John Fitzgerald Kennedy werd op 29 mei 1917 in Brookline (Massachusetts) geboren. Hij was het tweede van zeven kinderen. Zijn overgrootouders waren naar Amerika gekomen vanuit Ierland. Hij was lid van de democratische partij en werd op 20 januari 1961 de 35ste president van de Verenigde Staten van Amerika. Er zijn meer dan zeshonderd postzegels over hem uitgegeven, waarvan ongeveer een dozijn in Europese landen.

Post Views: 1.405

Het Westen was hoopvol toen Kennedy begon, want het waren onzekere tijden. De muur van Berlijn was pas opgetrokken (op 13 augustus 1961). Cuba lag dwars. De koude oorlog speelde behoorlijk op. Zijn tegenstander uit het Oosten, Nikita Chroesjtsjov, was behoorlijk link en vergde veel politieke moed. Zijn beslissingen verhinderden, hoogstwaarschijnlijk, een derde wereldoorlog met verschrikkelijke gevolgen door het gebruik van atoomwapens.
Zijn houding werd verheven tot een mythe. Zijn motto luidde: “Vraag niet wat het land voor jou kan doen. Vraag wat jij voor je land kunt doen”.
Hij was 35 toen hij in de senaat werd gekozen. Hij hield zich vooral bezig met het welbevinden van de burgers, vooral ook de zwarte medeburgers. Veel Amerikanen meldden zich vrijwillig om in Vietnam tegen het communisme te vechten, om, zoals hij in zijn inauguratierede zei: “Betaal iedere prijs om de Vrijheid tegen het communisme te verdedigen”. Zelf had hij in de tweede wereldoorlog gevochten tegen de Japanners, een strijd waar hij niet ongeschonden uitgekomen was en onder andere ook nog eens malaria aan overhield.

Samen met zijn broer, die door hem werd benoemd tot minister van Justitie, bracht hij vele hervormingen aan op sociaal gebied Hij verhoogde het minimumloon, bevorderde de vrije handel door afschaffing van tolheffingen. Hij kreeg het in 1963, voor elkaar dat de gekleurde medeburgers stemrecht kregen en niet meer gediscrimineerd mochten worden.

Het werd hem echter niet door iedereen in dank afgenomen. Op 22 november 1963 werd hij door een kogel, zittend naast zijn vrouw Jacqueline, in de open cabriolet in Dallas, vermoord. Een grote Amerikaan kwam zo aan zijn einde. Met spijt en teleurstelling denken wij in onze chaotische tijden en met een stupide president, terug aan hoe groot en intelligent een man kan zijn in zijn eenvoud.