Op de lagere school, zo heette dat toen nog in mijn geboortedorp, had de onderwijzer van de eerste klas een groepje jeugdige postzegelverzamelaars samengesteld uit de zes klassen. Ik was een van die verzamelaartjes. Maar als een scholier naar de brugklas ging dan kreeg hij een ‘aandenken’ in de vorm van een mooie postzegel die hij uit een album mocht uitzoeken.
Gerelateerde artikelen
De onderwijzer was een echte Francofiel die vrijwel elk jaar op vakantie ging naar Frankrijk. En daar vandaan nam hij altijd postzegels mee voor ‘zijn’ clubje. Toen ik aan de beurt was om de school te verlaten en naar de brugklas te gaan mocht ik ook een postzegel uitzoeken. En ik werd meteen getroffen door een grote zwarte postzegel met gebouwen die in Parijs te zien zijn. Deze luchtpostzegel, met een waarde van 1.000 Franc heb ik sindsdien altijd behouden.
Later, toen ik er achter kwam dat nog meer luchtpostzegels in 1949 door de Franse Post waren uitgegeven, heb ik die erbij gezocht. De bovenstaande postzegel van 100 Franc werd uitgegeven op 13 juni 1949 in een oplage van 1.625.000 stuks. De zegel toont de Alexander III brug gebouwd tussen 1896 en 1900 in de art-nouveau stijl met zijn rijk versierde lantaarnpalen. Op de achtergrond het ‘Grand Palais’ gebouwd voor de grote wereldtentoonstelling in 1900.
Eerder, op 25 april 1949, was ook een postzegel van 100 Franc uitgekomen, met afbeeldingen van gebouwen in de stad Lille of Rijsel. De stad ligt in Noord-Frankrijk, vlak bij de Belgische grens op de route van Nederland naar Parijs. Op de postzegel zijn verschillende markante bouwwerken te zien zoals op de voorgrond de Porte de Gand, onderdeel van de vroegere stadsmuur. Rechts het Belfort en het Stadhuis. Verder de Opera uit het begin van de 20ste eeuw.
Op 23 juni 1949 verscheen de postzegel van 200 Franc met een gezicht op Bordeaux, een stad in het zuidwesten van Frankrijk en hoofdstad van het departement Gironde. Over de rivier de Garonne ligt de ‘Pont de Pierre’ gebouwd tussen 1819 en 1822 met 17 bogen en vele lantaarnpalen. Opvallend zijn de kathedraal Saint André en de beursgebouwen aan de oever van de rivier.
De postzegel van 300 Franc met een gezicht op Lyon verscheen op dezelfde datum, 23 juni 1949. De stad Lyon ligt in het oostelijke deel van Frankrijk daar waar de rivieren de Rhône en de Saône samenkomen. De binnenstad met tal van historische gebouwen staat sinds 1998 op de lijst van Werelderfgoederen van de Unesco. Op de postzegel is de kathedraal van Lyon, de Cathédrale Saint-Jean, te zien met daarboven de Basiliek van Fouvière. De stad telt bijna 30 bruggen waarvan een deel is te zien op de postzegel.
Op 1 juli 1949 verscheen de postzegel van 500 Franc met gebouwen in de stad Marseille. Marseille is in grootte na Parijs de tweede stad gelegen aan de Middellandse Zee. Het is de grootste handelshaven van Frankrijk en was van groot belang voor het postvervoer naar Afrika en Azië. Rechts op de voorgrond van de postzegels staat de Basiliek Notre-Dame de la Garde, gebouwd tussen 1853 en 1864 op een meer dan 150 meter hoge kalkstenen rots aan de oude haven. De andere kerk is de Cathédrale de la Major de Marseille, zetel van het aartsbisdom Marseille en bij het gereedkomen van de bouw in 1896 door Paus Leo XIII aangewezen als Basiliek.
