De verscheidenheid aan initiatiefnemers achter postzegelemissies is me met een opmerking in het artikel ‘Wie redt de postzegel?’ in het NRC-dagblad van 25 januari 2017 en het mailcontact met Het Nieuwe Instituut in Rotterdam pas opgevallen.
Gerelateerde artikelen
Arjen Ribbens: “Het werk van Julius Vermeulen veranderde
- toen bedrijven en instellingen minder vaak bij PostNL aanklopten met onderwerpen voor postzegels en
- de afdeling marketing begon aan te dringen op een commerciële invulling”, aldus Arjen Ribbens in NRC van 25 januari 2017.
De strekking van het eerste aandachtspunt ontging me na lezing aanvankelijk. Na het mail-contact met Het Nieuwe Instituut in Rotterdam over het Stijl-postzegelvelletje kreeg het voor mij inhoudelijk pas betekenis door de zeggenschap en het medebeslissingsrecht van het Instituut, dat als postzegel-aanvragende partij (naderhand aangevuld met het Haagse Gemeentemuseum) contact met PostNL opnam.
Zeggenschap en/of medebeslissingsrecht!
- In het contact met Het Nieuwe Instituut in Rotterdam werd me duidelijk dat beide musea in samenwerking met PostNL deze postzegels hebben uitgebracht. Deze samenwerking heeft vooral betrekking op de selectiekeuze van de verschillende zegelonderwerpen.
- Het Rotterdamse Instituut beheert één van de grootste architectuurcollecties ter wereld. De STIJL is het best vertegenwoordigd met de archieven van Van Doesburg en Van Eesteren: “Als oprichter van de STIJL wilden we vooral daarom aandacht geven in de postzegelserie aan het werk van Theo van Doesburg.”
- De Rotterdamse informatie vervolgt: “Het Instituut is en blijft een architectuurcollectie en -archief, beeldende kunstenaars ontbreken daarin. Vandaar is een samenwerkingsverband met het Haagse Gemeentemuseum aangedaan.”
- “Het Gemeentemuseum heeft twee schilderijen en de Stoel geleverd. In de voorselectie is aanvankelijk wel een geschilderd ontwerp van Bart van der Leck opgenomen geweest (ontwerp tegeltableau), maar bij verkleining op postzegelformaat verliest het zijn kracht en uitstraling.”
- “De tekeningen van Contra-constructie en het Maison Particuliere nemen binnen het archief van Van Doesburg een prominente plek in. Het zijn de meest uitgewerkte, waarbij ook het kleurgebruik de essentie van de STIJL representeert. Misschien ook wel omdat het ideeën-studies zijn en geen uitgevoerde ontwerpen. De tekeningen van de uitgevoerde ontwerpen zijn dan ook veel soberder”, volgens Behrang Mousavi, manager Erfgoed van Het Nieuwe Instituut uit Rotterdam.
- Abstracte afbeeldingen domineren over realistische: “Vrijwel geen van de STIJL-ontwerpen van Theo van Doesburg en Cornelis van Eesteren zijn gerealiseerd.”
Het glas-in-lood-raam ‘De grote pastorale’ (1923) van Theo van Doesburg aan de zijgevel van de landbouwschool in Drachten bestaat uit acht glazen met twee keer de rooier, de spitter, de maaier & de zaaier. Een van deze gestileerd kubistische raamafbeeldingen van werkers op het land had de abstracte afbeeldingen van het postzegelvelletje aansprekend kunnen compenseren.
- Sieben, Productmanager Postzegels van PostNL: “Om de productie niet in gevaar te brengen, heeft PostNL besloten deze relatieve over-tegenwoordiging van Van Doesburg te accepteren. De STIJL is een kunststroming die zich bezig hield met verbeelding (abstracte beeldtaal)) in plaats van afbeeldingen (realistische weergave). Dat heeft zijn weerslag gevonden in de keuze van de beelden.”
Resumerend
Er is geen volledigheid in de STIJL-emissie ontstaan. Van Doesburg komt maar liefst zes keer aan de orde (onderbouwd in punten 2, 5, 6 & 7) en Van Eesteren drie keer, terwijl Mondriaan maar twee keer wordt opgevoerd en Van der Leck geheel ontbreekt (zie aandachtspunt 4)!
Bij het tot stand komen van deze emissie is sprake geweest van ongelijkheid en ‘kaas-van-het-brood-eten’.
- Ik veronderstel dat het Rotterdamse Instituut door gebrek aan kleurig beeldend werk in eigen collectie pas contact met het Gemeentemuseum heeft opgenomen. Het Haagse museum speelt met drie werken een ondergeschikte rol (punt 3).
