De Republiek Ierland kent vier winnaars van de Nobelprijs voor literatuur. Het zijn William Butler Yeats (Nobelprijs 1923), George Bernard Shaw (Nobelprijs 1925), Samuel Beckett (Nobelprijs 1969) en Seamus Heaney (Nobelprijs 1995). De motivering voor de toekenning van de Nobelprijs voor William Butler Yeats was indertijd: ‘Voor zijn immer geïnspireerde poëzie die op een artistieke wijze uiting geeft van de ziel van een geheel volk’.
Gerelateerde artikelen
William Butler Yeats werd op 13 juni 1865 geboren in Sandymount, nu een kustwijk van Dublin met een prachtig zandstrand aan de monding van de River Liffey. Zijn vader, John Butler Yeats, was een afstammeling van Jervis Yeats, een Britse soldaat die met een troepenmacht naar Ierland was overgestoken om de opstand tegen de Britse overheersing in 1691 neer te slaan. Dit werd de Williamitische Oorlog genoemd toen Ierland geregeerd werd door een anglicaansprotestantse elite, die bestond uit leden van de ‘Church of Ireland’, dat loyaal was aan de Britse kroon. Hij werd linnenhandelaar in Dublin en werd later bekend als portretschilder en kunsthandelaar.
In 1867 verhuisde het gezin naar Engeland om hun vader, John, te helpen zijn carrière als kunstenaar voort te zetten. Aanvankelijk kregen de Yeats-kinderen thuis onderwijs. Hun moeder vermaakte hen met verhalen en Ierse volksverhalen. Op 26 januari 1877 ging William naar de Godolphin-school in Slough in het graafschap Berkshire, die hij vier jaar bezocht. Hij raakte gefascineerd door biologie en zoölogie en maakte al vroeg kennis met de literatuur door boeken te lezen uit de schoolbibliotheek. Eind 1880 keerde het gezin terug naar Dublin waar zijn vader een atelier had. Hier ontmoette de jonge William vele andere kunstenaars en schrijvers. Hij begon poëzie te schrijven en in 1885 publiceerde de ‘Dublin University Reviw’ de eerste gedichten van William Butler Yeats, alsmede een essay met de titel ‘Poetry of Sir Samuel Ferguson’.
In 1887 keerde het gezin terug naar Engeland en in 1890 trad William toe tot de ‘Hermetic Order of the Golden Dawn’, de Gouden Dageraad, een geheim genootschap gewijd aan de studie en beoefening van occulte en paranormale activiteiten tijdens de late jaren van de 19e eeuw en begin 20e eeuw. Hij werd medeoprichter van de ‘Rhymer’s Club’, een groep Londense dichters die elkaar regelmatig ontmoetten in een herberg in Fleet Street om hun gedichten en verzen voor te dragen. Zijn meest bekende gedicht is ‘The Lake Isle of Innisfree’ geschreven in 1893. In 1900 vervaardigde de vader van William, John, een portret van de jonge dichter, hierboven afgebeeld.
Het eerste belangrijke gedicht dat door William Butler Yeats werd gepubliceerd was het fantasiewerk ‘The Island of Statues’. Het verscheen in delen in de ‘Dublin University Review’. Verder werk verscheen zoals ‘The Wanderings of Oisin and other Poems’ in 1889, een reeks verzen die hij gedurende de voorafgaande tien jaar had geschreven. In 1899 begonnen William Butler Yeats, Lady Gregory, George Moore en Edward Martyn het ‘Irish Literary Theatre’ om Ierse toneelstukken op te voeren.
Het werd het latere op 27 december 1904 geopende ‘Abbey Theatre’ dat nog altijd bestaat. Het is thans het Nationaal Theater van Ierland. Het originele gebouw werd op 18 juli 1951 helaas door brand verwoest maar in moderne stijl herbouwd. Onder de foyer ligt nu nog een theater ‘The Peacock Theatre’ met een eigen ingang. Samen met de drie andere Nobelprijswinnaars voor Literatuur is William afgebeeld op de postzegel linksboven met op de achtergrond een deel van het oude ‘Abbey Theatre’. De vier postzegels werden in Zweden gedrukt omdat het een gemeenschappelijke uitgifte was geworden met de Postdienst aldaar. Vandaar de zeldzame tekst op de velrand: Sweden Post Stamps. De Zweedse postzegels, die precies dezelfde afbeeldingen hadden als die van Ierland, hadden elk een frankeerwaarde van 10 kronen en waren verkrijgbaar in een postzegelboekje. De uitgiftedatum was zowel in Ierland als in Zweden op 1 oktober 2004.
William Butler Yeats was politiek zeer geïnteresseerd en kon een Ierse Nationalist worden genoemd. Hij zocht een traditionele levensstijl dat tot uitdrukking kwam onder andere in zijn gedicht ‘The Fisherman’. Maar naarmate hij ouder werd werden zijn felle politieke gedachten wat gematigder en werd hij in 1922 zelfs benoemd tot senator in de Ierse Vrijstaat.
William Butler Yeats is samen met drie anderen vereeuwigd op verschillende postzegels. Zoals op de hierboven afgebeelde postzegel die verscheen samen met drie andere Ierse Nobelprijswinnaars, Samuel Beckett en George Bernard Shaw voor literatuur en Séan MacBride die in 1974 de Nobelprijs voor Vrede ontving. De naam MacBride komt ook nadrukkelijk voor in het leven van William omdat hij de vrouw die hij aanbad, Maud Gonne, hem diverse keren had afgewezen toen hij haar ten huwelijk vroeg. Tot zijn ontsteltenis trouwde Maud met de Ierse nationalistische majoor John MacBride. Hun zoon was Séan MacBride, geboren in 1904. John MacBride werd na de Paasopstand van 1916 voor zijn rol daarin geëxecuteerd door de Britten die de opstand hadden neergeslagen.
