Een eenvoudige envelop - Postzegelblog

Een eenvoudige envelop

1

Tijdens een van mijn bezoeken aan postzegel-tentoonstellingen zag ik in een bak met poststukken van een handelaar een envelop die meteen opviel. Een envelop beplakt met postzegels en portzegels van Nederlandsch Indië, voorzien van mooie afdrukken van een dagtekeningstempel van Batavia. De envelop gekocht en thuis eens nader bekeken. Het bleek een envelop vol verrassingen te zijn!

De envelop was een zogenoemd postwaardestuk met een in blauw opgedrukte waarde van 20 cent en een afbeelding van Koningin Wilhelmina in gekroond ovaal, maar via een opdruk gewijzigd in 12½ cent. Deze waren verkrijgbaar vanaf 15 april 1930. Alleen het vreemde is, dat deze envelop zonder opdruk van 12½ cent niet verkrijgbaar is geweest! Dit is te herkennen aan de bedrukking van de binnenzijde. De ‘gewone’ enveloppen waren bedrukt met type A en deze envelop met type B.

Daarnaast een opgeplakte postzegel, ook van 20 cent en voorzien van een opdruk, eveneens van 12½ cent. De opdrukzegel was uitgegeven in 1930 en had een oplage van 27 miljoen stuks. Niks bijzonders dus.

Van de serie postzegels Jeugdzorg, uitgegeven vanaf 1 december 1930, was een exemplaar opgeplakt van 5 cent. Van deze zegel zijn slechts 172.182 stuks verkocht. Dus al iets meer bijzonder.

Als vierde zegel was een cijferzegel opgeplakt van 2½ cent, uitgegeven in 1922. Hiervan moeten miljoenen stuks gedrukt zijn.

De vier waarden bij elkaar opgeteld bedroeg totaal 32½ cent. Maar is dit wel juist? Zou kunnen, want er is ook een expresstrookje geplakt. Het tarief voor een brief naar het buitenland bedroeg 12½ cent, dus was de opdruk op de envelop zelf voldoende. Maar het expresse recht was 25 cent, dus 37½ cent bij elkaar! Dit klopte dus niet.

De geadresseerde was de heer P.W. Broekman te Amsterdam. Doorgewinterde verzamelaars van poststukken kennen de naam van de heer P.W. Broekman als maker van vele honderden ‘bijzondere’ enveloppen en kaarten. Maar het adres was doorgehaald en daaronder was geschreven: per adres M.G. de Bie, Batavia. Dus de envelop was NIET naar Amsterdam gezonden (dan had er toch een afdruk van een aankomststempel op moeten staan en een vertrekstempel bij terugzending uit Amsterdam naar Batavia).

En er zijn VIER dezelfde afdrukken van het dagtekeningstempel van Batavia aangebracht, met de datum 30 december 1930. Gestempeld tussen 11 en 12 uur voormiddag.

Maar wat doen die twee portzegels op de envelop? Een van 2½ cent, al verkrijgbaar vanaf 1914, en een van 37½ cent. In de catalogus is vermeld, dat deze laatste portzegel in 1931 werd uitgegeven! Hoe kan dat dan? En waarom die 40 cent port?

Het raadsel wordt nog groter als de achterzijde van de envelop wordt bekeken. Voorzien van twee stempelafdrukken, een van het Gouvernements Hoofdmagazijn Batavia Post- Telegraaf & Telefoondienst. Daaronder M.G. de Bie…..

Wie lost het raadsel van de portzegels op deze envelop op?

Gratis online postzegelcatalogus

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
Historisch Nederland Nederlands Indië



Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

Kijk dan bij Collect Club.

Beoordeel met 1 sterBeoordeel met 2 sterrenBeoordeel met 3 sterrenBeoordeel met 4 sterrenBeoordeel met 5 sterren (Breng als eerste je stem uit.)
Laden...
PrintSchrijf een reactie

Tags bij dit artikel

Reacties (1)

  • Hans Kremer op 15 juli 2010 om 19:45

    Ik heb het idee dat we te maken hebben met maakwerk.

    Afzender en ontvanger zijn dezelfde persoon (M.G.de Bie) die kennelijk verbonden was aan het Hoofdmagazijn van de PTT in Batavia.

    Misschien had hij juist (eind van het jaar 1930) de 37 1/2 cent portzegels ontvangen die in 1931 aan de balie moesten verschijnen.

    Waarom dat etiket met Broekmans addres erop, die meteen doorgehaald werd? Afleidingsmanoeuvre?

    Staat deze de Bie misschien bekend als iemand die vaker maakwerk produceerde?

Schrijf een reactie

(registratie is niet nodig)