Wereldvluchtelingenjaar 1960 - Postzegelblog

Wereldvluchtelingenjaar 1960

1

De Verenigde Naties hadden de periode van juni 1959 tot en met de zomer van 1960 uitgeroepen tot Wereldvluchtelingenjaar. Meer dan 70 landen gaven gehoor aan de oproep van de VN om op 7 april 1960 een of meer postzegels uit te geven naar aanleiding van dat jaar. Ook de Belgische Postdienst deed daaraan mee.

 

 

belgie-1125
belgie-1128

 

Drie postzegels werden door Jean van Noten ontworpen met aansprekende afbeeldingen. De postzegel van 40c + 10c laat een jong kind zien dat uitgeput tegen een muur leunt.

belgie-1126
belgie-1129

De postzegel van 3F + 1.50F heeft als afbeelding een man met een wandelstok. De afbeelding is het minst duidelijk als bedoeld om een vluchteling uit te beelden.

belgie-1127
belgie-1130

De derde postzegel van 6F + 3F is wel heel duidelijk een vluchtelinge met haar schamele bezittingen. Indrukwekkend is de gelaten uitdrukking van de vrouw waaruit hulpeloosheid en hopeloosheid spreekt.

belgie-blok-32

Naast de serie van drie postzegels werd blokje uitgegeven. Hierin waren de drie postzegels opgenomen, echter in gewijzigde kleuren. Van dit blokje werden 213.886 exemplaren verkocht bij inschrijving.

belgie-blok-32-ca

Opvallend bij het blokje is, dat de perforatie rechts van de postzegel van 6F + 3F als ‘tweede perforatieslag’ is aangebracht. Daardoor zijn nogal wat afwijkingen ontstaan. Zoals een ‘brugje’ tussen twee perforatiegaten en verschoven verticale perforatie aan de rechter zijde.

belgie-blok-32-aa

Heel duidelijk zichtbaar bij bovenstaand blokje waarbij, naast dat de postzegels zich scheef in het blokje bevinden, grote tandingbruggen zijn ontstaan bij de postzegel van 6F + 3F. Wellicht dat een verzamelaar hier meer over kan vertellen?

fdc-p-78

Maar wie kwam op het idee om wereldwijd op 7 april 1960 postzegels uit te doen geven door zo mogelijk alle landen die bij de VN waren aangesloten? De grondleggers van de Stichting Vluchteling in Nederland waren de verzetshelden Gerrit Jan van Heuven Goedhart en Cees Brouwer. Van Heuven Goedhart was in de oorlog Minister van Justitie in het kabinet Gerbrandy en werd in 1950 benoemd tot de allereerste Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen in Genève. Om geld in te zamelen voor het vluchtelingenwerk deed hij een beroep op Cees Brouwer om met ideeën te komen. Cees Brouwer stelde voor om reclame te maken voor het Wereldvluchtelingenjaar 1959/1960 door middel van postzegels en een toeslag. De toenmalige Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor het Vluchtelingenwezen was Dr. A.R. Lindt in Zwitserland. Hij stemde in met het voorstel en Brouwer kreeg de opdracht om te onderzoeken of landen bereid waren hieraan mee te werken. Dat lukte erg goed . IJsland was het eerste land dat de toezegging deed om postzegels voor het Wereldvluchtelingenjaar uit te geven.

fdc-un

Een aantal landen stelde bij de uitgifte van de postzegels ook een eerstedagenvelop beschikbaar. De Franse ontwerper Jean Cocteau had een ontwerp gemaakt voor het vignet op de envelop voor de postzegels van het Vaticaan. Hij stelde dit ontwerp om niet ter beschikking van de Verenigde Naties die het naar de landen zond die postzegels uitgaven voor het Wereldvluchtelingenjaar. De meeste Europese landen gebruikten het ontwerp van Cocteau voor hun enveloppen. Ook België nam dit ontwerp over, naast een eigen ontwerp. Het gemeenschappelijk uitgeven van postzegels door twee of meer landen zou hierna nog vele malen plaatsvinden. En het vluchtelingenprobleem? Nog altijd zeer actueel!

Gratis online postzegelcatalogus

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
Historisch Verenigde Naties Zwitserland



Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

Kijk dan bij Collect Club.

Beoordeel met 1 sterBeoordeel met 2 sterrenBeoordeel met 3 sterrenBeoordeel met 4 sterrenBeoordeel met 5 sterren (6 stemmen, gemiddeld: 5,00 uit 5)
Laden...
PrintSchrijf een reactie

Reacties (1)

  • Patrick Lava op 16 januari 2017 om 17:18

    Dat is mij eigenlijk nooit eerder opgevallen, maar de tanding van die blokken is inderdaad enigszins onregelmatig. Hetzelfde verschijnsel stel ik vast bij de blokken Jordaens en Van Der Weyden uit 1949, Atletiek 1950 en ook nog bij de Ieperblok uit 1962. Maar alle blokken daarna (dus vanaf de Grote Vredesklok 1963) en daarvóór bv de blok Van Roey 1952 of volledige vellen uit de jaren ’50 hebben mooie, nette, regelmatige kamtanding.
    Mijn – uiteraard zeer voorlopige conclusie na deze oppervlakkige beschouwing is: minstens vanaf 1952 (en misschien ook al eerder) beschikte de Zegeldrukkerij over een tandingmachine die mooie, afgelijnde perforaties gaf, zowel voor blokken als voor vellen van 25 of 30 stuks. Later heeft men blijkbaar bij gelegenheid en minstens tot in 1962 (blok Vluchtelingen, blok Ieper, en voor de volledige vellen: hoogste waarde Expo ’58, hoogste waarde Rode Kruis ’59 en wellicht ook hoogste waarde Koninklijke Bibliotheek ’59) teruggegrepen op een ouder toestel, waarvan de tanding onregelmatiger is, en bijna doet denken aan lijntanding.
    Het lijkt me inderdaad interessant om hierover de mening te horen van iemand die over meer informatie beschikt.

Schrijf een reactie

(registratie is niet nodig)