Maar de mooiste postzegel uit bovenstaande reeks is wel de luchtpostzegel van 1.000 Franc met bouwwerken in Parijs. De zegel werd uitgegeven op16 januari 1950 doch gedrukt op 15 december 1949 in een oplage van 1.137.500 stuks. Uiteraard domineert de rivier de Seine met de vele bruggen het beeld in de postzegel. De Eifeltoren ontbreekt! Dat is het meest opvallende. Wel zijn te zien in het centrum de Cathédrale de Notre-Dame de Paris, de Sacré-Cœur en in de verte de Arc de Triomphe. Aan de kade het gebouw La Conciergerie dat deel uitmaakt van het Paleis van Justitie. Het kleine kerkje tussen de Notre-Dame en La Concierge is de Sainte-Capelle, de hofkapel van het paleis van Lodewijk IX. Het paleis is verdwenen maar de kapel is een grote toeristische trekpleister. En het kerkje linksboven? De Église Saint-Sulpice met het enorme orgel van Aristide Cavaillé-Coll uit 1862. Kijkt u ook wel eens op bovenstaande manier naar afbeeldingen op postzegels? Dat heeft de schoolmeester van de lagere school mij indertijd wel geleerd!
Reacties (9) Schrijf een reactie
Ze mogen zeggen van de Fransen wat ze willen (en in België hebben we heel wat te zeggen van de Fransen – en omgekeerd, ik verwijs maar even naar het hilarische album “Asterix chez les Belges”, dat voor wie het Frans voldoende machtig is het beste gesmaakt wordt in de originele versie), maar ze hebben schitterend mooie postzegels! De 100f CITT vind ik overigens nog aantrekkelijker dan de 1.000f.
Aan de uitleg van Cees voeg ik verder graag nog toe dat ook de wapenspreuk van de stad Parijs op de zegel staat, 2 x zelfs, op de wimpels onderaan: “fluctuat nec mergitur”, wat je kunt vertalen met iets als “geschud door de golven, maar niet gezonken”. Waarom dit in de Middeleeuwen de wapenspreuk van Parijs geworden is, wordt uitvoerig uit de doeken gedaan op Wikipedia. Et pour la petite histoire: na de terroristische aanslagen in Parijs vorig jaar verscheen die wapenspreuk her en der in de stad, door burgers aangebracht op bruggen, gebouwen, etc. Een wel héél vrije vertaling van mij zou daarom kunnen luiden: “We krijgen wel op onze donder, maar we gaan d’er niet aan tenonder!”
Ik kreeg de serie luchtpostzegels toen van mijn vader die een dienstreis naar Parijs maakte.
Het waren dure zegels, dus een gulle schoolmeester!
* Als nog 10-jarig jochie heb ik meegedaan aan een ballonnenwedstrijd t.g.v. de inhuldiging van koningin Juliana op 7 september 1948.
* Mijn ballon werd in Buitenpost (oostelijk van Leeuwarden) gevonden. De vinder stuurde de label via het organiserende comité aan mij in een over-gefrankeerde envelop met daarop de blauwe 20 cent Inhuldigingspostzegel (mvph 507) met de nieuwe koningin in ruitvorm. Deze aan mij persoonlijk gerichte brief is feitelijk de start van mijn belangstelling voor postzegels geweest.
* Het zou leuk zijn meer reacties van postzegelbloglezers te lezen, die een belangrijke aanzet zijn geweest om van postzegelverzamelaar uiteindelijk tot een filatelist uit te groeien.
Nou vooruit dan. Ik had een suikeroom, getrouwd met de zus van mijn moeder en die hadden geen kinderen. Van hen en vooral van hem kreeg ik alle aandacht. Hij was een voorbeeld voor zinvolle vrijetijdsbesteding: kanaries kweken, een aquarium houden, honden hebben en postzegels verzamelen. Mijn vader had daar allemaal een hekel aan, vond het maar tijd verspilling. Van de weeromstuit ging ik dus ook postzegels verzamelen, want vissen, katten en honden kwamen er niet in. Op de middelbare school was er een postzegel verzamelende pater, Pater Ficq (voor de missie uiteraard). Die richtte een postzegelclub op en heel democratisch werd ik tot voorzitter gebombardeerd. Op de reünie een paar jaar geleden bij het 100 jarig bestaan van het Bernardinus College in Heerlen was er een fototentoonstelling ingericht. Daar stond ik als jungske met een album in de handen, om maar vooral alle aspecten van de buitenschoolse activiteiten te laten zien in een fotoreportage voor een reünie gedenkboek. Ik zeg tegen een andere bezoeker naast mij: “Kijk dat ben ik!”. Hij zegt: “je bent ze wel allemaal kwijt”. Ik: “Nee die zegels daarin, heb ik allemaal nog, ik weet het nog goed Duitsland Bund”. “Nee”, zegt hij, ” ik bedoel je haren!”.
