Karl Renner werd geboren op 14 december 1870 in het dorp Untertannowitz, of Dolní Dunajovice, in Zuid-Moravië, dat bijna uitsluitend bevolkt werd door Duitsers. Met zijn tweelingbroer Anton was hij het 17de of 18de kind van een wijnboeren-familie en de kinderen groeiden op in slechte omstandigheden.
Gerelateerde artikelen
Terwijl Renner’s ouders moesten verhuizen naar het armenhuis, was hij in staat om naar de middelbare school te gaan. Hij studeerde met hoge cijfers af in Nikolsburg, thans het Tsjechische Mikulov, en studeerde rechten aan de Universiteit van Wenen. Na de Eerste Wereldoorlog speelde hij een belangrijke rol bij de oprichting van de Eerste Republiek. Van 1918 tot 1920 en leidde hij ook de Oostenrijkse delegatie in de onderhandelingen in Saint Germain ten behoeve van een samengaan van Duitsland en Oostenrijk tot een Duits-Oostenrijk. Van 1920 tot 1934 was Renner lid van de Nationale Raad en van 1931 tot 1933 voorzitter.
Onmiddellijk na de verovering van Wenen in 1945, had het Opperbevel van het Rode Leger Renner gezocht om hem opdracht te geven een voorlopige regering te vormen op bevel van Stalin. Op 4 april 1945 meldde het commando van de Russische 103e Garde divisie dat de gezochte Karl Renner zich op eigen initiatief had ingeschreven in het Gloggnitz-gebied en zich ter beschikking had gesteld voor de vorming van een regering. De Verenigde Staten en Groot-Brittannië hebben pas op 26 april 1945 in de wandelgangen tijdens de Conferentie van ministers van Buitenlandse Zaken van dit Sovjetplan kennis genomen.
Daar deelde de viceminister van Buitenlandse Zaken van de Sovjet-Unie zijn Britse en Amerikaanse collega’s slechts terloops mee dat de volgende dag in Wenen het kabinet Renner zou worden aangekondigd. De Duitse troepen vochten op dat moment nog met het Rode Leger aan de grenzen van de stad Wenen. De Britten protesteerden onmiddellijk. De Amerikanen sloten zich niet aan bij het protest, maar weigerden net als de Britten om de regering van Renner te erkennen. De integratie van de westelijke Oostenrijkse ‘Bundesländer’ in een dergelijke regering was zeer moeilijk om scheuring van het land Oostenrijk in westelijke en oostelijke delen te verhinderen.
De eerste vrije verkiezingen voor de ‘Nationalrat’, het Parlement van de Republiek Oostenrijk, werden op 25 November 1945 gehouden. Zij brachten echter niet de absolute meerderheid voor de Sociaal Democratische Partij, de SPÖ (44,6% van de stemmen), die de Sovjet-Unie had verwacht. De Communistische Partij, de KPÖ behaalde slechts 5,4% van de stemmen. De Oostenrijkse Volkspartij, de ÖVP, behaalde 49,8%, niet voldoende voor een absolute meerderheid.
De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk waren blij met de verkiezingsuitslag en aarzelden niet om het onder Leopold Figl gevormde kabinet te erkennen. De teleurgestelde Sovjet-Unie daarentegen gaf pas na de uitwisseling van drie ministers van de ÖVP met ministers van de SPÖ haar zegen aan de nieuwe Bondsregering. Dr. Karl Renner, lid van de SPÖ, werd op 20 december 1945 tot Bondspresident gekozen. Alle politieke partijen gingen hiermee akkoord.
Ter gelegenheid van een jaar ‘vrij Oostenrijk’ werd op 7 augustus 1946 een serie van vier postzegels uitgegeven. De postzegels met afbeelding Dr. Karl Renner, waren ontworpen door Hans Ranzoni en gedrukt door de Staatsdrukkerij in Wenen in getande vellen van 50 stuks. De oplage bedroeg 450.000 series. De waarden waren 1+1 Schilling, 2+2 Schilling, 3+3 Schilling en 5+5 Schilling. Totaal bedrag 22 Schilling, veel geld voor die tijd. Het eerste schandaal deed zich voor toen Oostenrijkse verzamelaars te weten kwamen dat de series al twee dagen na uitgiftedatum te koop waren bij Zwitserse postzegelhandelaren tegen een lagere prijs dan nominaal. Zij hadden in abonnement het volle pond moeten betalen. De irritatie bij de Oostenrijkse verzamelaars was groot.
Een tweede oplage in blokken van acht postzegels met in het midden de Oostenrijkse adelaar werd gedrukt op geel Japans papier en uitgegeven op 5 september 1946. De in de blokken afgedrukte postzegels bleven ongeperforeerd. De Oostenrijkse Post had zich niet voorbereid op het grote schandaal dat deze tweede oplage teweeg zou brengen. De oplage van de blokken was 20.000 exemplaren, dus in totaal slechts 160.000 series. Lang niet voldoende om aan de vraag van verzamelaars te voldoen. Postzegelhandelaren die een abonnement hadden bij de Oostenrijks Post kregen maar één blokje uitgeleverd ook al hadden zij normaal gesproken soms honderd series of meer in abonnement. Postzegelverzamelaars die lid waren van een erkende postzegelvereniging konden slechts één serie uitgeknipt uit een blokje kopen.
Verzamelaars die geen lid waren van een vereniging hadden zich al de dag voor de uitgifte opgesteld in lange rijen voor de ingang van het postkantoor aan de Krugerstrasse in Wenen, het enige afhaalpunt in het land. Hier was de voorhanden zijnde voorraad al binnen enkele minuten uitverkocht waardoor woedende verzamelaars voor opstootjes zorgden.
Men neemt aan dat ten minste de helft van de oplage blokken op Japans papier was ‘verkocht’ aan de Verenigde Staten als een soort van ‘Wiedergutmachung’, omdat slechts een paar weken na de uitgifte, blokken en uitgeknipte series door Engels sprekende vertegenwoordigers werden aangeboden aan handelaren en verzamelaars tegen vijf tot tien keer de nominale waarde.
Een rechtszaak die door de officiële postzegelhandel tegen de Oostenrijkse Post was aangespannen vanwege de veel te lage oplage van de blokken werd gestaakt na verscheidene onderhandelingen die echter niets opleverden. Ten minste de helft van de blokken werd in afzonderlijke series opgedeeld. Formeel eindigde de geldigheid voor frankering van zowel de eerste serie als de serie gedrukt op geel Japans papier op 30 september 1946.
De Oostenrijkse Post heeft enkele andere postzegels uitgegeven met afbeelding van Dr. Karl Renner. Zoals bij het 30 jarige, het 40 jarige en het 50 jarige bestaan van de Republiek Oostenrijk, zijn honderdste geboortedag en ter gelegenheid van zijn overlijden. Dr. Karl Renner overleed op 31 december 1950 in Wenen en ligt begraven op de erebegraafplaats van het Centrale Kerkhof in Wenen.
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)