- De selectie van postzegelafbeeldingen en -onderwerpen heeft PostNL feitelijk geheel uit handen gegeven (zie punt 7). Onderwerpen en/of afbeeldingen zijn dus door externe partners bepaald.
- Hiermee wordt het me nu ook duidelijk waarom een postzegelonderwerp herhaald weer aan de orde kan komen. Een buitenstaanders heeft uiteraard geen zicht op de postzegelbeelden, die in de loop der jaren eerder de revue hebben gepasseerd.
- Bij deze Stijl-emissie valt de in 1983 uitgegeven Stijl-beweging-postzegel (nvph 1288) aanvullend op, die als kleurige verschijning uitstekend aansluit bij de nieuwe Stijl-postzegel.
- Aansluitend hierbij valt de toegeeflijkheid van PostNL op. Het postbedrijf heeft niet alleen toegestaan dat een al eerder opgevoerde postzegelafbeelding/-onderwerp weer kan worden gebruikt, maar ook dat twee elkaar ondersteunende en redelijk abstracte afbeeldingen in een en dezelfde emissie worden opgenomen (zie punt 7).
Postzegelaanvragers
De kennis, die ik met deze emissie heb opgestoken, heeft mijn ogen meer geopend. Achter postzegelemissies blijken initiatieven, aanvragen en selectie-overwegingen van instellingen en het zakelijke bedrijfsleven te schuilen.
- De aanwezigheid van instellingen was me bekend. Hierbij valt te denken aan de Kinderpostzegels en die van de Zomer- en Rode Kruispostzegels.
- Bij de rol van de postzegelkeuze van het zakelijke bedrijfsleven en andere instellingen heb ik nooit stilgestaan. Bij het doorbladeren van de postzegelcatalogus vallen me nu toch meerdere postzegelseries op met zakelijke belangen van anderen (postzegelaanvragers).
- Toch is PostNL zelf ook een initiatiefnemer bij de uitgave van postzegelemissies. Te denken valt o.a. aan de langlopende Willem-Alexander-frankeerzegels, zakenpostzegels, de liefde-, geboorte & rouwpostzegels en Decemberpostzegels.
De uitgifte per jaar van postzegelemissies hangt niet meer samen met frankeren van poststukken (zoals dat eens *) het geval is geweest), maar met commerciële belangen van het nationale postbedrijf. De postzegel-aanvragende partijen (zij betalen de ontwerp- en aanmaakkosten) zien de postzegel als een aantrekkelijk attenderings- en/of promotiemiddel.
Afname van zakelijke opdrachtgevers en/of initiatiefnemers van postzegels heeft wellicht te maken met de achteruitgang van het postzegelgebruik als frankeermiddel. De ruchtbaarheidsfunctie van de postzegel neemt daarmee af.
Geldverslindende en artistiek verantwoorde postzegelafbeeldingen behoren nu tot het verleden. In de ogen van de PostNL-marketing-afdeling voldoen ook minder hoogstaande artistiek-vormgegeven postzegels aan hun commerciële activiteiten (zie 2e aandachtspunt van de inleiding). Denk hierbij aan het pas uitgegeven speciale momenten-postzegelvelletje.
*) Schoorvoetend kwamen begin 1900 als eerste initiatiefnemers van de Tuberculoze-postzegels (nvph 84/6) in 1906, De Ruyter-zegels (nvph 87/9) in 1907 en 100 jaar Onafhankelijkheid (nvph 90/01) in 1913. Structureel vervolgd door Toorop-postzegels (nvph 134/35) in 1923 en vervolgd door kinder- en zomerpostzegels. Begin zeventiger jaren van de vorige eeuw nam het aantal zakelijke postzegelaanvragers drastisch toe.
Reacties (13) Schrijf een reactie
Graag zou ik commentaar op dit artikel willen zien in plaats van een score van twee maal één punt (een zware onvoldoende) te geven. Opbouwende kritiek is altijd welkom! Maar op deze anonieme wijze een artikel afbreken is mijns inziens verwerpelijk. Kom voor uw mening uit in de vorm van commentaar! Daarmee wordt veel meer bereikt.
Ik lees de bijdragen van Bate Hylkema altijd met grote waardering!
Ben het helemaal met Cees eens. Echter, ik heb al meermaals op artikelen van Bate stevig negatieve, maar wel onderbouwde, kritiek gegeven (ik ben zeker niet altijd negatief; zie bv. vorige week). Mijn kritiek leidde echter nooit tot een discussie waarin ik bv. mijn mening zou hebben kunnen herzien of waarin de schrijver zijn artikelen zelf ook wat kritischer beschouwde. Het onderbouwen van kritiek heeft tot nu toe dus geen enkel nut gehad.
