Tussen de productie door van de postzegels in miljarden Marken werden overbodig geworden postzegels in miljoenen Marken van een opdruk voorzien omdat er grotere behoefte was aan postzegels van 5 miljard en 10 miljard Mark vanwege de soms gecompliceerde tarieven.
Gerelateerde artikelen
Uitzondering was de postzegel van 100 Mark die was uitgegeven in maart 1923. Van deze zegel was nog een grote voorraad aanwezig en daarom werd besloten om deze van de opdruk 1 miljard Mark te voorzien. De zegel verscheen op 7 november 1923 vlak na de uitgifte van de zegel van het type korfdeksel.
Op 16 november 1923 werden aan het assortiment twee opdrukzegels van 5 miljard Mark en twee van 10 miljard Mark toegevoegd.
Een dag later, op 17 november 1923, gevolgd door weer een zegel van 5 miljard Mark en een van 10 miljard Mark. Tevens werden twee zegels met doorsteek tanding van 5 miljard Mark en 10 miljard Mark uitgegeven.
Als laatste opdrukzegel werd de waarde van 10 miljard Mark op 20 miljoen Mark op 19 november 1923 in verkoop genomen. In verband met de geldsanering (men wilde een einde maken aan de inflatie door de Duitse Mark te herwaarderen) werden geen postzegels meer geproduceerd in miljarden. De drukkerijen hadden de handen vol aan de productie van de nieuwe postzegels in Pfennig, afgeleid van de zogenoemde Rentenmark. De nieuwe postzegels moesten op 1 december 1923 uitkomen. In de tussenliggende periode was het chaos. De tarieven stegen enorm snel. Daarom werd bijvoorbeeld voor een brief binnen Duitsland, waarvoor een dag eerder 20 miljard Mark moest worden betaald, de dag daarna dezelfde postzegel van 20 miljard Mark, zonder verdere aanduiding, verkocht voor 80 miljard Mark.
En daar waren ze dan. De nieuwe postzegels in het oude korfdeksel model, bedrukt met alleen een cijfer. De uitgiftedatum was 1 december 1923 en de oude zegels in miljoenen en miljarden Marken werden onmiddellijk ongeldig verklaard voor de frankering. De Rentenmark was de voorloper van de Reichsmark die in oktober 1924 van kracht werd.
De zes nieuwe postzegels hadden de frankeerwaarden 3 Pfennig tot en met 100 Pfennig.
De Rentenmark stond gelijk aan 1 miljoen miljoen (ofwel 1 biljoen) oude zogenoemde Papiermarken. Ja, het staat er goed, 1.000.000.000.000 is gelijk aan 1 Rentenmark! Hoe was men aan dat bedrag gekomen? Men had de waarde van landerijen en grondbezit een vaste koers gegeven gebaseerd op de pachtopbrengsten, omdat deze ‘stabiel’ was. Dat was de basis voor de berekening. Op 24 augustus 1924 werd de Rentenmark gelijkgesteld met de dan geïntroduceerde Reichsmark. Was daarmee de rust teruggekeerd? De tijd zou het leren! U kent het vervolg dat uiteindelijk zou leiden tot de Tweede Wereldoorlog.
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)