In de vorige aflevering beschreef ik hoe de hoogste legerleiding tijdens de Eerste Wereldoorlog voortdurend op zoek was naar al te kritische geluiden en berichten. Naarmate de oorlog maar voortduurde, klonken die geluiden steeds harder.
Gerelateerde artikelen
Er kwamen relletjes tegen de belabberde voedselsituatie in ons land, het aantal dienstweigeraars groeide. We beleven in deze jaren ook de opkomst van politieke partijen die kritische kanttekeningen plaatsten bij ‘het systeem’. De socialist Troelstra meende zelfs dat het tijd was voor een revolutie in Nederland. Hij vergiste zich.
In de Zaanstreek hadden ze van 1914 tot 1937 een burgemeester, Klaas ter Laan, die iets te vaak (vond de legertop) met uitspraken kwam die men niet in de haak vond. Ter Laan combineerde zijn burgemeesterschap met een lidmaatschap van de Tweede Kamer. Daar verdedigde hij de ideeën van de SDAP. De SDAP (na de Tweede Wereldoorlog – de Partij van de Arbeid) was een gematigde progressieve partij en werd gedurende de 20ste eeuw verreweg de grootste politieke stroming in de Zaanstreek.
Ter Laan was ook actief als raadsman van militairen en gaf hun daarbij adviezen die volgens de legerleiding ‘lijnrecht in strijd zijn met de door hoogerhand gegeven bevelen’. Dat werkte ‘verderfelijk op de goede geest onder de soldaten’ en kon leiden tot het ondermijnen van de krijgstucht, waardoor het ‘zoo noodzakelijk vertrouwen in de officieren ongemotiveerd wordt geschokt’. De opperbevelhebber van Land- en Zeemacht vroeg aan de Minister van Oorlog maatregelen te treffen tegen Ter Laan, zodat deze geen adviezen meer zou geven over militaire kwesties.
Naast alle geleerde studies over dit onderwerp is er één boek dat ik iedereen van harte kan aanbevelen: Frank van Wezels roemruchte jaren. Het boek is geschreven door A.M. de Jong, die het verhaal baseerde op zijn eigen ervaringen. Het geeft een prachtig, humoristisch beeld van het uitzichtloze niets doen van ‘onze mannen’, maar is ook een aanklacht tegen de manier waarop veel Nederlandse officieren meenden te kunnen omgaan met hun ondergeschikten. Frank van Wezel is een onderwijzer in Amsterdam. Hij is tien jaar geleden uitgeloot voor zijn dienstplicht en het is dan ook een onaangename verrassing als hij op zijn 29e alsnog wordt opgeroepen. Samen met de andere ongelukkigen van de Lichting Bosboom, genoemd naar de minister die de uitgelote soldaten alsnog heeft opgeroepen, gaat Frank in opleiding.
Al snel blijkt dat er een tekort aan officieren is en elke rekruut met meer dan lagere school gaat vrijwillig of verplicht naar de officiersopleiding. Ook Frank van Wezel. Inmiddels is hij begonnen met het schrijven van anonieme cursiefjes over het leven van een dienstplichtig soldaat onder de titel Dagboek van een landstormman. Een socialistische krant plaatst de stukjes die zeer kritisch zijn over het Nederlandse leger. Het leger ziet de humor er echter niet van in en speurt naarstig naar de schrijver.
Intussen wordt Frank bevorderd tot korporaal en vervolgens, ondanks zijn sabotagepoging op het onderofficiersexamen, tot sergeant. Als hij ervan wordt verdacht de schrijver te zijn van de cursiefjes, wordt hij getreiterd door de dienstdoende officier. Ik zal u de afloop niet verklappen.
Onlangs verscheen een alleraardigst boekje over Fort Spijkerboor, waarin ook de rol van dit fort als strafgevangenis ter sprake komt. Vanaf maart 1918 werd Spijkerboor een ‘Militair huis van bewaring’. Hier werden dienstweigeraars vastgezet. Ook het Fort aan de Nekkerweg (tegenwoordig vooral bekend als Wellnesscentrum) heeft als zodanig dienst gedaan.
Toen Troelstra in 1918 meende dat behalve in Rusland ook in Nederland de tijd van de revolutie was aangebroken, roerden de dienstweigeraars in Fort a/d Nekkerweg zich flink. De soldaten zongen socialistische en anarchistische strijdliederen en eisten de vrijheid. Het liep met een sisser af, de revolutie ging niet door.
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)