De opkomst van de moderne natuurwetenschap was van doorslaggevend belang voor het ontstaan van de moderne filosofie (1500 -1800). Namen als Galileï, Bruno, Keppler, Copernicus en later Isaac Newton (1643 – 1727) zijn onuitwisbaar. In Europa had de pest geheerst, de Reformatie kwam (Luther 1517), godsdienstoorlogen woedden overal en met de ontdekkingsreizen ontstond de Europese expansie.
Gerelateerde artikelen
De 16e eeuw wordt ook de ‘Renaissance’ (wedergeboorte) genoemd: een culturele omwenteling die de mens centraal stelt, naar het voorbeeld van de Oude Grieken en Romeinen. Ook in de kunst komt dit duidelijk naar voren. Onder: detail van ‘David’ van Michelangelo (1475 -1564). De Duitser Johannes Gutenberg (1397- 1468) geldt als de uitvinder van de boekdrukkunst. Deze uitvinding had grote invloed op het intellectuele leven.
De Nederlandse filosoof Desiderius Erasmus wordt ook wel een renaissance-filosoof genoemd. Hij leefde in de overgangsperiode van de middeleeuwse naar de moderne filosofie. De Fransman René Descartes was de eerste echte moderne filosoof (1596 -1650). Hij woonde in de Nederlanden in de 17e eeuw. Kunst en wetenschap stonden toen op een hoog niveau. Namen als Christiaan Huygens, Antonie van Leeuwenhoek, Joost van den Vondel, Frans Hals, Vermeer, Rembrandt en Fabritius veroverden wereldfaam.
Desiderius Erasmus (Rotterdam 1466, 1467 of 1469 – Basel 1536)
‘Heel de wereld is mijn vaderland’
Desiderius Erasmus (ook genoemd Desiderius Erasmus Roterodamus) was een Nederlandse priester, augustijner kanunnik, theoloog, filosoof, schrijver en humanist.
Humanisme is een levensbeschouwing die zich niet beroept op een goddelijke openbaring, maar vertrouwt op het vermogen van de mens om zelf zijn leven zin te geven, zich baserend op westerse universele waarden zoals menselijke waardigheid, mondigheid, vrijheid, tolerantie en verantwoordelijkheid.
Erasmus was een onwettig kind. Zijn vader was priester in Gouda, zijn moeder diens huishoudster. Hij werd geboren in Rotterdam. Een jaar voor de geboorte van Erasmus kregen zijn ouders al samen een kind: Pieter. Na drie jaar Rotterdam vertrokken zij weer naar Gouda. Erasmus heeft nogal geworsteld met zijn afkomst. Dit is waarschijnlijk de reden waarom er zoveel onduidelijkheid is omtrent zijn geboortejaar. Hij volgde in Gouda de parochieschool en het gymnasium. Vanaf 1478 was hij leerling aan de Latijnse school te Deventer die met de Latijnse school in Zwolle bekend stond als de beste onderwijsinstelling van de noordelijke Nederlanden. Het onderwijs had een humanistische inslag. De Latijnse school in Deventer voegde Grieks toe aan het vakkenpakket, wat tot dat moment alleen gegeven werd op de universiteiten van Leuven en Keulen. Erasmus kreeg hier zijn eerste lessen Grieks. (Hij sprak en schreef al Latijn). Wegens een pestuitbraak ontvluchtte hij in 1485 de stad Deventer en studeerde verder aan de Latijnse school in Den Bosch. In 1487 deed hij zijn intrede in het Klooster Emmaus te Stein bij Gouda. Hier schreef hij zijn ‘De Contemptu Mundi’ , een pleidooi voor het kloosterleven, waarin hij echter kritiek uitte op de pietluttige regeltjes en beknotting van de menselijke vrijheid. Na zijn priesterwijding in 1492 kreeg hij in verband met zijn zwakke gezondheid meer mogelijkheden tot studie.
Met toestemming van Bisschop Van Bergen mocht Erasmus in 1495 een theologiestudie in Parijs beginnen. Het onderwijs werd beheerst door de Scotisten, scholastieke theologen die zich verloren in eindeloze spitsvondigheden hetgeen volgens Erasmus weinig meer met de christelijke basisgeschriften gemeen had. Hij leerde in Parijs veel mensen kennen, waaronder veel humanisten. Hij kwam terecht in Engeland waar hij al snel vriendschap sloot met andere humanisten waaronder Thomas More, de auteur van ‘Utopia’. Thomas More (1478-1535) was ook een renaissance-humanist, jurist, filosoof en staatsman. Hij schreef in 1516 ‘Utopia’ waarin hij het politieke systeem van een ideale, niet bestaande eilandstaat beschrijft. Wegens ‘hoogverraad’ werd hij later ter dood veroordeeld en onthoofd op Tower Hill in Londen op 6 juli 1535.
