Dat de Belgische Postdienst ten behoeve van de financiering van het paviljoen van de Verenigde Naties op de Expo 58 in Brussel en enkele andere internationale organisaties een serie van tien postzegel uitgaf voor ‘de gewone post’ was nog daar aan toe. Maar dan ook nog eens zes postzegels uit te geven voor luchtpostzendingen? Was dat wel nodig?
Gerelateerde artikelen
De eerste luchtpostzegel had een frankeerwaarde van 5F en was gewijd aan de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie. Het ontwerp van de zegel was van Jean van Noten en de gravure was vervaardigd door Henri Decuyper. Het drukken van de serie postzegels werd gedaan door de Zegeldrukkerij te Mechelen in staaldiepdruk. Afgebeeld is een zogenoemde marshaller of seingever zoals die nog te werk gaan op kleinere vliegvelden om vliegtuigen op de grond te leiden. Op de achtergrond een weer observatieschip voor de nodige weerberichten voor de luchtvaart piloten. De afkorting voor de International Civil Aviation Organization is ICAO, opgericht op 4 april 1947. Deze organisatie houdt zich vooral bezig met internationale regels voor de burgerluchtvaart, vliegrampen en procedures bij het overschrijden van territoriale luchtgrenzen van landen.
Het weer komt terug op de postzegel van 6F voor de Meteorologische wereldorganisatie. Op de zegel, ontworpen door Jean van Noten en gegraveerd door Henri Decuyper, is heel wat te zien. Een peilings- of weerballon, peilingsradar en een windmeter of anemometer met op de achtergrond regen en zonneschijn. In 1873 werd de International Meteorological Organization opgericht die door de Verenigde Naties in 1951 werd omgevormd tot World Meteorological Organization, afgekort met de letters WMO.
De postzegel van 7.50F geeft een beeld met betrekking tot bescherming van vluchtelingen. Afgebeeld is een wachtende vluchtelingen familie. Het ontwerp van de zegel was van L. Turner uit Miami (USA) en de gravure was vervaardigd door Charles Leclercqz. Thans behoort de organisatie tot de United Nations High Commissioner for Refugees, de UNHCR, opgericht op 14 december 1950 als opvolger van de International Refugee Organization uit 1947.
De Algemene Overeenkomst over Tarieven en Handel die werd gesloten betreffende de internationale handel- en douanetarieven is uitgebeeld op de postzegel van 8F. Ontwerper Jean van Noten gebruikte als symbolen een geopende slagboom voor vrije handel met daarnaast het handelskenteken. De postzegel werd gegraveerd door Leon Janssens. Thans wordt het werk uitgevoerd door de World Trade Organization, de WTO, opgericht in 1995. Daarvoor was het General Agreement of Tariffs and Trade, de GATT, actief.
Het Kindernoodfonds ofwel de UNICEF, het huidige United Nations Children’s Fund, is afgebeeld op de postzegel van 9F. Kinderen uit alle werelddelen reiken elkaar de hand rond de aardbol. Op 11 december 1946 was het United Nations International Children’s Emergency Fund opgericht. Vandaar dat nog steeds de letter E voorkomt in de afkorting UNICEF. Het ontwerp van de zegel was van M. Maniet uit Parijs en de gravure was vervaardigd door Charles Leclercqz.
De laatste postzegel, met een waarde van 10F, is gewijd aan het Agentschap voor Kernenergie, thans de IAEA genoemd. Het Agentschap werd opgericht op 29 juli 1957 op voordracht van de toenmalige president van de Verenigde Staten, Dwight D. Eisenhower in een toespraak in 1953. Als symbool is een atoom afgebeeld met op de achtergrond een pijl. Het ontwerp van de zegel was van M. Maniet uit Parijs en de gravure was vervaardigd door Henri Decuyper.
Echte poststukken gefrankeerd met luchtpostzegels heb ik nog nooit gezien. En poststukken gefrankeerde met de postzegels voor gewone post evenmin! Wel een groot aantal herinneringskaarten, blanco kaarten en enveloppen met op verzoek gestempelde postzegels zoals de hierboven afgebeelde kaart met de gevel aan de noordzijde van het Paleis van de Verenigde Naties in Genève en het logo van de VN.
Echt gelopen poststukken, dus die zijn gepost in de brievenbus van het paviljoen, moeten bestaan gefrankeerd met de postzegels van 1F, 1.50F, 2.50F of 5F. Op bovenstaande kaart zijn de vijf los verkrijgbare postzegels geplakt op een kaart en naar New-York gezonden. De postzegels waren buiten gebruik gesteld op 1 oktober 1958 maar de zegels op de kaart zijn gestempeld op 19 oktober 1958. Waren ze overgebleven en op deze wijze nog nuttig gemaakt als ‘gestempelde’ exemplaren? Of werden de aldus gefrankeerde en gestempeld kaarten alsnog verkocht via het Bureau in New-York?
En natuurlijk de onvermijdelijke eerstedag enveloppen, twee voor de luchtpostzegels en vier stuks voor de gewone postzegels. Het verkochte aantal complete series bedroeg 340.771 stuks. Hoe de verdeelsleutel is geweest tussen de Belgische postdienst en het Bureau van de Verenigde Naties betreffende de opbrengst van de verkoop van de postzegels is geweest, weet ik niet. Maar ik denk wel dat de Belgische postdienst de rekening voor het ontwerpen, graveren en drukken van de zegels neergelegd heeft bij het Bureau van de VN. De verkoopprijs van een complete serie, dus 16 postzegels, was precies 100F. De bruto opbrengst was derhalve 34.077.100F ofwel €844.749,-, de verkoop van de losse postzegels niet meegerekend. Toch een aardig bedrag, vooral bijeengebracht door postzegelverzamelaars die zich bevonden onder de meer dan 41 miljoen bezoekers die de Expo trok. Want de meeste series verdwenen rechtstreeks in de albums. Heeft u ze indertijd ook gekocht?
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)