De postzegels van Faroer in 1998

18 oktober 2017, 10:32 uur - Cees Janssen

Het uitgifteprogramma van de postdienst van de Faroer gaf drie data aan waarop in totaal acht verschillende postzegeluitgiften zouden verschijnen. Twee series, totaal zes zegels en een boekje in februari, drie uitgiften in mei, totaal zeven zegels en als laatste drie uitgiften in september, totaal zeven zegels en een boekje. Wel overzichtelijk voor verzamelaars die een abonnement hadden op de uitgiften van de Faroer eilanden.

Post Views: 1.889

De eerste serie van vier zegels zag er wat somber uit. Heel veel zwart werd gebruikt om de Ballade van Brynhild uit te beelden. Het is de langste ballade van de Faroer bestaande uit 238 coupletten met ertussen telkens een refrein. De ballade behoort tot de legenden van Sigurd, een Noorse held uit de mythologie. De legende ontstond in de negende eeuw en werd op rijm gezet in de 14^de eeuw.

Brynhild is de dochter en schildmaagd van koning Budli. Ze was door de god Odin gestraft wegens het doden van een koning en dwergen hadden een muur van vuur gebouwd rond haar kasteel. Alleen de dapperste held kon door deze ring van vuur rijden. Die held was Sigurd op zijn paard Grani. Na een korte liefdesrelatie verliet hij haar weer. Ontwerper was Anki Eli Petersen.

Twee standvogels werden op een postzegel afgebeeld door Astrid Andreasen. Het waren de spreeuw en de merel, ook bij ons zeer bekende vogels. Een standvogel blijft overwinteren in het broedgebied. De vogels weten slechte weersomstandigheden het hoofd te bieden.

In het postzegelboekje zijn vijf postzegels met de spreeuw en vijf met de merel opgenomen in een lange strook van 10 stuks. Zowel de serie over de Ballade van Brynhild als de twee vogelzegels werden uitgegeven op 23 februari 1998.

Grafisch ontwerper Edward Fuglø werd in 1965 in Klasvík op het eiland Bordoy geboren. Hij verzorgde de vormgeving van vier postzegels ter gelegenheid van ‘Het Internationale Jaar van de Oceaan’, geproclameerd door de Verenigde Naties. Op de eerste zegel beeldde hij witflankdolfijnen uit. Ze komen voor op het noordelijke halfrond in zeewater van tussen de 6 en 20 graden.

De orka behoort ook tot de dolfijnen en wordt ook wel zwaardwalvis genoemd. Dat komt door de vorm van de opvallende rugvin die wel twee meter hoog kan zijn. Volwassen mannetjes meten tussen de 6 en 8 meter maar ook langere exemplaren zijn aangetroffen. Orka’s komen voor in bijna alle wereldzeeën, zowel in de tropen als in gematigde en koude wateren.

De tuimelaar siert de derde postzegel. De tuimelaar is een sociale dolfijn die meestal in groepen wordt waargenomen. De hersenen bestaan uit twee helften. Als de dolfijn slaapt is de ene hersenhelft in rust en de andere helft bij bewustzijn. Zo zorgt de dolfijn ervoor dat hij niet verdrinkt in zijn slaap, hij moet immers aan de oppervlakte komen om adem te halen. Deze manier van slapen is ook een bescherming tegen vijanden onder water.

De witte dolfijn of beloega komt voornamelijk voor in de arctische en subarctische zeeën. De zuidgrens van hun verspreidingsgebied in Europa ligt tot boven Noorwegen. De witte dolfijn wordt maximaal zeven meter lang en tot 2.000 kilogram zwaar. De dolfijn kan een leeftijd bereiken van 30 tot 40 jaar. De uitgiftedatum van de serie was 18 mei 1998.

Ter gelegenheid van de 50^ste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens verscheen een postzegel, ook op 18 mei 1998. Mensenrechten zijn de basis van vrijheid, gerechtigheid en vrede, aldus de verklaring die werd opgesteld op 10 december 1948 door de Verenigde Naties. De verklaring werd ontworpen door de VN Commissie voor Mensenrechten en gepropageerd door Eleanor Roosevelt, weduwe van de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt.

Een breed in te vullen thema werd gekozen voor de Europazegels van 1998. Het thema was ‘Nationale feestdagen’. Op de zegels is een stoet te zien die voorbij trekt op de Nationale Feestdag van de Faroer eilanden, Sint Olav’s Dag ook wel Vlaggendag genoemd. Deze wordt jaarlijks gevierd op 29 juli. Het is een zowel politieke als geestelijke feestdag, Ólavsøka. Op de eerste zegel een parade van sporters en paarden. Op de tweede een groep ambtenaren en politici. De ontwerper van de postzegels was Edward Fuglø. Uitgiftedag van de postzegels was 18 mei 1998.

Op 14 september 1998 werd een serie van vier postzegels uitgegeven gewijd aan de schilder Hans Hansen, ook wel Hans í Mikladali genoemd. Hij werd geboren op 14 november 1920 te Mikladalur op het eiland Kalsoy. Tot 1938 werkte hij als visser toen hij naar Kopenhagen vertrok. Hier nam hij lessen om opgeleid te worden tot kunstschilder. Hij vervaardigde samen met een andere kunstenaar, Ingálvur av Reyni, onder andere muurschilderingen.

Schilderijen van zijn hand werden tentoongesteld in Reykjavík, Lerwick en Edinburgh. Maar uiteraard ook in Thorshavn en de na de hoofdstad tweede in grootte, Klaksvík. Op de eerste zegel is het schilderij ‘Hagamynd’ afgebeeld wat ‘heide’ betekent. Hijzelf is afgebeeld met een zelfportret op de postzegel van 8 kronen. Hansen overleed op 8 maart 1970.

Het dorp Nes-Toftir ligt op het eiland Eysturoy. Hier staat een modern uitziende kerk, de Frederikskerk, ingewijd op 27 november 1994. De kerk behoort tot de Evangelische Gemeente. Architect van de kerk was Høgni Würdig Larsen uit Torshavn. Hij was niet alleen architect maar ook beeldhouwer. Zo vervaardigde hij in zijn werkplaats ten behoeve van de kerk in zwart Zweeds graniet het altaar en de preekstoel en de doopvont van basalt van de Faroer zelf.

De postzegels werden, naast velletjes van 20 stuks, ook uitgegeven in een postzegelboekje. Vijf van de ene en vijf van de andere zegel. De uitgiftedatum was 14 september 1998.

Als laatste zegel, eveneens uitgegeven op 14 september 1998, was een exemplaar behorende tot de permanente serie postzegels met afbeelding van de 18 eilanden van de Faroer in de waarde van 14 kronen.

Post Views: 1.889