Bij Sotheby’s New York wordt op 17 juni de zeldzaamste zegel ter wereld geveild: De British Guiana 1856 One cent Magenta.
Geen postzegel is zeldzamer dan de British Guiana 1856 One cent magenta. Tijdens de veilingen van deze zegel werden telkens weer recordprijzen behaald. Ook bij deze veiling is de taxatiewaarde weer een record, voor deze veilig wordt een opbrengst verwacht van tussen de 10 en 20 miljoen dollar.
Gerelateerde artikelen
Deze beroemde postzegel wordt geveild bij Sotheby’s New York. Mocht u overwegen uw verzameling aan te willen vullen met deze zegel, dan is hier de veilingbeschrijving.
Geschiedenis
Sinds 1852 werden de eerste postzegels van British Guiana uitgegeven, gedrukt door Waterlow & Sons. Door een tekort aan zegels in de periode 1856 en een vertraging van een nieuwe voorraad uit Engeland, is besloten een lokale nooduitgifte te drukken. De zegel gedrukt en uitgegeven in 1856 door de drukkers van de Official Gazette, kwamen uit in de waarden 1 cent (voor kranten) en 4 cent (voor enveloppen), waarvan de laatste op twee kleuren papier,
De British Guiana 1 cent magenta werd ontdekt op 4 april 1873 tussen de familiepost door L. Vernon Vaughan, een twaalfjarige postzegelverzamelaar uit Georgetown. De zegel was in een matige staat en droeg het slecht zichtbare stempel Demerara en het paraaf “EDW”.
Kort daarna verkocht hij de postzegel aan een lokale verzamelaar N. R. McKinnon voor zes shilling, voor die tijd omgerekend ruim één dollar.
Vijf jaar later werd de zegel verkocht door McKinnon als onderdeel van een complete verzameling aan zijn vriend Wylie Hill in Glascow.
Hill verkocht de zegel later aan Thomas Ridpath, een dealer in Liverpool voor 120 Britse ponden.
In de vroege jaren 1900 verkocht deze handelaar de zegel voor £ 150, aan de Fransman Graaf Philip La Renotiere Von Ferrari, de meest bekende postzegelverzamelaar in die periode.
Na de dood van Ferrari in 1917, werd zijn collectie geveild in Parijs tussen 1921 en 1925. In een van deze veilingen, werd de zegel in 1922 gekocht door miljonair Arthur Hind, voor 300.000 francs, omgerekend 7343 Britse ponden.
Het verhaal gaat dat Hind zo geobsedeerd was door deze zegel, dat hij een tweede One cent Magenta gekocht heeft en deze direct heeft vernietigd, zodat zijn resterende One cent Magenta als enige in de wereld zou blijven bestaan.
Arthur Hind overleed in 1933 en zijn weduwe bood de zegels aan bij Harmer Rooke & Co veilingen, waar op deze zegel niet meer dan 7.500 pond werd geboden door Percival Loines Pemberton. Het kavel werd niet geaccepteerd en teruggezonden naar Mrs. Scala (voormalig Mrs. Hind).
In 1940 bood zij de zegel opnieuw aan via het warenhuis Macy’s in New York, en werd verkocht aan de Australische Frederick T. Small voor 40.000 dollar.
Tijdens een veiling van Robert Siegel Galleries in 1970, werd de zegel verkocht voor $ 280.000 aan het Irwin Weinberg postzegel consortium. De One cent Magenta bleef tien jaar lang in deze collectie.
In 1980 verkocht aan de bekende fabrikant John E. du Pont voor $ 935.000. Hij werd in 1997 veroordeeld werd voor moord op de Olympisch worstelaar, David Schultz, en overleed in december 2010 op 72 jarige leeftijd in de gevangenis.
En nu dus weer te koop bij Sotheby’s op 17 juni in New York.
Nooduitgifte 1856
De nooduitgifte van 1856 had naast de 1 cent magenta, ook een 4 cent zegel gedrukt op blauw en magenta papier.
Afstempeling en parafen
Vanwege de de beperkte drukmogelijkheden werden alle gebruikte noodzegels uit 1856 voorzien van een paraaf van één van de drie postmeesters: E.T.E. Dalton, C.A. Watson en E.D. Wight. De stempels zijn bekent van Demerara
Vervalsingen
De British Guiana 1 cent magenta is ook veelvuldig vervalst. Met vele facsimile’s maar ook met bewuste vervalsingen, waaronder de in 1999 gevonden zogenaamde echte zegel
klik hier voor meer informatie.