In algemene zin kan ik zeggen dat ik allergisch ben voor artikelen waarin negatieve opmerkingen, schofferingen of zelfs verdachtmakingen zijn opgenomen _zonder_ enige onderbouwing met harde feiten. Dat is in vele eerdere artikelen van Bate het geval geweest, en het gebeurt in bovenstaande artikel opnieuw.
Het bovenstaande artikel is niet het ergste voorbeeld (in eerdere artikelen kwamen o.a. zeer zware, niet onderbouwde verdachtmakingen aan het adres van o.a. PostNL voorbij), maar ook nu weer hetzelfde probleem. Een voorbeeld (er zijn er meer te vinden in het artikel):
Het artikel zegt: “Bij het tot stand komen van deze emissie is sprake geweest van […] ‘kaas-van-het-brood-eten’.” Hier staat dus letterlijk dat het Haagse Gemeentemuseum zijn werk niet goed heeft gedaan (of erger: dat het door een stelletje slapjanussen is gedaan). Dit kun je _nooit_ zeggen als je letterlijk geen enkel idee hebt hoe de discussie omtrent het ontstaan van deze emissie heeft plaatsgevonden. Een voor de hand liggende alternatieve (en niet negatieve!) gedachte is namelijk: misschien leidde de beschikbare financiele middelen van elk van de partijen wel logischerwijs tot deze 7 vs. 3 verdeling? Ik zou graag de visie van het Haagse museum hierop hebben (en van de andere betrokkenen bij deze emissie), maar die wordt niet gegeven.
Nogmaals, dit artikel is niet het ergste voorbeeld, maar ik kan hier met geen mogelijkheid enige waardering voor opbrengen. En ik verbaas me zelfs keer op keer dat de meeste lezers hier _geen_ kritiek op hebben.
Ik heb het al eerder gezegd: kom met feiten, en hou je bij die feiten. Er zijn al veel te veel ‘alternatieve feiten’ in de wereld tegenwoordig. Speculeren mag uiteraard, maar dan _nooit_ in de richting van schoffering of verdachtmaking. Dat is namelijk de arena van zotten en populisten.
@Cees
Ik heb dezelfde of een gelijkaardige opmerking al eerder gemaakt een paar maanden geleden, en uit de reacties op mijn bedenking blijkt dat het anderen ook al is opgevallen. Wellicht hebben we hier te maken met een laf, geniepig ventje (of meer dan één) die om één of andere reden iets heeft tegen Bate, en die persoonlijke aversie meent te moeten uiten door de artikels van Bate telkens – anoniem uiteraard – de laagste quotering te geven. Dit soort achterbaks gedoe kan met een eenvoudige ingreep door de webmaster worden onmogelijk gemaakt door aan de evaluatie van een artikel de naam van de gever van die evaluatie te koppelen. Verder zou het passend zijn dat ieder reageert met vermelding van zijn naam.
@Patrick. Ik heb al aangegeven dat ik regelmatig ook positief ben over artikelen van Bate, en dat ik in die gevallen ook gewoon een positieve score geef. Ik heb hierboven bovendien uitgebreid aangegeven waarom ik het artikel van vandaag niet goed kan waarderen. Ook kun je mijn commentaar op eerdere artikelen gewoon terugvinden.
Ik zou daarom graag een reactie zien op mijn inhoudelijke argumenten hierboven. Je hoeft het uiteraard (!) niet met mijn argumenten eens te zijn, maar geef dan aan waarom de door mij regelmatig geconstateerde ‘niet onderbouwde schofferingen en/of verdachtmakingen’ in Bate’s artikelen in jouw ogen niet bestaan, of niet zo ernstig zijn.
Terzijde: ikzelf heb overigens geen thumbs down gegeven op jouw commentaar hierboven (ik zie er nl. al een aantal staan). Elke bijdrage aan deze discussie lijkt me namelijk waardevol, of ik het nu met de inhoud eens ben of niet.
@Stampertje
Je schrijft dat je niet begrijpt waarom de meeste lezers hier geen kritiek op hebben, en met dat woordje “hier” bedoel je al die “negatieve opmerkingen, verdachtmakingen en schofferingen” waarmee Bate Hylkema zijn artikelen volgens jou lardeert.
