronde kistletters verwijzen door de vorm en volume naar de bolgewassen van de voorjaarsbloemen.
- De informatieve statistische teksten completeren de postzegelafbeeldingen. Beeld en tekst ondersteunen elkaar over en weer tot een begrijpbaar en aantrekkelijk geheel.
- De rechthoekige banen op postzegels en postzegelvel verwijzen naar schilderijlijsten.
2) Natuur en milieu 1997
Natuurmonumenten heeft ‘medewerkers’ als dieren in dienst als natuur-beheerders / -onderhouders. In heel wat natuurgebieden zorgen runderen (Schotse hooglanders), paarden (Shetland pony’s) en schapen (Drentse heideschaap) voor het onderhoud en het voortbestaan ervan. Zij doen dat, zoals hun voorgangers al duizenden jaren aaneen hebben gedaan, door te grazen. Daarmee houden zij het open en halfopen karakter van het landschap als duingebied, bosranden en heide op natuurlijke wijze in stand.
Begrazing is eeuwen aaneen de bepalende en constante factor voor het uiterlijk van het landschap geweest, waarin de mens nog weinig of geen invloed had op flora, vegetatie en fauna. Veel planten en dieren (in onderlinge samenhang en verhouding) zijn aan de begrazing aangepast. De natuurlijke begrazing sluit aan bij de samenhang in de natuur. De beheersmaatregelen van de mens zijn kunstmatig en dis-harmonieus met alle gevolgen van dien!
In overzichtelijke vlakverdelingen op drie postzegels/postzegelvel staan rechthoeken (verschillend in grootte, met/zonder kleur). In de gekleurde vlakken staan kleurenfoto’s van dieren, in de ongekleurde vlakken zwart-wit silhouetten van bloemen, planten of struiken. Op de velrand staan silhouetten van dieren.
De kleur in de postzegelvlakken verwijst naar het natuurlijk milieu en de kenmerkende begroeiing in silhouetten hoort erbij. De drie levensecht gekleurde dieren passen als grazers uitstekend bij dit milieu.
Harmonisch leven in natuurgebieden
De op de postzegels afgebeelde roodbruine Schotse hooglander (ruig behaard en lang hoornig), Shetlandpony (kleinste pony, ‘s winters lange winterharen) en heideschaap (spiraalvormig gewonden horens) zijn planteneters. Deze ‘natuurbeheerders’ (met herkenbare lichaamscontouren afgebeeld) weten zichzelf prima te redden in de natuurgebieden. Het zijn in weer en wind echte vrijbuiters (als ‘medewerkers’ in de buitendienst van Natuurmonumenten).
80 cent, oplage 8 miljoen exemplaren
De Shetlandpony vindt als bijpassende grazer in het duingebied (zachtgeel gekleurd) met o.a. als bijbehorende natuurlijke begroeiing zandblauwtje, duinzandviooltje en duinroos (nvph 583) voldoende voedsel.
100 cent, oplage 3 miljoen exemplaren
De Schotse hooglander vindt als bijpassende grazer in de bosranden (groen gekleurd) met o.a. eik, bosbes en bosviool als bijbehorende natuurlijke begroeiing ruimschoots voedsel voor zijn levensonderhoud.
160 cent, oplage 1,2 miljoen exemplaren
Het Drentse heideschaap vindt op de heide (roze gekleurd) als bijpassende grazer met o.a. tormentil, ronde zonnedauw en klokjesgentiaan als bijbehorende natuurlijke begroeiing voldoende voedsel.
De meest typische kenmerken van de drie dieren als oog, hoorn en vacht vallen in een fotografische close up het duidelijkst op.
De paarden houden de bomen kort, de runderen zorgen voor open plekken in het riet met als gevolg dat weidevogels en ganzen er terecht kunnen.
Veelzeggende verwijzingen (letterlijk – figuurlijk)
- De grote grazers vullen met hun omtrek-vorm letterlijk de kleurig achtergrond. In overdrachtelijke zin vullen ze als ‘natuur-medewerkers’ het gat in de natuur (allegorische vergelijking).
- De combinatie van meerdere wit uitgevoerde silhouet-schapen in het grote roze vlak (verwijzing naar de omvang van de grote stille heide) met de witte silhouet-herdershond (in actieve stand) symboliseert/verbeeldt op allegorische wijze een bewaakte schaapskudde.
- Het staat zwart op wit dat de begroeiing onbeperkt de ruimte krijgt (carte blanche) in de natuur en op de postzegel.
- De blauwe vlakken (linksonder) in verschillende kleursterkte verwijzen met de grootte naar de omvang en aanwezigheid van het noodzakelijke water voor de planten.
- De mathematische vlakverdeling komt overeen met het gecultiveerde land met kaarsrechte sloten en de op een rij staande bomen in bossen.
Gebeurtenissen werpen schaduwen vooruit!
Bij deze inhoudsvolle postzegels van de emissies ‘Natuur en Milieu’ 1996 en 1997 is het u ongetwijfeld opgevallen dat ik daarbij de oplagecijfers van de zeven uitgegeven postzegels als 4,5 miljoen, 7,75 miljoen , 2,25 miljoen, 1,25 miljoen, 8 miljoen, 3 miljoen en 1, 2 miljoen heb vermeld.
In een vervolgartikel ga ik (met oplagecijfers van andere emissies) nader in op deze sterk fluctuerende cijfers, die er tot op dit moment toe hebben geleid dat de oplagecijfers niet meer met ‘miljoen’, maar met ‘duizend’ eindigen met als naar gevolg meerdere omtrent boodschaploze emissies zonder enige inhoudelijke zeggingskracht *). Deze fotografische afbeeldingen bezitten slechts artikelen- en catalogi-aanvullende / -ondersteunende zeggingskracht, maar helaas niet voor Nederlandse postzegels, zoals dat een aantal jaren geleden nog gebruikelijk was.
*)
De zeggingskracht van de ‘Duurzaamheid-postzegel’ met toevoegingen ‘doorgeven – ontvangen’ bezit omvangrijke inhoudsvolle ideële informatie. Ik ben bijzonder nieuwsgierig naar de speciale gelegenheidspostzegels uitgegeven t.g.v. de vijftigste verjaardag van koningin Maxima op maandag 17 mei. Wellicht geen historisch overzicht á la koning WA-verjaardagspostzegels (zie Koning Willem-Alexander 50 jaar [23 april 2017]), maar aandacht o.a. voor ideële doelen, waarin de koningin is geïnteresseerd en waarvoor ze warmloopt.
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)