Nieuw certificaat
Om vermogende verzamelaars te verleiden voor deze unieke postzegel steekt Sotheby´s veel moeite in publiciteit voor de veiling van deze bijzondere postzegel. De zegel maakt eerst nog een tournee over de wereld en is na London op het ogenblik in Hong Kong te bezichtigen.
Er is ook een nieuw certificaat gemaakt. Het op 17 maart uitgegeven certificaat van de Royal Philatelic Society London geeft op telegram-achtige wijze de vermelding: “British Guiana: 1856 SG: 23 1c Black on Magenta – ongeperforeerd – oppervlak gekleurd papier – gebruikt – is echt.”
David Redden, een vice-voorzitter bij Sotheby’s in New York, zei dat hoewel de herkomst niet in het geding is, het bedrijf de stap nam voor een nieuw certificaat omdat bij deze postzegel potentiële kopers een ijzersterke garantie moeten krijgen.
Het voorlaatste certificaat van deze zegel is afgegeven op 17 oktober 1935 ook door de RPSL, gekeurd in opdracht van Harmer Rooke & Co Veilingen, die deze zegel ter keuring aanbood voor de veiling in 1935 namens de weduwe van Arthur Hind.
De keuring
Hoewel de commissie van de RPSL enorm veel bronmateriaal heeft op het gebied van postzegels en vervalsingen, missen zij één ding: een echt voorbeeld om deze 1856 one cent zwart op magenta te vergelijken.
“Het was een zeer doordacht proces,” volgens Redden. “De commissie kwam op het hoofdkantoor met spectrometers, microscopen en andere apparatuur om deze postzegel te onderzoeken. Het proces om deze zegel te onderzoeken duurde ongeveer vijf uur. De commissie was op zoek naar tekenen van frauduleuze verandering, zoals inconsistenties in het papier of de kleur, of fysieke tekens die wijzen op mogelijke imitatie.”
Die werden niet gevonden. De spectrometer metingen uit verschillende gebieden van de zegel waren identiek, aldus Redden, en geen enkel deel van het zegel fluoresceerde of gloeide, onder ultraviolet licht, wat ook een teken van falsificatie zou kunnen zijn.
De achterkant
De achterzijde van de postzegel heeft naast alle keurmerken een afwijkende kleur ten opzichte van de voorzijde. Is de voorzijde van deze zegel in het verleden opgepoetst of overgeschilderd, een deel van de magentakleur op de achterzijde komt op aquarelachtige wijze te voorschijn. maar mogelijk is ook de oorzaak de slechte tropische omstandigheden waarin de zegel zijn eerste 20 jaar heeft moeten doorstaan. Op het nieuwe certificaat staat de vermelding: “Beeld op voorzijde onduidelijk door “overschildering” in het verleden, waarschijnlijk tijdens het bezit in de Ferrary collectie.
Keurmerken
Interessant zijn alle keurmerken op de achterzijde (zie foto).
Twee afdrukken van Ferrary’s klaverbladmerk waarvan één minder duidelijk.
Een grote vage H rechtsboven van Arthur Hind.
Kleine FK, van Finbar Kenny, de postzegelmanager van het warenhuis Macy’s, die bemiddelde bij de verkoop voor de weduwe Hind.
Kleine vallende ster door Frederick Klein, die eigenaar was van 1940 tot 1970
In potlood IW behorend tot Irwin Weinberg, hoofd van een investeerders-consortium, dat de zegel in 1970 verworf.
Grote JE d P, de initialen van de meest recente eigenaar: John E. du Pont.
Sommige van deze keurmerken staan kopstaand, waarschijnlijk omdat het keurmerk werd aangebracht terwijl het zegel ingeplakt was in een album met een plakker. Lichte plakkerresten zijn aan de bovenzijde aanwezig.
Een ander mysterie is het keurmerk met de 17-puntige ster, dit onbekende prominent aanwezige keurmerk is de keuringscommissie onbekend, en is niet te relateren aan een bekende eigenaar of postzegeldeskundige.
Reacties (3) Schrijf een reactie
Je kunt binnen Nederland heel dicht bij deze zegel komen, althans gevoelsmatig: Je kunt in Amsterdam een wandeling maken in de Demerarastraat.
Het gaat hier om een oude Nederlandse kolonie:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Demerary
@Rob: Klopt. In mijn blog over “Berbice” heb ik dit ook benoemd. Zie
https://www.postzegelblog.nl/2013/11/12/buitenplaats-berbice-te-voorschoten/#more-52943
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)