Op 11 september 2017 verschijnt de emissie Wederopbouw architectuur na de 2e Wereld Oorlog. De tien zwart-wit foto’s (afkomstig uit het architectuur-archief van Het Nieuwe Instituut) tonen gebouwen (alle uit de vroege wederopbouwperiode tot 1958) in verschillende stijlen en met verschillende functies. Het postzegelontwerp is van Ariënne Boelens uit Rotterdam.
Gerelateerde artikelen
Wederopbouw architectuur uitgiftedatum 11 september 2017
Tien postzegelafbeeldingen
Dirk Roosenburg en Sybold van Ravesteyn
Velsertunnel – Velsen
De ventilatiegebouwen met ventilatietorens van de Velsertunnel aan weerskanten van het Noordzeekanaal in Velsen zijn ontstaan in 1957 (ontwerp architect D. Rooseburg). Opvallend zijn de acht afzonderlijke, hoge en ranke ventilatieschachten/-torens boven de gebouwen.
Benzinestation Purfina – Arnhem
Het Purfina-benzinestation (later Fina-benzinepomp) in Arnhem is onder architectuur van S. van Ravesteyn in 1957 gebouwd. Door ruimtes in trapeziumvorm achter elkaar te plaatsen, lijkt het wit geschilderde gebouwtje van steen en beton groter dan het is. Dit effect wordt vooral bereikt door de gebogen lijn van de gevel. Door de ingang en de ramen (met stalen raamsponningen) op de hoek te plaatsen, lijkt het gebouw ook lichter. Het ruimtelijk effect ontstaat door het schuin oplopende en overstekende dak met een onregelmatig gevormde luifel met inhammen.
Huig Maaskant – Willem van Tijen – Ernest Groosman en Marcel Breuer
Industriegebouw – Rotterdam
Bij gebrek aan bedrijfsruimte voor kleine bedrijven in de oorlog is in 1951 deze collectieve huisvesting onder architectuur van H.A. Maaskant, W. van Tijen & E.F. Groosman ontstaan.
Van Leer’s vatenfabriek – Amstelveen
Het voormalige kantoorgebouw van Van Leer’s vatenfabriek in Amstelveen is in 1958 gebouwd naar een ontwerp van Marcel Breuer. Het opvallende uiterlijk van het gebouw komt overeen met de vorm van het logo van de firma: de letter ‘H’ met schuin uitstaande poten.
David Zuiderhoek en Frans Dingemans
Soesterkwartier – Amersfoort
In het Soesterkwartier zijn medio vijftiger jaren van de vorige eeuw te midden van veel groen een groot aantal flatgebouwen (architect D. Zuiderhoek) verrezen aan ruim opgezette woonstraten.
Gemeenteflat – Maastricht
Het Gemeenteflat in Maastricht (1950) van architect F.C.J. Dingemans is de eerste hoogbouw in de stad. Bij de bouw is het nieuwe bouwen toegepast: betonelementen in combinatie met baksteen. Opvallend zijn de drie verticale trappenhuizen tegenover de horizontale galerijwoningen (90 stuks) met naar voren tredende balkons in combinatie met een terug-liggende hoogste woonlaag.
Gerrit Rietveld en Willem Dudok
Weverij De Ploeg – Bergeijk
Het markante fabrieksgebouw van weverij De Ploeg in Bergeijk (architect G.Th. Rietveld) telt 8 gebogen sheddaken, die uit geavanceerd voorgespannen beton (7 cm dik) zijn opgetrokken. De maatvoering van het gebouw is op de breedte van een weefgetouw afgestemd. De ritmische westgevel bestaat uit schuin geplaatste wanden van beton, die de kanteling van de daken volgen.
Hoogovens – IJmuiden
Het hoofdgebouw van de hoogovens in IJmuiden (architect W.M.Dudok) bestaat uit een langwerpig gebouw van drie verdiepingen, dat aan de voorkant onderbroken wordt door een bijna even hoge glazen toegangspoort voor het productieterrein. Haaks op het hoofdgebouw staan aan de achterkant vleugels met productiehallen.
Frants Edvard Röntgen en Ko Oud
Faculteit voor Geodesie – Wageningen
De faculteit voor Geodesie (landmeetkunde) in Wageningen is in 1953 onder architect F.E. Röntgen in de esthetisch-functionalistische bouwtrant uitgevoerd. De hoofdopzet van het gebouw komt logischerwijs uit de functie van het pand voort, dat op een stuwwal staat met een vrij uitzicht over de uiterwaarden. Op het rechthoekige grondplan van het laboratorium met twee bouwlagen bevindt zich een terugliggende practiumzaal met glazen voorzijde voor landmetingen. De uitkijktoren functioneert voor driehoeksmetingen. Het pand bestaat uit gewapend beton en is bekleed met machinale steen.
Tweede Vrijzinnig-Christelijk Lyceum – Den Haag
Voor het Tweede Vrijzinnig-Christelijk Lyceum in Den Haag hield architect J.J.P. Oud in 1954 bij het functionalistische ontwerp en de bouw rekening met onderwijskundige uitgangspunten o.a. van het Daltononderwijs.
Vormgeving postzegels
- De informatieve en toelichtende tekst van de bovenste velrand luidt: “Tijdens de wederopbouw van Nederland werden bruggen, wegen, spoorwegen, woningen en fabrieken herbouwd. Maar er was ook veel aandacht voor nieuwbouw met een maatschappelijke functie (scholen, banken en overheidsgebouwen). Kunst met de 1½ procentregeling *) en landschapsarchitectuur in woongebieden en rondom utiliteitsgebouwen.
De ontwerpen van de wederopbouw laten een strijd zien tussen traditionalisten, modernisten en shake-hands-architectuur (huwelijk tussen baksteen en beton). - Per postzegel zijn van ieder gebouw twee foto’s opgevoerd: een grote overzichtsfoto en een kleine detailfoto. Beide foto’s zijn gescheiden door een transparante verticale kleurenbalk (in pasteltint uitgevoerd) met daarin de landsnaam en frankeerwaarde-aanduiding ‘1’.
- Met deze per horizontaal postzegelpaar verspringende en verticale kleurenbalk komt de rust en de frisheid van die periode tot uiting. Deze balken verspringen meer of minder naar links of rechts. Hiermee suggereert ontwerpster Ariënne Boelens toch ietsje van de opstartende dynamiek, die met de wederopbouw van ons land langzamerhand ontstaat.
- De steunkleuren (turquoise, pastelgroen en oudroze) benadrukken ook het tijdsbeeld, waarin men de voorkeur gaf aan zachte, gedekte kleuren met weinig contrast met het toen veel toegepaste bruin en grijs. Deze per rij toegepaste pastelkleuren weerspiegelen de ingetogen hoop van die periode, maar ook de nauwkeurigheid en de netheid uit die tijd.
- In de detailfoto’s zijn dun gekleurde lijnen aangebracht (overeenkomend met een van de drie pasteltinten per horizontaal postzegelpaar in kleurvlak en verticale balk), die de kenmerkende contouren van de architectuur aangeven.
- De originele zwart-wit foto’s zijn eerst naar zuiver zwart-wit teruggebracht: “Vervolgens heb ik een klein beetje geel toegevoegd, omdat het anders veel te koud zou worden.”
*) De 1½-procentregeling hield destijds in dat anderhalf procent van de bouwkosten aan de kunstzinnige verfraaiing van het pand besteed werd.
Foto’s door PostNL
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)