De dierentuin in Antwerpen is een van de oudste in Europa, opengegaan op 21 juli 1843. Het is een geliefde dierentuin met gemiddeld een miljoen bezoekers per jaar. Toe wij er waren was het niet zo druk als tegenwoordig. De dierentuin is aangelegd in de toenmalige Antwerpse wijk Groenenhoek, naast het al lang verdwenen houten spoorwegstation Borgerhout. Dat station werd in 1854 vervangen door het station Antwerpen-Oost dat op zijn beurt in 1905 vervangen door station Antwerpen-Centraal.

De beginjaren van de dierentuin waren eenvoudig. Men kon alleen een verzameling opgezette dieren zien van de eerste directeur van de tuin, Jacques Kets, en enkele geiten en paarden. In 1847 werd de tuin verrijkt met een chimpansee. Maar langzaamaan werd de dierentuin uitgebreid met meer exotische dieren. Door fokprogramma’s en de verkoop van pasgeboren dieren werd kapitaal verkregen om de dierentuin verder uit te breiden. De dierentuin heeft spannende momenten meegemaakt. In 1868 ontsnapte een tijger en in 1885 werd een verzorger gedood door een neushoorn. Een werkelijke ramp voltrok zich op 11 januari 1888 toen het apengebouw afbrandde en 79 apen omkwamen in de vlammenzee.

Een volgende ramp voltrok zich in 1914 toen Antwerpen gebombardeerd werd door Duitse zeppelins. Alle gevaarlijke roofdieren werden, om te voorkomen dat ze eventueel zouden ontsnappen, afgeschoten. Door gebrek een voedsel moesten tijdens de Eerste Wereldoorlog vele dieren worden geslacht om als voedsel te dienen voor andere dieren, zoals de roofvogels. Door de oorlog was de dierentuin ernstig beschadigd en was het dierenbestand teruggelopen tot minder dan 20%.

Na de oorlog werd door leningen, giften en opbrengsten uit evenementen de wederopbouw bekostigd van de dierentuin. Diergaarde Blijdorp in Rotterdam had tijdens de oorlog 25 dieren geadopteerd die na herstel van de verblijven en hokken werden teruggegeven, samen met enkele meerkatten en antilopen. Ook andere dierentuinen deden schenkingen, zoals die van Kopenhagen, Dublin, Buenos Aires en New York. Twee olifanten werden uit Congo gehaald met nog een dertigtal Afrikaanse dieren.

Maar ook andere dieren werden in de dierentuin opgenomen die er eerst niet waren, zoals een jaguar, bruine beren, ijsberen, lama’s en kangoeroes. De okapi, zoals afgebeeld op de postzegel van 2 Fr. arriveerde in 1919. Het dier, met de naam Buta, leefde niet lang in de dierentuin. Het stierf al na vijftig dagen. Pas in 1928 werd voor de tweede keer een okapi in de dierentuin opgenomen maar die leefde slechts twee weken.

Naast de serie postzegels (mijn ouders kochten vier series waarvan ik er nog drie in de verzameling heb) werden ook nog twee eerstedag enveloppen gekocht. Ze dachten dat de toeslag op de postzegels bestemd was voor de dierentuin zelf maar later leerde ik dat het voor ‘filantropische werken’ bedoeld was. Mijn ouders hadden het de dierentuin graag gegund!

In het speciale stempel was een afbeelding opgenomen van een okapi. De uitgiftedatum van de serie was 3 juni 1961 en wij waren op bezoek in de dierentuin tijdens de schoolvakantie. Ons derde bezoek weet ik nog wel. Maar we zouden het jaar daarna, in 1962, weer terug gaan. Want wij hadden begin januari 1962 al gehoord dat er weer een serie postzegels zou verschijnen met dieren die voorkwamen in de Antwerpse Zoo. Maar dat leest u in deel 2.

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
• Historisch • Apen • Tweede wereldoorlog

Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

(6 stemmen, gemiddeld: 5,00 uit 5)

Laden...