In deel 1 hebben we gezien dat de voorraad aan vellen postzegels van uitgiften vanaf januari 1922 tot en met april 1923 was uitgeput. Om snel te kunnen beschikken over nieuwe zegels werd besloten om de oude drukplaten te gebruiken als basis voor de productie van ‘opdrukken’. Daarbij werden de postzegels niet gedrukt in de oorspronkelijke basiskleur maar in okerbruin en geelgroen. Op enkele uitzonderingen na maar die zijn verderop beschreven.
Gerelateerde artikelen
Op 1 oktober 1923 verscheen de waarde van 400.000 Mark als opdruk op vier herdrukte basiszegels in een okerbruine kleur. De zegels waren gedrukt in de Boekdrukkerij van Rafael Boll in Berlijn. Deze drukkerij bezat echter geen perforeermachine met pennen maar een met kleine beiteltjes, waardoor een aparte tanding ontstond. Wij noemen dit zaagtanding of tanding in doorsteek. Ook de term zigzagtanding komt voor. De stompe hoeken die de uitgescheurde postzegels vaak vertonen worden niet als beschadiging aangemerkt. Alle postzegels die voor 1 oktober 1923 waren verschenen met een waarde lager dan 100 Mark werden ongeldig verklaard voor de frankering.
Eveneens op 1 oktober 1923 verschenen acht verschillende opdrukzegels in de waarde van 800.000 Mark. De basiszegels waren herdrukt met de geelgroene kleur behalve de waarden van 200 Mark en 400 Mark. Die hadden de oorspronkelijke kleur. Waren daarvan nog voldoende restvoorraden? De opdruk op de groene zegels was aangebracht in een donkergroene kleur. Op de twee andere zegels in zwart.
De magische grens van één miljoen Mark werd op 1 oktober 1923 overschreden door de uitgifte van twee postzegels met opdruk 2 miljoen Mark.
Nog een opdrukzegel van 2 miljoen Mark werd verkrijgbaar gesteld op 1 oktober 1923. Als basiszegel werd echter een in rood herdrukte postzegel van 5.000 Mark genomen die in blauwgroene kleur op 15 september 1923 was uitgegeven. Deze zegel was niet eerder als basiszegel gebruikt.
Dezelfde postzegel, maar dan gedrukt door de Boekdrukkerij van Rafael Boll in Berlijn en voorzien van een doorsteek tanding, werd uitgegeven op 4 oktober 1923. De tanding was zo slecht, dat soms de schaar werd genomen om zegels van elkaar te scheiden of uit het vel te knippen. Zeer slecht getande exemplaren zijn meer regel dan zeldzaam.
Op 9 oktober 1923 werd nog een opdrukzegel van 2 miljoen Mark toegevoegd, nu als opdruk op een basiszegel van 500 Mark.
Als laatste verscheen op 22 oktober 1923 wederom de zegel van 2 miljoen Mark op de basiszegel van 200 Mark, weer gedrukt door de Boekdrukkerij van Rafael Boll in Berlijn en voorzien van een doorsteek tanding. Waren sommige drukplaten voor de basiszegels versleten of had men een andere reden die ik niet ken? In elk geval werden in oktober 1923 postzegels uitgegeven die niet waren voorzien van een opdruk maar geproduceerd zijn met een geheel nieuw basisontwerp. Dat zien we in deel 3.
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)