Wellicht hebben de meeste lezers hier geen kritiek op omdat ze begrijpen dat dit geen wetenschappelijk of juridisch artikel is, maar een journalistieke tekst die niet enkel feiten weergeeft, maar ook de interpretatie door de auteur van die feiten. Zijn persoonlijke mening, zo je wil. Dat is de vrijheid van de steller van de tekst. En dat jij je er dan over beklaagt dat de auteur zich naar jou toe niet verantwoordt voor die mening en er met jou niet over in discussie gaat, vind ik eerlijk gezegd nogal bevreemdend. Overigens, waarom zou de auteur in gesprek gaan met iemand die zélf lekker veilig anoniem wenst te blijven?
@Patrick
Dank voor je reactie. Gedeeltelijk ben ik het zeker met je eens.
Uiteraard, het is geen wetenschappelijke of juridische tekst, dat begrijp ik. Maar dat neemt allereerst niet weg dat het met een kleine stylistisch ingreep wel een stuk duidelijker gemaakt kan worden waar de feiten eindigen, en waar de persoonlijke mening begint. Dat is zeker niet altijd helder in Bate’s teksten. Ten tweede, en veel belangrijker: het geven van een gedegen, onderbouwde mening is echt iets anders is dan losse-flodder stemmingmakerij. Ik hoop en vermoed dat ieders bijdrage hier (van auteurs alsook van reageerders) een poging is Postzegelblog een beetje levendig en op een redelijke kwaliteit te houden. Een mening zonder enige onderbouwing – ook in een journalistieke tekst – komt die kwaliteit m.i. niet ten goede.
Overigens, ik ‘beklaagde’ me niet zozeer dat er eerder niet gereageerd is op mijn kritiek. Ik beschouw mijn kritiek als stevig maar wel opbouwend, in de hoop dat dat een bijdrage levert aan de kwaliteit in de toekomst. Wordt daar niets mee gedaan, of wordt mijn mening niet gedeeld, dan is dat uiteraard prima. Maar dan moet er toch niet steeds zo verbaasd gereageerd worden op het simpele feit _dat_ er kritiek bestaat. Ik ben duidelijk niet de enige, en die mening wordt ook met ons gedeeld (zie bv. de reactie van Guido, Breda, enkele blogs geleden). Het reactie- en score-systeem bestaat toch niet aleen om iedereen in hoezee-stemming in dezelfde richting de polonaise te laten lopen?
En over dat anonieme. Tja, zelfs als ik wel een echte naam zou gebruiken, dan nog is het nooit zeker dat ik ben wie ik zeg dat ik ben. Dus dat maakt op dit moment niet zoveel uit. Een link met Facebook oid zou hier kunnen helpen; dat zou de webmaster kunnen overwegen. Ik hoop in elk geval dat mijn reacties worden gezien als afkomstig van iemand die weldegelijk integer en opbouwend probeert te zijn.
Bate zet zijn naam erboven, dus is het zijn mening en interpretatie. Volkomen duidelijk. Ik zet altijd mijn naam voluit erbij, want ik ben verantwoordelijk voor elke tekst die ik schrijf en daar mag iedereen me op aan spreken. Anoniem zou verboden moet worden in de computerwereld, iedereen is altijd verantwoordelijk voor zijn teksten en daden. Of zie ik dat verkeerd?
Het lijkt wel alsof ‘anoniem’ alleen een probleem is als er kritiek is. In het verleden heb ik Bate namelijk ook netjes geholpen bij zijn zoektocht naar de kinderen afgebeeld op de kinderzegels van 1951. Regelmatig ook plaats ik positieve toevoegingen bij artikelen alhier (met referenties en links), zoals kortgeleden nog bij Bate’s artikel over de Luis Alemany Indarte collectie. Dat deed ik toen ook anoniem, dus geheel onbaatzuchtig. Dat was blijkbaar prima. Maar nu mijn bijdrage kritisch is is het ineens wel een probleem? Dat is meten met twee maten.
Is de _inhoud_ van een bijdrage ineens minder waar als er geen naam bij staat? Ik kan mezelf wel Henk Zijlstra gaan noemen, maar daar gaat het niet werkelijk om. Waar het wel om gaat is dat er inhoudelijk serieuze kritiek is (en echt niet alleen van mij). Het zou hier veel meer over die inhoud moeten gaan:
Is een mening (in dit geval van Bate) werkelijk een mening als die niet of niet voldoende is onderbouwd? Is een niet-onderbouwde (negatieve) opinie niet gewoon stemmingmakerij? En hoort stemmingmakerij hier thuis op Postzegelblog? (zoek bv. Bate’s artikelen over PostNL betreffende de vermeende onrechtmatige houding t.o.v. SKN nog maar eens op; m.i. voldoende materiaal voor PostNL om een rechtzaak tegen Postzegelblog te beginnen wegens smaad… brrr).