Als gevolg van de belangstelling van Yeats voor het occulte en paranormale schreef hij een aantal toneelstukken gebaseerd op de Japanse Noh traditie. Het Noh toneelspel is een belangrijke vorm van klassiek Japans muzikaal drama dat sinds de 14e eeuw wordt uitgevoerd. Hij kwam hiermee in aanraking tijdens de Eerste Wereldoorlog toen Yeats in Stone Cottage woonde in de bossen van Sussex. Zijn inspiratie werd mede ingegeven door de Amerikaanse dichter Ezra Pound die samen met de Japanse dichter Yone Noguchi bij hem op bezoek kwamen. In de toneelstukken worden vele maskers gedragen door de spelers. Yeats dacht in de Noh traditie gevonden te hebben wat hij in het occulte zocht. De Ierse Postdienst, An Post, gaf op 9 november 2017 een postzegel uit dat de Noh traditie zoals Yeats dat zag verbeeldde.
William Butler Yeats is niet alleen afgebeeld op een postzegel, maar ook op een bankbiljet van £20. Hier is hij afgebeeld met achter hem de mythologische held Cú Chulainn gebaseerd op een motief dat door het Abbey Theatre werd gebruikt. De tekst op de achtergrond is een manuscript van Yeats van ‘Deirdre’. Deirdre of Derdriu is een tragische heldin uit de Ulstercyclus. Ze is de dochter van Fedlimid mac Daill. Bij haar geboorte voorspelde de druïde Cathbad dat ze mooi zou worden, maar dat ze de oorzaak zou zijn van oorlog en ellende. Het bankbiljet werd uitgegeven tussen 7 januari 1980 en 14 februari 1992. Daarna werd het uit de roulatie genomen omdat vele vervalsingen waren aangetroffen.
William Butler Yeats overleed op 73-jarige leeftijd in ‘Hôtel Idéal Séjour’ in het plaatsje Menton aan de Franse Côte d’Azur op 28 januari 1939. Hij werd begraven in Roquebrune-Cap-Martin. Dat was zijn uitdrukkelijke wens waaraan hij had toegevoegd, dat ‘als de kranten me vergeten zijn, graaf me op en breng me over naar een rustplaats in Ierland’.
Deze laatste wens werd vervuld en de Ierse regering gaf in 1948 opdracht aan Séan MacBride, Minister van Buitenlandse Zaken van Ierland om een en ander te realiseren. Later werd MacBride voorzitter van Amnesty International (van 1961 tot 1975) en ontving hij de Nobelprijswinnaar voor de Vrede. De kist met de opgegraven overblijfselen van Yeats werd met het korvet ‘LÉ Macha’ van de Ierse Marine overgebracht naar Ierland. De kist werd aan land gebracht op 17 september 1948 in de havenstad Galway. Vlak bij zijn geliefde zomerverblijf Thoor Ballylee Castle dat nu is ingericht als museum en cultureel centrum. Hij werd herbegraven gedurende een stromende regen op het kerkhof van St Columba’s Church in het plaatsje Drumcliff in het graafschap Sligo. Het kerkhof is afgebeeld op de prentkaart met de kerk.
Op zijn grafsteen in Ierland staan de woorden: ‘Cast a cold Eye On Life, on Death. Horsseman, pass by’. Het zijn de laatste regels van een van zijn laatste gedichten ‘Under Ben Bulben’. Zijn grafsteen is afgebeeld op de linker postzegel van 52p. Op de rechter zegel van 32p is Séan MacBride afgebeeld. Het postzegelpaartje is afkomstig uit een bladzijde van het prestigeboekje.
In zijn dankwoord na de uitreiking van de Nobelprijs voor Literatuur in 1923 gaf hij aan, dat hij het niet alleen als persoonlijke eer zag, maar ook als erkenning van de jonge Ierse Republiek. Yeats bleef schrijven en werd bij zijn overlijden gezien als een van de meest invloedrijke Europese auteurs van zijn generatie.
In 1995 is een gedicht van Yeats, ‘A Coat’ uit 1914, aangebracht op de gevel van de panden aan de Lange Mare 31 en 33 te Leiden. De foto werd genomen door Willem Hogendoorn. Het was onderdeel van het project Muurgedichten waarmee in Leiden in 1992 was begonnen. Iedere maand werd een gedicht aangebracht op initiatief van de Stichting Tegen-Beeld waarvan de meeste door schilder Jan Willem Bruins. In Leiden zijn meer dan 120 Muurgedichten te zien of te zien geweest in enkele tientallen verschillende talen. Zo is William Butler Yeats tastbaar aanwezig in Nederland, in het hart van Leiden. Op een unieke wijze!
Reacties (3) Schrijf een reactie
Mooi verhaal weer en leuk dat Leiden er in voorkomt.
De Stichting Tegen-beeld had als doel om tegenwicht te bieden aan de culturele verarming en mensen meer vertrouwd te maken met literatuur en poëzie in andere talen. Dat is geslaagd. Toeristen vinden het ook leuk om in hun eigen taal een bekend gedicht te lezen op een Leidse muur. Ik ga toevallig vandaag een muurgedichten-wandeling verzorgen, waarbij de 8 Franse muurgedichten centraal staan. Bon voyage.
Speciaal voor Bate hebben we ook een Fries gedicht van Pieter Jelle Troelstra: Maaie op it iis. (Mei op het ijs) :)
Mooi verhaal en nog wat bijgeleerd over mijn eigen verzameling.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)