De kale kop heb ik van mijn vader geërfd, maar het verzamelen heb ik dus niet van mijn vader geërfd maar van anderen. Men noemt dat tegenwoordig, niet via de genen, maar via de memen!
Ballonwedstrijd, suikeroom. Bij mij was het m’n zus. Ik zal een jaar of 7 geweest zijn toen ik van haar een klein wit zeepdoosje kreeg met daarin 18 postzegels. Ik herinner me nog goed dat de blauwe kerstzegel 5ct Canada van 1965 erbij zat. Ik was meteen verkocht. Bij ons thuis kwam nogal veel post, en in de jaren ’60 zaten daar nog postzegels op, dus leerde m’n moeder mij die postzegels afweken. Van een oudere broer kreeg ik een kleine collectie die hij zelf ooit had gekregen van een buurman, maar broerlief had meer belangstelling voor bromfietsen en meisjes versieren, dus ik kreeg de postzegels (later zijn de meiskes er bij mij ook wel gekomen, maar van brommers heb ik nooit gehouden). Dan, voor m’n 10e verjaardag kreeg ik van een tante m’n eerste grote insteekboek, en wat later van een aangetrouwde neef m’n eerste catalogus. M’n vader bracht van z’n werk ook hele pakken postzegels mee, die we samen sorteerden, en toen ik 12 was, kwam hij opeens aanzetten met een heus Davo-album.
Tot vandaag heb ik er nooit echt bij stilgestaan, maar nu ik terugkijk, stel ik vast dat ik het blijkbaar van m’n familie heb!
1942, de Jap had net Java veroverd.
Ik werd met familie tijdelijk gehuisvest
in woning van tante in Semarang, we (mama en vier kinderen) sliepen daar op
de grond in een niet gebruikte kamer. Daar stond een grote glazenkast gevuld met postzegelalbums, tientallen. Schijnt dat een andere Hollander die aan tante in bewaring had gegeven. Ik vroeg of ik twee kleine maar goedgevulde insteekboekjes mocht hebben, antwoord nee. Er gingen een paar weken voorbij. Toen verscheen een vrachtauto met Jappen. We kregen een ochtend om het huis te ontruimen.
Toen we vertrokken keek ik naar een grote brandstapel in de tuin: alles wat papier was, dus ook de postzegelverzameling ging in vlammen op.
Altijd onthouden, na de oorlog in Holland serieus gaan sparen.
Ik ben reuze geïnteresseerd in de aanzet van invloedrijke jeugdherinneringen die uiteindelijk hebben geresulteerd in filatelisten.
* Hopelijk vertrouwen nog veel meer lezers hun filatelistische start ons als lezers van postzegelblog toe. Kleine, aanvankelijk onbelangrijke aanleidingen en/of oorzaken in het verleden kunnen op hogere leeftijd tot filatelistische hoogtepunten leiden.
* Wie volgt na deze vier filatelistische belevenissen met zijn / haar verhaal?
Mijn verhaal is niet zo origineel als die van jullie allemaal.Toen ik nog zeer jong was vertrokken mijn twee ooms naar Nieuw Zeeland. Met Kerstmis kregen we altijd post met prachtige kerstzegels erop, net zoals alle andere familieleden. Ik moest ze gewoon hebben, zo mooi. Resultaat: ik heb nu een schitterende Kerst-verzameling. Echt om te smullen. Nu de volgende spreker….
Ja, ik zou ook wel een leuk verhaal willen schrijven, maar de eerlijkheid gebied mij te melden dat ik in mijn jeugd totaal geen interesse had in postzegels. Ik spaarde suikerzakjes. Ik ben pas met postzegels begonnen toen ik 30 was. Ik nam toen de zegels van mijn vader over, die te oud was geworden.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)