Wat is het nut van 5 sterretjes als je niet op alleen het eerste sterretje mag klikken? Als iemand het artikel waardeloos vind of het er totaal niet mee eens is dan mag er van mij gewoon op 1 sterretje worden geklikt.
Ik heb dit artikel gisteren ook 1 sterretje gegeven. Waarom? Ik ben sowieso geen fan van Bate’s artikels. Soms maakt hij wel een goed punt, dan krijgt het artikel van mij meer sterretjes. Maar dit artikel is wéér één of andere saaie opsomming van punten. Dan valt dit artikel nog mee. Sommigen andere artikels zijn gewoon een puinhoop. En dan heb ik het nog niet gehad over de manier waarop deze artikels worden geschreven en samengesteld.
Op 1 sterretje klikken is mijn kritiek.
Inhoudelijk kritiek hebben heeft toch geen nut. Dat wordt toch door Bate genegeerd heb ik bij zijn andere artikelen gezien. Als hij al reageert is het alleen maar als aanvulling op zijn artikel.
Bate kan altijd nog aan Postzegelblog vragen of de reageeroptie kan worden uitgeschakeld. Net als bij de artikels van Hero Wit, die heeft nogal moeite met kritiek, ook al was dat positieve kritiek met tips om hem te helpen. (Ging destijds over de zeer slechte kwaliteit van de afbeeldingen bij ‘In kost bestek’)
Lars raakt daar nog een punt dat inderdaad belangrijk is: een waardering van 1 ster kan vele dingen betekenen, o.a.:
– zeer goed geschreven artikel, maar volstrekt oneens met de strekking
– volledig eens met de strekking, maar bijzonder slecht geschreven artikel
Het een is een waardering op inhoud, het ander op vorm. Een waardering kan ook een gewogen gemiddelde daarvan zijn. Het score systeem staat hierin geen enkel onderscheid toe.
Ik ben het overigens met Lars (en anderen) eens dat ook de vorm van Bate’s artikelen vaak e.e.a. te wensen over laat. Soms is er zelfs voor een geoefend lezer geen touw aan vast te knopen. Zie bv. het recente ‘opleuken’ vs. ‘neerleuken’ artikel, of het artikel over ‘de achtergronden’ bij de recente poststempelcrisis. Ik begrijp beide artikelen nog steeds niet helemaal. En eigenlijk is dat vooral jammer. Als schrijver wil je toch allereerst begrepen worden?
Bij schrijven is het net zo als bij radio: je hebt een zender en een ontvanger. Als je het niet goed hoort (begrijpt) kan het aan beide liggen. ,Dat de artikelen van Bate te wensen overlaten mag je vinden. Ik zou zeggen schrijf zelf eens wat artikelen, wekelijks natuurlijk. En dan natuurlijk wel met je eigen naam eronder, zoals Bate en ik altijd doen. De beste stuurlui staan aan wal.
Volgens mij moet de rol van ‘kritiek’ wel goed begrepen worden. In mijn werk als wetenschapper en tevens hoofdredacteur van een internationaal wetenschappelijk tijdschrift heb ik dagelijks te maken met _anonieme_ (jawel!) reviews op artikelen en onderzoeksvoorstellen. Zo werkt dat in de wetenschap. Kritiek is daar te allen tijde bedoeld om een beoogd eindresultaat zo optimaal mogelijk te krijgen (of te verwerpen). Vooral ook negatieve kritiek is dus iets positiefs. Hoewel het hier op Postzegelblog uiteraard geen wetenschap betreft, is er geen reden de discussie hierboven, die m.i. verder vrij ordentelijk verloopt, totaal anders te beschouwen.
Het zelf schrijven van artikelen doe ik inderdaad bijna wekelijks, maar (helaas) niet over filatelie. Daar zal ik zeker een keer tijd voor gaan maken (ik wil zelfs een boek schrijven), maar nu ontbreekt me de tijd daarvoor. Overigens ben ik het volstrekt oneens met de stelling dat iemand die hier zelf geen artikelen schrijft geen kritiek mag leveren. Dat is als zeggen dat ik niet mag beweren dat ik Adele een vreselijke zangeres vindt, omdat ik zelf geen zuivere noot kan uitbrengen. In dat geval zou ook het score-systeem alhier alleen de scores van schrijvers zelf moeten accepteren, en dat is – m.i. tercht – niet het geval.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)