Erasmus was een bijzonder geleerd man die al bij zijn leven in geheel Europa als een van de grote denkers uit zijn tijd werd erkend. Door zijn kennis van het Grieks stelde hij vast dat het Nieuwe Testament (het tweede deel van de christelijke Bijbel) niet in alle gevallen goed vertaald was naar het Latijn. Hij besloot om het van oorsprong Griekse Nieuwe Testament opnieuw te vertalen en in druk uit te geven. Hij werd overspoeld door felle kritiek van de katholieke, universitaire wereld. De taal van de Kerk was tenslotte Latijn en niet Grieks. Voor zijn Griekse Nieuwe Testament beschikte Erasmus over zes Griekse handschriften, die hij in het Latijn vertaalde. Met zijn nieuwe uitgave legde Erasmus een grondslag voor de Hervorming van Luther, die hem later gebruikte voor de vertaling van de Bijbel naar het Duits. In 1517 hing Maarten Luther zijn 95 stellingen op de kerkdeur van Wittenberg en zette zo een proces op gang: de protestante Reformatie. De bestrijders van de Reformatie verweten Erasmus dat hij voor Luther de weg had geplaveid. De katholieken vonden hem een ketter, Luther noemde hem een lafaard. Keer op keer bepleitte Erasmus tolerantie tussen de beide opvattingen. Het mocht niet baten: wederzijdse verkettering, vrijheidsbeperking en de brandstapel waren een feit. Twee motieven bepalen het gedachtegoed van Erasmus: de vrijheid van mensen en vrede. Over de vrijheid schrijft hij onder meer in 1516 de ‘Institutio, opvoeding van een christelijke vorst’ voor de jonge koning van Spanje, de latere keizer Karel V. Daarin stelt hij dat de mens vrij is en dat een christen daarom niet tiranniek mag heersen over christenen en hen niet als slaven mag behandelen. In 1517 schreef hij ‘Querela Pacis’, de klacht van de vrede. Hij richt zich daarin tegen het nationalisme.
‘De vos heeft vele streken en de egel maar één, doch dat is de beste van allemaal.’
In 1506 vertrok Erasmus voor drie jaar naar Italië. Op de terugweg, richting Engeland, schreef hij in een week, zijn ‘Lof der Zotheid’, een bijtende satire doorspekt met mededogen en humor. Hij drijft de spot met de misplaatste ernst waarmee alle mensen, ongeacht beroep, stand of positie hun eigen belangen najagen en de kortzichtigheid waarmee zij klaar staan om te oordelen over elkaar. Het werd een van de populairste filosofische werken van de late Middeleeuwen. De illustraties zijn van Hans Holbein de Jongere. De zegel links op de enveloppe is van de familie van Thomas More. Het Erasmushuis, vermeld in het stempel, werd een klein museum in de plaats Anderlecht waar Erasmus korte tijd logeerde tijdens zijn verblijf in België.
De laatste jaren van zijn leven bracht hij door in Freiburg im Breisgau in Duitsland. Hij overleed in Bazel, Zwitserland in 1536 alwaar hij begraven ligt in de Münster van Bazel.
Erasmus onderhield een uitgebreide briefwisseling met verschillende vooraanstaande humanisten. De 3141 brieven van en aan Erasmus zijn bewaard gebleven en uitgegeven. Hieronder een fragment uit een ervan.
Deze brief van uitgeverij Erasme stamt uit 1948. De uitgeverij bestaat nog steeds en is onderdeel van het concern Averbode in België, gespecialiseerd in educatieve boeken en tijdschriften in België en Nederland.
De IESN (International Erasmus Student Network) is een Europees uitwisselingsprogramma voor studenten, opgericht door de EU in 1987. In 2014 kreeg het de naam Erasmus +. Het is nog steeds een groot succes. Het werd door veel landen op de kaart gezet door uitgifte van prachtige postzegels. Zo ook Portugal: 25 jaar ERASMUS project.
Op een gevel in Gouda staat een citaat van Erasmus: ‘Reizigers zijn wij in deze wereld, geen bewoners.’
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)